ECLI:NL:RBOVE:2020:2122

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2020
Publicatiedatum
23 juni 2020
Zaaknummer
C/08/244898 / KG ZA 20-49 herstelvonnis
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake verbetering van een eerder vonnis in een civiele procedure

Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen [eiseres] en [gedaagde]. Dit herstelvonnis volgde op een verzoek van mr. E.J. Moll, de advocaat van [eiseres], om verbetering van een eerder vonnis dat op 15 juni 2020 was gewezen. In dit eerdere vonnis was een kennelijke fout geslopen die eenvoudig te herstellen was. Mr. W.H. Kesler, de advocaat van [gedaagde], heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de fout in het vonnis van 15 juni 2020 inderdaad aanwezig was en heeft het verzoek tot verbetering toegewezen. De specifieke wijziging betrof een aanpassing in de tekst van het vonnis, waarbij de formulering van een veroordeling aan [gedaagde] werd gecorrigeerd. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld, met de datum van 16 juni 2020.

Daarnaast is gelast dat beide partijen, indien zij dit nog niet hadden gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het vonnis van 15 juni 2020 na ontvangst van het herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Het vonnis is uitgesproken door mr. U. van Houten in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer : C/08/244898 / KG ZA 20-49
Herstelvonnis van 16 juni 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
advocaat: mr. E.J. Moll te Doetinchem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
advocaat: mr. W.H. Kesler te Enschede.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij emailbericht van 15 juni 2020 heeft mr. Moll namens [eiseres] aan de voorzieningenrechter in deze rechtbank verzocht om verbetering van het op 15 juni 2020 in deze zaak gewezen vonnis.
1.2.
Bij emailbericht van 15 juni 2020 heeft mr. Kesler namens [gedaagde] aan de voorzieningenrechter in deze rechtbank bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het vonnis van 15 juni 2020 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De voorzieningenrechter zal het verzoek dan ook toewijzen zoals verzocht.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
bepaalt dat nr. 5.2. van het op 15 juni 2020 tussen [eiseres] en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat
“5.2. veroordeelt [gedaagde] zich in te spannen om de door [eiseres] verlangde informatie, voor zover [gedaagde] deze niet al tot haar beschikking heeft en heeft afgegeven aan [eiseres] , te vergaren en daarvan bewijsstukken te verstrekken aan [gedaagde] ,”
wordt gewijzigd in
“5.2. veroordeelt [gedaagde] zich in te spannen om de door [eiseres] verlangde informatie, voor zover [gedaagde] deze niet al tot haar beschikking heeft en heeft afgegeven aan [eiseres] , te vergaren en daarvan bewijsstukken te verstrekken aan [eiseres] ,”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 16 juni 2020 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 15 juni 2020,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 15 juni 2020 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op
16 juni 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.