ECLI:NL:RBOVE:2020:2287
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.L. Smit
- P. Groothedde
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang
Op 8 juni 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1960, die lijdt aan niet-aangeboren hersenletsel (NAH) in de vorm van Paraneoplastische encephalitis bij longcarcinoom. Dit verzoek werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en was gericht op een machtiging voor de duur van zes maanden, zoals bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank had eerder, op 28 april 2020, een vergelijkbaar verzoek afgewezen omdat de medische verklaring niet was afgegeven door een onafhankelijke arts en omdat de AMvB die NAH onder de Wzd bracht nog ontbrak. Inmiddels was er een verklaring van een onafhankelijke arts overgelegd en was NAH per 1 mei 2020 aangemerkt als gelijkgestelde aandoening onder de Wzd.
Tijdens de mondelinge behandeling, die vanwege Covid-19 maatregelen via Skype plaatsvond, zijn zowel de cliënt als zijn advocaat en een arts gehoord. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring van de specialist ouderengeneeskunde (SOG) in dit geval afdoende was, mits de diagnose was gesteld door een specialist wiens deskundigheidsgebied het betreft. De rechtbank concludeerde dat de opname en het verblijf noodzakelijk waren om ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen, gezien zijn geheugenstoornissen en de risico's die zijn aandoening met zich meebracht. De rechtbank verleende de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden, tot en met 8 december 2020, en stelde dat tegen deze beschikking het rechtsmiddel van cassatie openstaat.