10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 191,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2017 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 191,50,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Taalman, voorzitter, mr. M. van Bruggen en S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2020.
Buiten staat
Mr. Peper is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
1. Een proces-verbaal van 24 juli 2017 van aangifte [slachtoffer] op 23 juli 2017, pagina 21-25, voor zover inhoudende, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
Ik wil hierbij aangifte doen van diefstal met geweld uit mijn woning. Ik woon alleen op een vrijstaande boerderij, [adres 2] te Zwolle. Ik ben rond middernacht naar bed gegaan en rond half één in slaap gevallen. Op een gegeven moment werd ik wakker, ik hoorde een geluid. Ik draaide mij om en ik zag dat er een persoon in de slaapkamer stond. Ik schat dat het rond half vier (3.30 uur) moet zijn geweest, omdat ik ongeveer een kwartier nadat die personen weg zijn gegaan de klok vier keer hoorde slaan. De persoon, die een man bleek te zijn, zei tegen mij dat ik rustig moest blijven. Er was ook een man buiten, dat hoorde ik later pas. Ze hebben ook tegen elkaar gepraat. Er is de hele tijd maar één man binnen geweest. Hij werd boos, dat kon ik zien op de manier waarop hij de kast doorzocht. Hij gooide ook van alles naar mij toe. Hij gooide met boeken en kledingstukken. Hij raakte mij op een gegeven moment ook met een kussen tegen mijn hoofd. Hij had ook een zaklantaarn bij zich en scheen ook steeds in mijn gezicht.
In de bovenste lade lag mijn portemonnee. Daarin zat ongeveer 50 euro aan briefgeld. Mijn rijbewijs zat er ook in en ook een bankpas van mij. Onderin één van de vakjes had ik een klein opgevouwen briefje met daarop mijn pincode. De dader pakte mijn portemonnee dus uit de bovenlade en stak deze in de kontzak van zijn broek. Hij heeft mij ook vaak geduwd, tegen mijn hoofd en tegen mijn lijf. Hij heeft mij ook vastgepakt. Uit de woonkamer is een houten kistje leeggestolen. Hier zat minimaal 70 euro in. Ik stel mijn videorecorder met opnames ter beschikking voor het politieonderzoek.
2. Een proces-verbaal sporenonderzoek woning van 23 juli 2017, pagina 30, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant J.W. Tuinman:
Op 23 juli 2017 werd door mij een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een inbraak. (…) Het onderzoek is verricht in een woning bij [slachtoffer] aan [adres 2] te Zwolle. (…) Op de bewakingsbeelden zag ik twee mannen die zich zichtbaar verdacht gedroegen en probeerden zoveel mogelijk uit zicht te blijven van de bewakingscamera's. Via de achterzijde van de woning heeft men een slaapkamerraam opengebroken met een schroevendraaier.
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 4 juni 2019, pagina108-110, voor zover inhoudende, als verklaring van getuige, zakelijk weergegeven:
V= vraag verbalisant
A= antwoord getuige
V: Ken jij [verdachte] ?
A: Ja hij was een huisgenoot.
V: Hoe en wat heeft hij je verteld?
A: Hij heeft me persoonlijk verteld. Hij heeft me gezegd dat ze een pincode hebben ontfutseld. Het is met geweld gegaan en [verdachte] heeft me verteld dat ze ook een horloge hebben meegenomen.
V: Over welke periode praat je nu?
A: Het was ergens tussen 2016 en 2017
V: Wat heeft hij je nog meer verteld?
A: Hij heeft me verteld dat hij samen met iemand uit Zwolle de overval heeft gepleegd.
(…)
A: Ze zijn er in de nacht heengegaan. Toen ze binnen waren werd de man wakker. [verdachte] heeft gezegd dat de man op bed moest blijven. Hij heeft de man met geweld op het bed geduwd. Ze hebben toen een pinpas gevonden met een briefje met de pincode. Ze zijn door een raam naar binnen gekomen en het was nacht.
V: Weet je nog waar het was?
A: Aan [adres 2] . (…) Het heeft toch in de krant gestaan dat een oude man is overvallen in de woning. Ik heb zelf de conclusie getrokken dat [verdachte] en die vent de overvallers uit het krantenartikel waren.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2019 met proces-verbaalnummer 38, als losse bijlage gevoegd, voor zover inhoudende, als verklaring van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Op 5 december 2019 werd door mij contact opgenomen met aangever [slachtoffer] . Hij deelde me mede dat er een antieken gouden zakhorloge was weggenomen tijdens de diefstal met geweld. (…)
Het horloge had altijd aan een spijker in de slaapkamer gehangen. In eerste instantie was het [slachtoffer] niet opgevallen dat het horloge ook was ontvreemd. Toen [slachtoffer] bemerkte dat het horloge ook weg was, had hij dit niet direct bij de politie aangegeven omdat hij teveel aan zijn hoofd had door al het gedoe rondom de diefstal.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 2] , van 10 juli 2019, pagina181-183 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Laatst zijn collega's van jullie bij [getuige 3] naar binnen geweest. [verdachte] was daar toen ook. Ali zei dat er een oude man op een boerderij was overvallen. Hij zei tegen [verdachte] hoe hij in godsnaam zoiets kon doen. [verdachte] had toen gezegd dat hij met een andere jongen was en dat het een uit de hand gelopen inbraak was. (…) Ik weet dat hij het heeft gedaan met iemand anders.
6. Een proces-verbaal van bevindingen getuige [getuige 3] , pagina 94-95, voor zover inhoudende, als verklaring van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , dan wel één hunner, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2019 had ik verbalisant [verbalisant 2] een gesprek met [getuige 3] . Ik confronteerde hem met de verklaring van [getuige 2] . Ik hoorde dat [getuige 3] bevestigde dat [verdachte] en [getuige 2] bij hem thuis waren geweest en dat ze het over de zaak hadden gehad.
7. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 mei 2020, voor zover inhoudende, als verklaring van verdachte.
U vraagt mij of het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van mij was. Ja, dat is een abonnementsnummer van mij geweest.
8. Een proces-verbaal van bevindingen netwerkmeting van 17 juni 2019, pagina76-79, voor zover inhoudende, als verklaring van verbalisant [verbalisant 1] zakelijk weergegeven:
Op 23 juli 2017 tussen 03.00 uur en 04.00 uur vond er een diefstal met geweld plaats aan [adres 2] te Zwolle. Bij deze diefstal werd onder andere een Rabobank pinpas en een briefje met daarop de pincode weggenomen.
Met de ontvreemde pinpas werd op 23 juli 2017 om 03.48 uur bij de pinautomaat aan de Th. a Kempisstraat te Zwolle gepind. Om 04.29 uur werd bij de pinautomaat aan de Rijnlaan [nummer 1] te Zwolle gepind. Om 4.32 uur werd bij de pinautomaat aan de Dobbe [nummer 2] gepoogd te pinnen.
Op de PD's werd een netwerkmeting gehouden.
Op 23 juli 2017 omstreeks 03.48 uur komt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] voor in de netwerkmeting op de mast die staat op de locatie Burgemeester Drijbersingel [nummer 1] te Zwolle. Omstreeks datzelfde tijdstip werd er gepind bij de Thomas a Kempisstraat te Zwolle.
Op 23 juli 2017 omstreeks 4.01 uur en 4.02 uur komt telefoonnummer [telefoonnummer 1] voor in de netwerkmeting op de mast die staat op de Alm te Zwolle. Omstreeks 4.29 uur werd er gepind bij de Rijnlaan te Zwolle en om 04.32 werd gepoogd te pinnen aan de Dobbe te Zwolle.
Volgens google maps ligt het winkelcentrum de Dobbe ongeveer 1,9 kilometer verwijderd van de Thomas a Kempisstraat.
Met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [verdachte] werd op 23 juli 2017 omstreeks 4.01 uur uitgebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Dit nummer was in gebruik geweest bij [getuige 3] .
9. Een proces-verbaal van bevindingen [naam 1] en [naam 2] van 15 juli 2019, pagina102-103, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verbalisant 1] :
Uit het politie informatiesysteem bleek dat [verdachte] de beschikking heeft of heeft gehad over telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 1] .
Deze nummers werden door een netwerkmeting gehaald. Hieruit bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in de nacht van de diefstal met geweld zendmasten aanstraalde nabij drie pinautomaten in Zwolle. Bij deze Pinautomaten waren die nacht met het ontvreemde pasje van aangever [slachtoffer] twee geslaagde pintransacties en een poging geweest.
Over de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer 3] kwam op 7 juni 2019 een gesprek tussen [verdachte] en een onbekende man. De onbekende man vraagt wat [verdachte] aan het doen is. [verdachte] antwoordt dat hij aan het voorbereiden is op iets. Op dat zelfde trauma als dat de onbekende man ook heeft gehad met zijn telefoon in het verleden. Ze zijn bij een vriend van [verdachte] geweest, omdat [verdachte] hem in diezelfde nacht gebeld zou hebben met een abonnement nummer van [verdachte] . Dus dat is er al.
[verdachte] refereert kennelijk aan het bezoek dat de politie aan een contact van hem, [getuige 3] , heeft gebracht.