ECLI:NL:RBOVE:2020:2122
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake verbetering van een eerder vonnis in een civiele procedure
Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen [eiseres] en [gedaagde]. Dit herstelvonnis volgde op een verzoek van mr. E.J. Moll, de advocaat van [eiseres], om verbetering van een eerder vonnis dat op 15 juni 2020 was gewezen. In dit eerdere vonnis was een kennelijke fout geslopen die eenvoudig te herstellen was. Mr. W.H. Kesler, de advocaat van [gedaagde], heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de fout in het vonnis van 15 juni 2020 inderdaad aanwezig was en heeft het verzoek tot verbetering toegewezen. De specifieke wijziging betrof een aanpassing in de tekst van het vonnis, waarbij de formulering van een veroordeling aan [gedaagde] werd gecorrigeerd. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld, met de datum van 16 juni 2020.
Daarnaast is gelast dat beide partijen, indien zij dit nog niet hadden gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het vonnis van 15 juni 2020 na ontvangst van het herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Het vonnis is uitgesproken door mr. U. van Houten in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.