ECLI:NL:RBOVE:2020:2006

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 juni 2020
Publicatiedatum
12 juni 2020
Zaaknummer
08-760028-19, 08-952755-18, 08-069388-18, 08-147304-18, 08-000250-19 en 08-237029-18 (ttz gev) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor identiteitsfraude, diefstal, mishandeling en verboden wapenbezit

Op 12 juni 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 38-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder identiteitsfraude, diefstal, mishandeling en verboden wapenbezit. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 374 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De man heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van identiteitsfraude door persoonsgegevens van anderen te gebruiken om goederen te bestellen via internet. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan verschillende diefstallen, waaronder scooters en andere goederen, en heeft hij geweld gebruikt tegen meerdere slachtoffers. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een klinische behandeling van twee maanden en verblijf in een instelling voor beschermd wonen. De uitspraak volgt op een uitgebreid onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens openbare terechtzittingen op 17 juni 2019, 6 september 2019 en 29 mei 2020, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vorderingen van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. De verdachte is schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, en de rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld, waarbij enkele vorderingen zijn toegewezen en andere zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-760028-19, 08-952755-18, 08-069388-18, 08-147304-18, 08-000250-19 en 08-237029-18 (ttz gev) (P)
Datum vonnis: 12 juni 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de Piet Roorda Kliniek te Apeldoorn.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 17 juni 2019, 6 september 2019 en 29 mei 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Hoekstra en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlasteleggingen (ten aanzien van parketnummers 08-147304-18 en 08-952755-18) van 6 september 2019 kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1:samen met een ander heeft geprobeerd een scooter van [aangever 1] te stelen dan wel samen met een ander deze scooter heeft beschadigd;
feit 2:een scooter van [aangever 2] heeft gestolen;
feit 3:een scooter en een kentekenplaat heeft geheeld;
feit 4:[slachtoffer 1] heeft mishandeld;
feit 5:[slachtoffer 2] heeft mishandeld;
feit 6:meerdere goederen bij de [supermarkt 1] heeft gestolen;
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
feit 1:(samen met een ander) identificerende persoonsgegevens van anderen heeft gebruikt;
feit 2:(samen met een ander) diverse webshops heeft opgelicht;
feit 3:twee vuurwapens (gaspistolen) voorhanden heeft gehad;
feit 4:een immitatie vuurwapen voorhanden heeft gehad;
feit 5:speakers/geluidsboxen heeft geheeld;
Ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
feit 1:een groot aantal goederen van [aangever 3] heeft gestolen;
feit 2:[aangever 3] met de dood heeft bedreigd;
Ten aanzien van parketnummer 08-147304-18:
samen met een ander een crossmotor en/of quad van [aangever 4] heeft gestolen, dan wel heeft geprobeerd samen met en ander een crossmotor en/of quad van [aangever 4] te stelen, dan wel anderen heeft geholpen terwijl zij probeerden een crossmotor en/of quad van [aangever 4] te stelen.
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19:
een motorfiets van [aangever 5] heeft gestolen dan wel een motorfiets heeft geheeld;
Ten aanzien van parketnummer 08-237029-18:
een telefoon (met geld en passen) van [aangever 6] heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
1
Primair
hij op of omstreeks 30 november 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een scooter (met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van verbreking, zich met een slotentrekker, althans een (langwerpig) voorwerp, naar de scooter heeft begeven en/of (vervolgens) met voornoemde slotentrekker, althans (langwerpig) voorwerp, in het slot en/of stuur van de scooter heeft
gewrikt/geprikt en/of (vervolgens) (hard) aan voornoemde slotentrekker,
althans (langwerpig) voorwerp, heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 30 november 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een scooter (met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), te weten aan [aangever 1] , toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2
hij op of omstreeks 14 december 2018 te Almelo een scooter (met kenteken [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen scooter onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3
hij op of omstreeks 26 februari 2019 te Den Ham, gemeente Twenterand, een of meer goed(eren), te weten een scooter (met oorspronkelijk kenteken [kenteken 3] ) en/of een kentekenplaat ( [kenteken 4] ) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4
hij op of omstreeks 27 februari 2019 te Vriezenveen, gemeente Twenterand,
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem meermalen, althans eenmaal, te
slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het gezicht;
5
hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Almelo, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het gezicht;
6
hij op of omstreeks 4 maart 2019 te Enschede een of meer goed(eren), te weten:
- een verpakking met varkenshaas en/of
- ( een verpakking met) een arretjescake en/of
- een verpakking met kipfilet schnitzel(s) (krokant) en/of
- Zaanlander 35+ kaas en/of
- twee repen Milka (Caramelo) en/of
- een flesje proteïneshake, in elk geval een of meer goed(eren),
die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [supermarkt 1] gelegen aan het [adres 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 te
Vriezenveen en/of te Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 1] , en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 2] , en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 3] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 4] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 5] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 6] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 7] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 8] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 9] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 10] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 11] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 12] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 13] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 14] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 15] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 16] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 17] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 18] ,
heeft gebruikt door - op een of meer webshop(s) (een) bestelling(en) te plaatsen, en/of
- ( vervolgens) bij deze bestelling(en) de naam en/of de adresgegevens van bovengenoemde benadeelde(n) op te geven/te gebruiken, met het oogmerk om zijn/haar identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan (immers is/zijn de factu(u)r(en) van de bestelling(en) en/of aanmaning(en) ten name van en/of naar het adres van bovengenoemde benadeelde(n) verzonden);
2
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 te Vriezenveen en/of te Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, de/het navolgende bedrij(f)(ven)/webshop(s) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgend(e) goed(eren):
- [bedrijf 1] tot de afgifte van een drone ter waarde van 174,45 euro, en/of
- [bedrijf 2] tot de afgifte van een Kenwood Radio ter waarde van 185 euro, en/of
- [bedrijf 3] tot de afgifte van een of meer scooteronderdelen ter waarde van ongeveer 700 euro en/of
- een uitlaat (Polini Racing Big Evolution 94 cm) ter waarde van 394 euro en/of een veiligheidscamera (Micront SP5582A IP66 Dome) ter waarde van 507,95 euro en/of
- en carburateurkit (Malossi MHR Team VHST 28 voor AM6) ter waarde van 311,88 euro en/of
- [bedrijf 4] tot de afgifte van een bougiekabel set (voor een
Volkswagen Touran) ter waarde van 80,54 euro en/of car wrapping folie ter waarde van 135,35 euro, en/of
- [bedrijf 5] tot de afgifte van een accu ter waarde van 159,80 euro en/of - [bedrijf 6] tot de afgifte van een glasmat en/of
lijm ter waarde van (in totaal) 198,90 euro en/of
- [bedrijf 7] tot de afgifte van een of meer scooteronderdelen ter waarde van 163,90 euro en/of - [bedrijf 8] tot de afgifte van een of meer arburateur(s) (waarvan één) ter waarde van 144,95 euro en/of een accu ter waarde van 78,95 euro en/of - [bedrijf 9] tot de afgifte van een zwembadpomp ter waarde van
171 euro en/of een opblaasbaar zwembad ter waarde van 490 euro en/of - [bedrijf 10] B.V. tot de afgifte van een slijptol ter waarde van 260 euro en/of
- [bedrijf 11] v.o.f. tot de afgifte van een of meer onbekend gebleven goederen en/of
- [bedrijf 12] tot de afgifte van twee schokdempers ter waarde van ongeveer 141,09 euro en/of - [bedrijf 13] tot de afgifte van een Hi-Speed Unit E-bike Panasonic Poli ter waarde van 101,60 euro en/of
- [bedrijf 7] een of meer brommer-/motoronderdelen ter
waarde van (in totaal) 121,95 euro en/of
- [bedrijf 14] tot de afgifte van een Ubbink vistoren (100 cm) ter waarde van 149 euro, door
- bij bovengenoemde winkel(s) en/of webshop(s) bovengenoemde bestelling(en) te
plaatsen en/of
- ( vervolgens) bij deze bestelling(en) een of meer valse/andere namen en/of adres(sen) te gebruiken/op te geven en/of
- bij deze bestelling(en) (telkens) te kiezen voor de methode 'achteraf betalen' (te weten middels [bedrijf 15] en/of [bedrijf 16] en/of [bedrijf 17] ) en/of
- ( vervolgens) deze bestelling(en) te laten bezorgen bij een of meer postagentschap(pen) en/of (vervolgens) (een aantal van) deze bestelling(en) door een of meer ander(en) te laten ophalen en/of zelf op te halen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat de factu(u)r(en) en/of (daaruit voortvloeiende) aanmaning(en) van deze bestelling(en) voor rekening van een ander (te weten de personen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) de na(a)m(en) en/of de/het adres(sen) heeft/hebben gebruikt) zouden komen en (daardoor) de bestelling(gen) niet zouden worden betaald;
3
hij op of omstreeks 25 oktober 2018 te Vriezenveen, gemeente Twenterand, een of meer wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een gaspistool van het merk Röhm, model Vektor V2000, kaliber .9mm P.A.K en/of
- een gaspistool van het merk Röhm, model RG3, kaliber 6mm Flobert-Plazt, zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
4
hij op of omstreeks 22 oktober 2018 te Vriezenveen, gemeente Twenterand, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een vuurwapen dat leek op een Glock, model 22, voorhanden heeft gehad;
5
hij op of omstreeks 22 oktober 2018 te Vriezenveen, gemeente Twenterand, een of meer goed(eren), te weten twee speaker(s)/geluidsbox(en) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 december 2017 tot en met 15 januari 2018 te Vriezenveen, althans in de gemeente Twenterand, een groot aantal goederen uit een (kringloop)winkel/opslag (gelegen aan [adres 3] ) (o.a. bedden en/of stoelen en/of tafels en/of lampen en/of keukenspullen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 3] ,
heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Vriezenveen, althans in de gemeente Twenterand
[aangever 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangever 3] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak jou af",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 08-147304-18:
hij op of omstreeks 26 maart 2018 te Staphorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een crossmotor en of een Quad (Kawasaki KFX400J, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 26 maart 2018 te Staphorst tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een crossmotor en/of een Quad (Kawasaki KFX400), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, dat verdachte en/of zijn
mededader(s) door met voormeld oogmerk de stal binnen te gaan en/of de crossmotor en/of Quad buiten de stal achter te laten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , althans een ander of anderen op of omstreeks 26 maart 2018 te Staphorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een crossmotor en of een Quad (Kawasaki KFX400), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte(n) en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte(n) en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 26 maart 2018 te Staphorst, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven andere personen in zijn auto te vervoeren naarde (omgeving van de) plaats delict, en/of (vervolgens) bij / in de omgeving van de plaats delict op de uitkijk te staan en/of e wachten en/of rond te rijden, en/of (vervolgens) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekende gebleven personen te helpen door achter zijn auto voormelde crossmotor (weg) te slepen, en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven andere personen te helpen bij het ontvluchten van de plaats delict door hen mee te vervoeren in zijn auto;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, UITERST SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , althans een ander of anderen op of omstreeks 26 maart 2018 te Staphorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte(n) en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een crossmotor en/of een Quad (Kawasaki KFX400), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, dat verdachte en/of zijn mededader(s) door met voormeld oogmerk de stal binnen te gaan en/of de crossmotor en/of Quad buiten de stal achter te laten, terwijl
de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 26 maart 2018 te
Staphorst, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven andere personen
in zijn auto te vervoeren naar de (omgeving van de) plaats delict, en/of
(vervolgens) bij / in de omgeving van de plaats delict op de uitkijk te staan en/of
te wachten en/of rond te rijden, en/of
(vervolgens) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ent of een of meer onbekende gebleven personen te helpen door achter zijn auto voormelde crossmotor (weg) te slepen, en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/ofeen of meer onbekend gebleven andere personen
te helpen bij het ontvluchten van de plaats delict door hen mee te vervoeren in zijn auto;
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19:
hij in of omstreeks de periode van 24 december 2018 tot en met 27 december 2018 te Enschede, althans in Nederland, een motorfiets (merk Suzuki Rf600r, voorzien van het kenteken [kenteken 5] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 december 2018 tot en met 30 december 2019 te Enschede en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, een goed, te weten een motorfiets (merk Suzuki Rf600r, voorzien van het kenteken [kenteken 5] ), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Ten aanzien van parketnummer 08-237029-18:
hij op of omstreeks 21 oktober 2018 te Enschede een telefoon (inhoudende passen en/of geld), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van feit 1 en feit 2 dient te worden vrijgesproken omdat er geen sprake is van overtuigend bewijs. De beelden waarop verdachte door diverse verbalisanten is herkend zijn immers onvoldoende duidelijk. Volgens de raadsman kunnen de feiten 3 tot en met feit 6 wettig en overtuigend worden bewezen.
Het oordeel van de rechtbank
feit 1
Op 30 november 2018 heeft aangever [aangever 1] zijn scooter (met kenteken [kenteken 1] ) bij [school] in Almelo geparkeerd en ’s middags zag hij dat het slot kapot was. Er zijn camerabeelden van [school] bekeken en de verbalisant ziet een man (die een beige/bruine winterjas draagt met een capuchon met bontkraag) die een slotentrekker bij zich heeft, hiermee in het stuur van de scooter prikt en vervolgens aantal keren hard draait. Ook wordt een tweede kleinere man gezien. De mannen lopen samen in de stalling en lopen ook samen de stalling weer uit. In de processen-verbaal van herkenning relateren verbalisanten dat zij de eerste man als verdachte op de beelden (ambtshalve) herkennen. De herkenningen zijn gemotiveerd (door het noemen van specifieke persoonskenmerken). Derhalve acht de rechtbank de gebruikte beelden en de herkenningen voldoende duidelijk en betrouwbaar. De rechtbank heeft daarmee geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de herkenning door verbalisanten.
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte en zijn mededader gepleegde handelingen (het manipuleren met een slotentrekker) naar hun uiterlijke verschijningsvorm een poging diefstal opleveren.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met een ander een scooter heeft proberen te stelen en dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
feit 2
Op 14 december 2018 is de scooter (met kenteken [kenteken 2] ) van [aangever 2] in Almelo gestolen. De scooter stond in de achtertuin geparkeerd en op de zich in het dossier bevindende camerabeelden is te zien dat een man over de schutting klimt, een geparkeerd staande scooter van de standaard haalt en met de scooter aan zijn hand uit beeld loopt. De man draagt een parka met capuchon met bontkraag. Door de politie Almelo wordt de herkenning gevraagd van de op de afbeelding getoonde persoon en deze persoon wordt door diverse verbalisanten als verdachte herkend. In de processen-verbaal van herkenningen relateren verbalisanten dat zij verdachte op de beelden (ambtshalve) herkennen. De herkenningen zijn gemotiveerd (door het noemen van specifieke persoonskenmerken). Derhalve acht de rechtbank de gebruikte beelden en de herkenningen voldoende duidelijk en betrouwbaar. De rechtbank heeft daarmee geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de herkenning door verbalisanten.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
feit 3 tot en met 6
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten 3 tot en met 6 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
feit 3
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] van 18 januari 2019;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2019 (pag. 40);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
feit 4
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 27 februari 2019 (pag. 45 en 46);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
feit 5
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 5 maart 2019 (pag. 76 en 77);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
feit 6
  • het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 1] van 4 maart 2019 (pag. 86 en 87);
  • het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2019 (pag. 88 en 89);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van de feiten 1 en feit 2 dient te worden vrijgesproken omdat de rol van verdachte hoogstens als die van medeplichtige kan worden beschouwd, gelet op de omstandigheid dat hij pakketjes liet ophalen in ruil voor drugs, maar deze deelnemingsvorm niet ten laste is gelegd. Daarnaast zijn de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] niet overtuigend. Feiten 3 tot en met feit 5 kunnen volgens de raadsman wettig en overtuigend worden bewezen.
feit 1
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de verklaringen van [getuige 3] en [getuige 2] valt af te leiden dat verdachte zich bezig zou houden met identiteitsfraude, waarbij hij gebruik zou maken van persoonsgegevens van leden die stonden ingeschreven bij de voormalige [sportschool] in Vriezeveen van verdachte en zijn ex-partner [getuige 2] .
Ten aanzien van het overgrote deel van de benadeelde personen omvat het dossier onvoldoende feiten en omstandigheden waaruit de rechtbank kan afleiden dat het daadwerkelijk verdachte was die de persoonsgegevens van deze personen heeft misbruikt om goederen aan te schaffen.
Dit ligt enkel anders ten aanzien van de benadeelde [naam 5] die op 2 mei 2018 aangifte heeft gedaan van identiteitsfraude. In combinatie met de verklaringen van [getuige 3] en [getuige 2] acht de rechtbank betrokkenheid van verdachte hier wel bewezen, nu medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij deze (de bougiekabels) heeft besteld voor [verdachte] (verdachte) die zo’n auto had. [verdachte] had hem de naam via Whatsapp gestuurd. Als medeverdachte die naam zou gebruiken, zou het wel goed komen.
Gelet op het voorgaande en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte fraude met de identiteit van [naam 5] heeft gepleegd. Van het anders of meer ten laste gelegde onder feit 1 wordt verdachte vrijgesproken.
feit 2
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte als feit 2 ten laste is gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Er zijn geen feiten of omstandigheden vast komen te staan waaruit de rechtbank kan afleiden wat het gevolg van de gedragingen van verdachte op de in de tenlastelegging genoemde bedrijven is geweest. In het bijzonder is daarvoor van belang dat zich in het dossier geen aangiftes van de in de tenlastelegging genoemde bedrijven bevinden en overige bewijsmiddelen ontbreken.
feit 3, 4 en 5
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten 3 tot en met 5 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [2]
feit 3:
  • het proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2018 (pag. 180);
  • het proces-verbaal onderzoek wapen van 3 december 2018 (pag. 196 en 197);
  • het proces-verbaal onderzoek wapen van 3 december 2018 (pag. 204 en 205);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
feit 4:
  • het proces-verbaal onderzoek wapen van 4 december 2018 (pag. 210);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
feit 5:
  • het proces-verbaal van aangifte namens [stichting] van 29 maart 2018 (pag. 133);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
4.3
Ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van de feiten 1 en feit 2 dient te worden vrijgesproken omdat er geen sprake is van overtuigend bewijs.
Het oordeel van de rechtbank
feit 1
Uit de aangifte volgt dat in de periode van 18 december 2017 tot en met 15 januari 2018 een groot aantal goederen uit de kringloopwinkel van [aangever 3] te Vriezenveen is weggenomen. Toen aangever [aangever 3] op 13 januari 2018 bij zijn winkel was, zag hij meerder personen met goederen slepen. Eén van de personen gaf desgevraagd aan [verdachte] (verdachte) te zijn. Er bleken meerdere goederen te zijn weggenomen. Verdachte ontkent dat van een diefstal sprake is. Bij de politie verklaart hij dat hij in het pand onderdak had gevonden via [getuige 4] (antikraak) en dat [getuige 4] tegen hem had gezegd dat hij de kringloopwinkel leeg wilde hebben omdat hij het pand weer wil verhuren. Verdachte verklaart dat hij [getuige 4] heeft aangeboden alles op te ruimen en schoon te maken, zodat hij het pand weer zou kunnen verhuren. Verdachte heeft ter terechtzitting van 6 september 2019 in gelijke zin verklaard. Getuige [getuige 4] is door de politie geconfronteerd met de verklaring van verdachte en noemt deze grote onzin. Hij verklaart dat hij verdachte onderdak heeft geboden en hem heeft verteld dat hij niet in de kringloopwinkel mocht komen en nergens aan mocht zitten. Getuige ontkent nadrukkelijk aan verdachte te hebben gevraagd om op te ruimen.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de aangifte, die wordt ondersteund door de getuigenverklaring van de verhuurder van het pand. De verklaring van verdachte daarentegen vindt geen enkele steun in het dossier. De rechtbank acht het feit, de diefstal van de tenlastegelegde goederen uit de kringloopwinkel, daarmee wettig en overtuigend bewezen.
feit 2
Aangever [aangever 3] verklaart dat verdachte tegen hem heeft geroepen: “Domme russenkop, ik maak jou af. Jij woont in Ommen toch? jij hoeft niet lang te wachten." De aangifte wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 5] , die verklaart te hebben gehoord dat verdachte aangever bedreigde. Hoewel verdachte ontkent aangever te hebben bedreigd en stelt enkel te hebben gescholden, acht de rechtbank de tenlastegelegde bedreiging gelet op de aangifte en de getuigenverklaring wettig en overtuigend bewezen. Dat de getuige niet exact gelijk aan aangever verklaart voor wat betreft de geuite bedreigingen doet daar niet aan af nu getuige net als aangever verklaart te hebben gehoord dat verdachte dreigde aangever af te maken.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte [aangever 3] met een misdrijf tegen het leven heeft bedreigd.
4.4
Ten aanzien van parketnummer 08-147304-18:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde, het medeplegen van de diefstal, wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld het meer subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan de diefstal wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het oordeel van de rechtbank
Op maandag 26 maart 2018 tussen 01.15 uur en 04.15 uur, werden uit een stal behorende bij een woning gelegen aan [adres 4] te Staphorst, een quad (Kawasaki KFX400) en een crossmotor weggenomen. Verbalisanten krijgen rond 3.42 uur een melding van mogelijke heterdaad diefstal van bromfiets. Melder zou wakker zijn geworden van lawaai, naar buiten hebben gekeken en hebben gezien dat men bezig was met het starten van een bromfiets. Deze werd meegenomen met een bruine Volkswagen Touran voorzien van kenteken [kenteken 6] . Dit voertuig blijkt op naam te staan van verdachte. De politie gaat ter plaatse en signaleert het voertuig in de omgeving. In de auto worden 3 mannen aangetroffen: verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Verdachte was degene die het voertuig bestuurde. De quad is elders aangetroffen.
Verdachte heeft over zijn betrokkenheid verklaard dat hij wist van het plan van zijn medeverdachten om de diefstal te plegen. Hij wilde hieraan we meedoen en heeft hen met zijn auto naar Staphorst gebracht. Hij is ter plaatse niet mee naar binnen geweest. Naderhand is de quad in de bosjes verstopt. Verdachte verklaart dat ze de quad wilden ophalen en verkopen. De vraag die beantwoord dient te worden is de vraag of verdachte hiermee schuldig is aan medeplegen van diefstal dan wel medeplichtigheid aan diefstal.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt. Verdachte heeft een wezenlijke rol gespeeld bij de diefstal, welke rol de rechtbank kwalificeert als rol van medepleger. Verdachte was op de hoogte van de plannen van medeverdachten om de diefstal te plegen, wilde meedoen, is met zijn auto die door hem werd bestuurd, samen met de medeverdachten naar de plaats delict gereden, is na de diefstal met de buit met zijn auto met daarin medeverdachten als passagier weer vertrokken en verklaart bovendien over de buit dat deze is achtergelaten en dat het plan was deze naderhand op te halen en te verkopen. Dit is een wezenlijke en substantiële bijdrage en dat verdachte op de plaats delict in de auto is achtergebleven doet daaraan niet af. Ondersteunen hiervoor zijn de zich in het dossier bevindende Whatsappberichten die zijn aangetroffen op de telefoon (Samsung Galaxy A5) die in de auto van verdachte is aangetroffen. Het google- en facebookaccount op deze telefoon staat op naam van verdachte. Uit de Whatsappberichten blijkt dat er op 26 maart 2018 van 04.21 uur tot 04.37 uur berichten naar “ [naam 19] ” zijn verzonden, waarin staat dat hij wakker moest worden en of hij een KFX400 quad en een crossmotor wil hebben. Daarnaast is op 26 maart 2018 een Whatsappgroep aangemaakt, waarin om 02.52 uur vanaf de aangetroffen telefoon is verstuurd: "Ik moest verplaatsen". Uit het eerste bericht leidt de rechtbank af dat verdachte de crossmotor en quad aan [naam 19] aanbiedt. Uit het tweede bericht leidt de rechtbank af dat verdachte de medeverdachten tijdens het plegen van het feit op de hoogte houdt van zijn locatie. De verklaring van verdachte dat deze handelingen door de medeverdachten (grote en kleine [naam 20] ) werden verricht en de berichten door (1 van) hen werden verstuurd en zij aldus hebben beschikt over de telefoon van verdachte, acht de rechtbank niet aannemelijk nu het dossier geen aanknopingspunten bevat die deze lezing van verdachte onderschrijven.
Gelet op het voorgaande, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan het plegen van de diefstal en dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten, waardoor wettig en overtuigend is bewezen dat het primair ten laste gelegde heeft begaan.
4.5
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [3]
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 17 december 2018 (pag. 4 en 5);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
4.6
Ten aanzien van parketnummer 08-237029-18:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken omdat het oogmerk op de wederrechtelijke toe-eigening ontbrak op het moment van het wegnemen van de telefoon.
Het oordeel van de rechtbank
Op 21 oktober 2018 heeft verdachte de telefoon (met bankpassen en geld) van [aangever 6] meegenomen uit de woning van [aangever 6] in Enschede. Verdachte verklaart hierover dat hij deze goederen per ongeluk heeft meegenomen, dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het zijn eigen telefoon was, dat hij er later achter kwam dat het niet zijn telefoon was, dat hij toen het geld heeft opgemaakt en de telefoon heeft weggegooid. De rechtbank kan op basis van het dossier niet uitsluiten dat verdachte op het moment dat hij de telefoon en de bankpassen (die zich in de telefoonhoes bevonden) uit de woning van aangever meenam, inderdaad in de veronderstelling verkeerde dat het zijn eigen telefoon betrof. Daarmee kan niet bewezen worden dat verdachte op het moment van meenemen van de telefoon met bankpassen, het oogmerk had van wederrechtelijke toeëigening. Verdachte dient daarom van de ten laste gelegde diefstal te worden vrijgesproken. Hoewel verdachte zich de goederen op het moment dat hij erachter kwam dat deze niet van hem maar van aangever waren, wel degelijk wederrechtelijk heeft toegeëigend, waarmee sprake is van een verduistering, kan geen veroordeling volgen omdat verduistering niet ten laste is gelegd. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1, primair
hij op 30 november 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een scooter (met kenteken [kenteken 1] ), toebehorende aan [aangever 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen goed onder hun bereik te brengen door middel van verbreking, zich met een slotentrekker, naar de scooter heeft begeven en vervolgens met voornoemde slotentrekker, in het slot en/of stuur van de scooter heeft geprikt en vervolgens hard aan voornoemde slotentrekker heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2
hij op 14 december 2018 te Almelo een scooter (met kenteken [kenteken 2] ), toebehorende aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen scooter onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
feit 3
hij op 26 februari 2019 te Den Ham, gemeente Twenterand, een scooter (met oorspronkelijk kenteken [kenteken 3] ) en een kentekenplaat ( [kenteken 4] ) heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het een door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 4
hij op 27 februari 2019 te Vriezenveen, gemeente Twenterand, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem meermalen te stompen tegen het gezicht;
feit 5
hij op 2 maart 2019 te Almelo, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem meermalen te slaan tegen het het gezicht;
feit 6
hij op 4 maart 2019 te Enschede goederen, te weten:
- een verpakking met varkenshaas en
- een verpakking met een arretjescake en
- een verpakking met kipfilet schnitzel(s) (krokant) en
- Zaanlander 35+ kaas en
- twee repen Milka (Caramelo) en
- een flesje proteïneshake,
toebehorende aan [supermarkt 1] gelegen aan het [adres 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
feit 1
hij in de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 te Vriezenveen en Almelo, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten:
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 5]
heeft gebruikt door
- op een webshop een bestelling te plaatsen, en
- bij deze bestelling de naam en de adresgegevens van bovengenoemde benadeelde te gebruiken, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan immers zijn de factuur van de bestelling en aanmaningen ten name van en naar het adres van bovengenoemde benadeelde verzonden;
feit 3
hij op 25 oktober 2018 te Vriezenveen, wapens van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een gaspistool van het merk Röhm, model Vektor V2000, kaliber .9mm P.A.K en
- een gaspistool van het merk Röhm, model RG3, kaliber 6mm Flobert-Plazt,
zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver of pistool voorhanden heeft gehad;
feit 4
hij op 22 oktober 2018 te Vriezenveen, een wapen van categorie I, onder 7°, van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een vuurwapen dat leek op een Glock, model 22, voorhanden heeft gehad;
feit 5
hij op 22 oktober 2018 te Vriezenveen, twee speakers/geluidsboxen heeft verworven, terwijl hij ten tijde van de verwerving van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
feit 1
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 18 december 2017 tot en met
15 januari 2018 te Vriezenveen, een groot aantal goederen uit een kringloopwinkel (gelegen aan [adres 3] ) (o.a. bedden, stoelen, tafels, of lampen en keukenspullen), dat toebehoorde aan [aangever 3] , heeft weggenomen telkens met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 2
hij op 15 januari 2018 te Vriezenveen, [aangever 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [aangever 3] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak jou af";
ten aanzien van parketnummer 08-147304-18, primair:
hij op 26 maart 2018 te Staphorst, tezamen en in vereniging met anderen, een crossmotor en een Quad (Kawasaki KFX400J, die toebehoorden aan [aangever 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming;
ten aanzien van parketnummer 08-000250-19, primair:
hij in de periode van 24 december 2018 tot en met 27 december 2018 te Enschede, een motorfiets (merk Suzuki Rf600r, voorzien van het kenteken [kenteken 5] ), die toebehoorde aan [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 231b, 285, 300, 310, 45 jo. 311, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 55 van de Wet wapens en munitie (WWM). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1, primair
het misdrijf:
poging diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2
het misdrijf:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
feit 3
het misdrijf:
opzetheling;
feiten 4 en 5
telkens het misdrijf:
mishandeling;
feit 6
het misdrijf:
diefstal;
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
feit 3
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, WWM, terwijl het
feit is begaan met betrekking tot vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid, sub a, WWM, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, WWM, strafbaar gesteld bij artikel 55 WWM;
feit 5
het misdrijf:
opzetheling;
Ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
feit 1
het misdrijf:
diefstal;
feit 2
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Ten aanzien van parketnummer 08-147304-18, primair:
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19, primair:
het misdrijf:
diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van 374 dagen wordt opgelegd, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest, zodat de onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Hierbij dient een proeftijd van drie jaren te gelden en de bijzondere voorwaarden zoals die in het reclasseringsrapport staan vermeld.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich bij de strafeis van de officier van justitie aangesloten, met dien verstande dat hij verzoekt zekerheidshalve een klinische opname voor de duur van twee maanden als bijzondere voorwaarde op te leggen, omdat niet zeker is of direct een plek beschikbaar is voor verdachte bij het begeleid wonentraject van T.R.A.I..
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt een groot aantal vermogensdelicten, waaronder identiteitsfraude, (gekwalificeerde) diefstallen, een poging daartoe en opzetheling. Hij heeft bij het plegen van deze feiten kennelijk geen rekening gehouden met de schade, hinder en ergernis die dit bij anderen toebrengt. Verdachte heeft uitsluitend vanuit eigenbelang en winstbejag gehandeld om zijn drugsverslaving te kunnen bekostigen. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Daarnaast heeft verdachte een imitatiewapen en twee gaspistolen voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van (imitatie) vuurwapens brengt een groot veiligheidsrisico met zich mee. Voorts heeft verdachte een doodsbedreiging geuit en mensen mishandeld, waardoor hij inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van deze mensen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 5 augustus 2019.
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierin komt ten aanzien van diefstal verschillende uitgangspunten naar voren, zoals bij een inbraak bij een bedrijfspand (school) een taakstraf van 120 uur en bij een inbraak in een woning een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Als strafverzwarende omstandigheid geldt bijvoorbeeld een samenwerkingsverband. Gelet op de hoeveelheid feiten die verdachte heeft begaan, acht de rechtbank een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel passend.
Voorts heeft de rechtbank gelet op de omstandigheid dat de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 23 oktober 2019 is geschorst zodat verdachte behandeling voor zijn verslavingsproblematiek kon ondergaan bij de Piet Roordakliniek. Uit het reclasseringsadvies van 15 mei 2020 blijkt dat verdachte bekend stond als zeer actieve veelpleger en dat alle leefgebieden problematisch waren, hetgeen nu tijdens de behandeling bij de Piet Roordakliniek niet meer aan de orde is. Risico’s blijven aanwezig, waarvan een terugval in middelengebruik als het grootste risico wordt beschouwd. De reclassering benadrukt het belang van continuering van het ingezette (behandel)traject en het belang van gefaseerde resocialisatie. De volgende stap is de stap naar een begeleide woonvoorziening, van waaruit verdachte op zoek kan gaan naar een eigen woning, een geschikte dagbesteding en zijn financiën op orde kan brengen. Verdachte heeft ter zitting aangegeven hiervoor gemotiveerd te zijn. De reclassering schat het recidiverisico in als gemiddeld. Verdachte kan op korte termijn doorstromen naar begeleid wonen voorziening T.RA.I., zo stelt de reclassering. Verdachte heeft dit ter terechtzitting bevestigd en te kennen gegeven dat een plek in deze voorziening binnen enkele weken voorhanden is.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat de straf, zoals geëist door de officier van justitie, passend en geboden is. De rechtbank acht van groot belang, zowel voor de maatschappij als voor verdachte zelf, dat het ingezette (behandel)traject wordt voortgezet zodat kans op recidive zoveel mogelijk wordt beperkt. Gelet op de onzekerheid over de termijn waarbinnen een plek beschikbaar zal zijn bij T.R.A.I., zal de rechtbank aan het voorwaardelijk strafdeel als bijzondere voorwaarde (onder meer) een klinische opname voor de duur van twee maanden verbinden, zodat tot het beschikbaar komen van een plek bij T.R.A.I., het verblijf van verdachte bij de Piet Roorda kliniek (thans open fase) gewaarborgd is.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard in te stemmen met de bijzondere voorwaarden zoals opgetekend in het reclasseringsrapport (waarbij ten opzichte van de huidige schorsingsvoorwaarden zijn toegevoegd een alcohol- en drugsverbod en begeleid wonen of maatschappelijke opvang).

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19:
[aangever 5], heeft ter terechtzitting gevorderd verdachte te veroordelen om een materiële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 700 à € 800,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1
Namens
[aangever 1]wordt gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 150,00 aan materiële kosten (nieuwe scootersloten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
feit 3
Namens
[aangever 7], wordt gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit een bedrag van € 1.150,00 omdat de scooter total loss was. Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 350,00 gevorderd voor benzine kosten omdat zijn moeder hem naar stage moest brengen.
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
[bedrijf 18] / [bedrijf 9]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 289,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
[naam 17]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 145,64, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit reiskosten € 36,68 en het opnemen van verlofuren € 108,96.
[naam 8], vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 480,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit gederfde inkomsten uit loon (16 uur keer € 30,00).
[naam 12], vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 252,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde schade bestaat uit € 102,15 aan materiële schade en € 150,00 aan immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard omdat verdachte sinds 7 september 2018 onder beschermingsbewind staat en de bewindvoerder opgeroepen noch verschenen is. De officier van justitie heeft hierbij verwezen naar het arrest van het Gerechtshof Amsterdam, van 5 augustus 2019, ECLI: NL:GHAMS:2019:2873, waaruit volgt dat de verdachte niet bevoegd is zelfstandig te procederen met betrekking tot de tegen hem ingestelde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen indien een beschermingsbewind is ingesteld.
8.3
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1
Gelet op de bepleite vrijspraak heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij
[aangever 1]niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard. De raadsman merkt op dat de vordering goed onderbouwd en redelijk is voor het geval de rechtbank niet tot een vrijspraak komt.
feit 3
De benadeelde partij
[aangever 7]dient in zijn vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard omdat er geen sprake is van materiële schade en het causaal verband tussen de heling en de schade ontbreekt.
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
Gelet op de bepleite vrijspraak heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19:
De benadeelde partij
[aangever 5]dient niet-ontvankelijk te worden verklaard omdat de schade niet is onderbouwd en niet vast te stellen is hoeveel schade de benadeelde heeft geleden.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
ontvankelijkheid en het beschermingsbewind
Allereerst dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard gelet op het feit dat verdachte op 7 september 2018 onder beschermingsbewind (artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek, hierna BW) is gesteld. De rechtbank is van oordeel dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, in lijn met hetgeen door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het arrest van 25 september 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7822. Ingevolge artikel 1:441, eerste lid, BW, vertegenwoordigt de bewindvoerder de rechthebbende in en buiten rechte . Echter op grond van artikel 51f, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) geldt deze regeling niet ten aanzien van de verdachte in een strafprocedure. Daarom bestaat er geen verplichting om de bewindvoerder op te roepen voor de terechtzitting.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het over verdachte ingestelde beschermingsbewind en de omstandigheid dat de bewindvoerder niet ter terechtzitting is verschenen , geen beletsel vormt voor de ontvankelijkheid van de benadeelde partijen, waarmee de rechtbank toe komt aan een beoordeling van deze vorderingen.
de vorderingen van benadeelde partijen
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij
[aangever 1]. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde bedrag van € 150,00 toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
Tevens zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht
feit 3
Verdachte is voor opzetheling en niet voor diefstal van dit feit veroordeeld. Onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade rechtstreeks door het onder 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij
[aangever 7]kan daarom thans in zijn vordering niet worden ontvangen en kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
De vorderingen van
[bedrijf 18] / [bedrijf 9] , [naam 17] , [naam 8] en [naam 12]hebben betrekking op het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde. Nu verdachte van het gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op deze benadeelden wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partijen op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19:
De onder de door
[aangever 5]opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 Sr en artikel 56 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde van parketnummer 08-952755-18 en het onder 08-37029-18 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder parketnummer 08-760028-19 feit 1, primair, tot en met feit 6, parketnummer 08-952755-18 feit 1 en feit 3 tot en met 5, parketnummer 08-069388-18 feit 1 en 2, parketnummer 08-147304-18, primair en parketnummer 08-000250-19, primair heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
feit 1, primair
het misdrijf:
poging diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2
het misdrijf:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
feit 3
het misdrijf:
opzetheling;
feiten 4 en 5
telkens het misdrijf:
mishandeling;
feit 6
het misdrijf:
diefstal;
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
feit 3
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie terwijl het
feit is begaan met betrekking tot vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid, sub a, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 Wet wapens en munitie;
feit 5
het misdrijf:
opzetheling;
Ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
feit 1
het misdrijf:
diefstal;
feit 2
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Ten aanzien van parketnummer 08-147304-18, primair:
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
Ten aanzien van parketnummer 08-000250-19, primair en 08-237029-18:
telkens het misdrijf:
diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08-760028-19 feit 1, primair, tot en met feit 6, parketnummer 08-952755-18 feit 1 en feit 3 tot en met 5, parketnummer 08-069388-18 feit 1 en 2, parketnummer 08-147304-18, primair en parketnummer 08-000250-19, primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
374 dagen (driehonderdenvierenzeventig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
180 (honderden tachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich binnen vijf werkdagen volgend op de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland te Zutphen, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht gedurende de proeftijd;
- de reeds begonnen klinische behandeling bij de Piet Roorda Verslavingskliniek voortzet voor de maximale duur van twee maanden of zo veel korter als mogelijk, te weten tot het moment dat veroordeelde terecht kan bij T.R.A.I. of bij een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- verblijft bij T.R.A.I of een soortgelijke instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht gedurende de proeftijd. Het verblijf start na zijn verblijf bij de Piet Roorda Kliniek. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- geen alcohol en drugs gebruikt en meewerkt aan een controle door middel van een urinecontrole of een blaastest. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd gedurende de proeftijd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoedingen

parketnummer 08-760028-19
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 1](feit 1): van een bedrag van € 150,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2018);
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,00te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2018 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[aangever 7](feit 3) niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
parketnummer 08-952755-18:
- bepaalt dat de benadeelde partijen:
[naam 17] , [naam 8] en [naam 12](feit 1) en
[bedrijf 18] / [bedrijf 9] ,(feit 2): in het geheel niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen, en dat de benadeelde partijen de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;

parketnummer 08-000250-19:

- bepaalt dat de benadeelde partij:
[aangever 5]: in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. drs. H. Vegter en
mr. B.C Maresch- Evers , rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2020.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 08-760028-19:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2019101416. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1, primair:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 5 maart 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven (pag. 4);
Op 30 november 2018 werd in Almelo mijn scooter met het kenteken [kenteken 1] vernield. Toen ik mijn scootersleutel in het contact stak, bemerkte ik dat dit niet wilde. Toen ik beter naar het slot keek zag ik dat het slot kapot was. Ik heb mijn scooter ‘s morgens zonder schade in de stalling geparkeerd.
- het proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven (pag. 10):
Op dinsdag 18 december 2018 heb ik, verbalisant, beelden bekeken afkomstig van [school] , gevestigd [adres 5] te Almelo.
De camerabeelden zijn op 30 november 2018 opgenomen.
- 09.55.21 uur; een manspersoon komt vanaf het trottoir de stalling binnenlopen. De man loopt rechtstreeks naar een geparkeerde, donkere scooter; dit betreft de derde scooter gezien vanaf de poort. De man draagt een beige/bruine winterjas waaraan een vaste capuchon zit. Aan de capuchon zit bont. De man draagt een blauwe spijkerbroek en zwarte, lage, sportschoenen. Op de zijkanten van deze sportschoenen staat de letter 'N'
- 09.55.36 uur; de man gaat op de scooter zitten en haalt een langwerpig voorwerp onder zijn jas vandaan. Hij heeft dit langwerpige voorwerp aan de voorzijde van zijn jas. De man steekt/prikt het langwerpige voorwerp in het stuur van de scooter, draait enkele keren en trekt vervolgens enkele keren hard aan het langwerpige voorwerp
- 09.56.22 uur; de man stapt van de scooter af, stopt het langwerpige voorwerp onder zijn jas, aan de voorzijde. Op dit moment is te zien dat het langwerpige voorwerp een 'slotentrekker' betreft. De man loopt vervolgens, via de geopende poort, de stalling uit en loopt weg
- 10.26.53 uur; de hierboven genoemde man staat in hoek van de stalling
- 10.27.00; de man loopt samen met een andere man in de stalling. De tweede, kleinere, man draagt een blauwe spijkerbroek, zwarte leren jas en grijze sportschoenen
- 10.27.31; de man in de beige/bruine jas loopt naar de eerdergenoemde, geparkeerde scooter en gaat hierop zitten. De man houdt de slotentrekker in zijn rechterhand. De man loopt vervolgens uit beeld
- 10.27.50; de man in de beige/bruine jas loopt heen en weer in de scooterstalling, met de slotentrekker in zijn rechterhand. Op een gegeven moment stopt hij de slotentrekker onder zijn jas, aan de achterzijde
- 10.28.10; beide mannen lopen de stalling uit en lopen vervolgens weg.
- het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van
7 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 15):
Ik verbalisant [verbalisant 1] herken de persoon gekleed in de donkere jas met bontkraag als
verdachte [verdachte] . Ik herken de verdachte aan zijn houding, zijn loopje en zijn gezicht. Ik herken de verdachte omdat ik [verdachte] meerdere malen heb gehoord als verdachte in een oplichting zaak. Ik herkende de persoon onmiddellijk toen ik de videobeelden zag.
- het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 6 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 16):
Ik, verbalisant, ken de [verdachte] ambtshalve. Ik herkende verdachte aan zijn gelaat, postuur en aan zijn jas. Ik herkende de verdachte omdat ik op 24 november 2018 een foto van verdachte heb ontvangen op de groepsapp van de politie waarop verdachte was aangetroffen en gecontroleerd in Almelo. Hij droeg op dat moment dezelfde jas als bij de poging tot diefstal van de scooter.
Feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 24 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven (pag. 26);
Ik doe aangifte van diefstal van mijn scooter, een zwarte Motormania voorzien van
het kenteken [kenteken 2] . Dit heeft op 14 december 2018 in Almelo plaatsgevonden.
Wij hebben camerabeelden van onze drie beveiligingscamera's nagekeken. Deze camera's zijn op onze achtertuin gericht. Wij zagen op de beelden dat om ongeveer 05.30 uur een man over de poort klom en dat hij een voorwerp uit zijn zak haalde en hiermee het slot van de scooter openbrak. Vervolgens zag ik dat hij de poortdeur opende en met de scooter de tuin verliet.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven (pag. 29):
Ik, verbalisant, heb beelden bekeken in deze zaak, welke ter beschikking waren gesteld. Op de beelden heb ik het volgende gezien, de tijd op beeld een uur vroeger is dan de daadwerkelijke tijd en de beelden.
Ik zie dat een manspersoon, voorts te noemen verdachte, het beeld binnen komt lopen met een capuchon over zijn hoofd. Ik zie op beeld dat de verdachte een parka draagt met een capuchon met bontkraag. Deze capuchon met bontkraag hangt op zijn rug. Ik zie tevens dat de verdachte handschoenen draagt en een openstaande rugtas op zijn rug meedraagt. Ik zie ook dat de verdachte sportschoenen draagt van het merk New Balance. Verdachte klimt over een schutting. Verdachte pakt een geparkeerd staande scooter, haalt deze van de standaard en loopt het beeld uit met de scooter aan zijn hand.
- Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 6 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 32):
Door de politie Almelo werd de herkenning gevraagd van de op de afbeelding getoonde persoon. De persoon op de videobeelden herken ik als [verdachte] . Ik, verbalisant, ken de bovengenoemde persoon ambtshalve.
Ik herken de persoon op de afbeelding; KNIPSEL 3, die bij het verzoek werd gevoegd, als zijnde [verdachte] . Ik heb regelmatig contact met hem gehad tijdens de dienst. Ik herken hem op deze foto vooral aan zijn neus en de vorm van zijn gezicht. Ik weet dat [verdachte] een lange man is. Ik schat dat hij rond de 1.90m a 2 meter lang is. Op de bewegende videobeelden is een lange man te zien. Ik schat hem zo rond de 1.90 a 2 meter.
- Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 6 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 34):
Door de politie Almelo werd de herkenning gevraagd van de op de afbeelding getoonde persoon. De persoon op de videobeelden herken ik als [verdachte] . Ik, verbalisant, ken de bovengenoemde persoon ambtshalve.
Ik heb de afgelopen tijd meerdere malen contact gehad met [verdachte] in verband met een onderzoek die ik tegen hem draaide. Ik herken [verdachte] aan zijn gezicht en zijn houding. Tevens droeg [verdachte] bij eerdere strafbare feiten dezelfde jas. Ik herkende de persoon onmiddellijk toen ik de videobeelden zag.
Ten aanzien van parketnummer 08-952755-18:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018567863. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
:
- Het proces-verbaal van aangifte door [naam 5] van 2 mei 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 45 en 46):
Ik doe aangifte van identiteitsfraude dat tussen 13 april 2018 en 1 mei 2018 in Vriezenveen heeft plaatsgevonden. Op 13 april 2018 kreeg ik een aanmaning thuis gestuurd van het incassobureau [bedrijf 15] . Hierin stond vermeld dat ik op mijn naam en adres gegevens een bougiekabelset ter waarde van 80,54 euro zou hebben besteld. Ik zou dit besteld hebben bij het bedrijf [bedrijf 4] .
Ik heb contact opgenomen met [bedrijf 4] om te vragen wat en wanneer er iets besteld zou zijn en waar dit dan afgeleverd zou worden. In eerste instantie zou het op mijn
eigen adres afgeleverd worden. Later kreeg te horen dat het adres veranderd was in
een adres van de [supermarkt 2] te Vriezenveen gevestigd aan [adres 6] te
Vriezenveen.
Ik heb zelf nooit iets besteld bij dit bedrijf. Ik ben hier dan ook niet van op de
hoogte. Ik hoorde tevens dat de bougieset voor een Volkswagen Touran moet zijn. Ik
heb ook geen Volkswagen Touran.
Ook heb ik gevraagd op welk email adres dit besteld is. Ik kreeg te horen dat dit
gedaan is op het volgende mailadres: [mailadres 1] . Dit is niet mijn
mailadres. Ik ken dit adres niet. Ook hier zijn weer mijn gegevens gebruikt. Ik heb
nooit geen factuur gezien totdat ik via incassobureau [bedrijf 15] die aanmaning
kreeg. Nadat mijn vader er meerdere achteraan is gegaan kreeg ik in een keer een
brief van [bedrijf 19] . Dit is ook een incassobureau. Ook zij willen van mij dit bedrag
terug hebben. Het bedrag is inmiddels opgelopen tot 129,44 euro.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 13 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 159):
Alhier werd ik telefonisch benaderd door [getuige 2] . [getuige 2]
betreft de ex-vrouw van [verdachte] .
Ik hoorde [getuige 2] het volgende verklaren;
"Ik weet dat verschillende mensen in Vriezenveen gedupeerd zijn doordat er pakketjes op naam van deze mensen besteld worden. Deze mensen hebben zelf niets besteld maar krijgen toch de factuur. De mensen die ik gesproken heb zijn allemaal oud leden van [sportschool] , de sportschool waar wij, [verdachte] en ik, eigenaar van waren.
Enkele weken geleden zag ik de computer uit de sportschool bij [verdachte] in de woning
staan. Het boekhoudprogramma dat wij destijds gebruikten stond op deze computer, waarin al onze oud klantgegevens staan vermeld. Hiermee bedoel ik de persoonsgegevens en de adresgegevens met de hierbij de behorende IBAN rekeningnummers.”
- Het proces-verbaal van aangifte door [getuige 3] van 17 augustus 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 220):
[verdachte] heeft ook een lijst van de mensen die lid waren van zijn sportschool. Hij
gebruikt de gegevens van die lijst om spullen te bestellen via internet. Op naam en
adres van die mensen bestelde hij een product en liet deze vervolgens door iemand
ophalen.
- Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3] van 23 oktober 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 264, 273 en 275):
V: Op woensdag 2 mei is er aangifte gedaan van oplichting c.q. identiteitsfraude door [naam 5] . Op zijn naam is er een bougie kabel set bij Winpart besteld voor een VW Touran. Wat kun je hierover verklaren?
A: [verdachte] , had zon auto. Die heb ik besteld. [verdachte] stuurde mij die naam via Whatsapp. Als ik die naam zou gebruiken kwam het wel goed. Op een gegeven moment kwam die eraan en had die kabels opgehaald. Die heb ik erop gezet.
De briefjes met namen uit het klantenbestand heb ik van [verdachte] gekregen.
heeft wel eens een Pool benaderd om pakketjes voor hem op te halen. Dit ging om een bougiekabelset.
had de auto kapot en hij had geen geld om het te laten repareren. [verdachte] zei toen: "Kunnen we dat niet achteraf betalen doen?" Toen kwam deze map te voorschijn met alle namen en gegevens van de personen die we hebben gebruikt.
Ten aanzien van parketnummer 08-069388-18:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018020429. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 16 januari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 3 en 4);
Ik ben eigenaar van de [kringloopwinkel] aan [adres 3] te Vriezenveen. Van 18 december 2017 tot en met 13 januari 2018 ben ik niet meer in de winkel/opslag geweest. Toen ik op 13 januari omstreeks 11.40 uur bij de opslag kwam zag ik meerdere personen in de winkel/opslag. Ik zag dat zij met meerdere goederen aan het slepen waren. Ik hoorde dat zij een naam zeiden, ene [verdachte] .
De volgende spullen zijn weggenomen:
10 x bananendoos met oud gereedschap
14 x 1 en 2 persoonsbedden
10 tafels
100 x stoelen
4 sets banken, 2 en 3 sits
6 luxe stoelen
2 x spiegel groot
1 x kleine spiegel
10 x lampen. Hang-, gang, staan-, en nacht lampen
10 x schilderijen, foto's en decorschilderijen
20 x Mp3-speler
500 x pennen
30 x zonnebrillen
10 x bananendozen met keukenspullen, lepel, pannen, borden door elkaar.
20 bananendozen met huisdecor
Fiets, Vogue Elite D-N3-57 Mat Zwart [nummer] , Axa 2609K.
- het proces-verbaal van getuige [getuige 4] van 6 februari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 14);
Begin januari 2018 heb ik mijn pand beschikbaar gesteld aan [verdachte] . Ik heb hem duidelijk verteld waar hij wel en waar hij niet mag komen. Hij mocht niet in de Kringloopwinkel komen en mocht nergens aan zitten. U zegt mij dat [verdachte] de Kringloopwinkel moest opruimen zodat ik het weer kan verhuren. Ik kan u mededelen dat dit allemaal grote onzin is. Hier klopt helemaal niets van.
Feit 2:
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 16 januari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 4);
  • het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] van 29 januari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 10);
Op 16 januari bevond ik mij, samen met [aangever 3] , in kringloopwinkel aan het [adres 1] te Vriezenveen. Wij werden, buiten op het [adres 1] , geconfronteerd met een man die ik als volgt kan omschrijven:
- ongeveer 1,80 meter lang;
- slank postuur;
- kort donker haar;
- blauw gekleurde spijkerbroek;
- zwart/wit gekleurde jas.
Ik hoorde dat deze man [aangever 3] bedreigde. Ik hoorde dat hij tegen [aangever 3] zei dat
hij hem ging afmaken en dat hij wel wist waar hij woonde. Ook hoorde ik dat hij tegen [aangever 3] zei: "Ik kom slechte dingen doen."
Ten aanzien van parketnummer 08-147304-18, primair:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018128779. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- het proces-verbaal van bevindingen van 26 maart 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 83);
Omstreeks 03.42 uur hoorden wij dat de collega's van Staphorst een melding kregen van mogelijke heterdaad diefstal van een bromfiets. We hoorden dat een melder wakker werd van lawaai. Hij keek naar buiten en zag dat men bezig was met het starten van een bromfiets. Hij zag dat ze deze mee namen en met een voertuig voorzien van het kenteken [kenteken 6] . Hij zag dat ze wegreden omgeving Druivensteinweg. Wij hoorden van de meldkamer dat het voertuig, een bruine Volkswagen Touran, op naam stond van ene [verdachte] , woonachtig in [adres 1] . Op een gegeven moment hoorden wij dat de hondengeleider, eveneens rijdend op de N36, achter een bruine Touran voorzien van het kenteken [kenteken 6] reed. Wij hoorden dat ze richting Hardenberg en dan de rotonde genaamd 'de Witte Paal' reden. Wij hoorden dat de collega's van de 13.04 achter de hondengeleider reden. Hierop zijn wij richting Hardenberg, rotonde 'Witte Paal' gereden. Wij hoorden dat het voertuig gehoor gaf aan het stopteken op de N34 nabij de rotonde de Witte Paal en dat alle voertuigen stopten. Wij hoorden dat er drie man in het voertuig zat. Ter plaatse bij de verdachten zagen wij drie verdachten in het voertuig zitten. Wij zagen de voor ons ambtshalve bekende [medeverdachte 1] op de achterbank, achter de bijrijder zitten. Voor hem, naar later bleek, zat [medeverdachte 2] . Wij, verbalisanten, troffen de tenaamgestelde van het voertuig, [verdachte] aan welke het voertuig bestuurde. Wij hebben elke inzittende uit de auto gehaald en aangehouden.
- het proces-verbaal van getuige H. Timmerman van 26 maart 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 87 en 88);
Ik was 26 maart 2018 thuis in Staphorst toen ik buiten rond 3.33 uur geluid hoorde. Ik hoorde ook dat er een crossmotor getracht werd te starten, hetgeen niet lukte. Ik weet dat er veel crossmotoren gestolen worden en ik trok hierbij ook die conclusie, gezien het nachtelijke tijdstip en de manier van praten.
Ik zag dat er een auto met hoge snelheid aan kwam rijden over de [naam 21] Kloosterweg
Oost uit het oosten, richting de kruising met de Buitenstouwe. Ik zag in de lichtbundel van de auto een man op de weg staan met een crossmotor. Daar zag ik dat dezelfde auto over de Buitenstouwe reed in Noordelijke richting. Ik zag dat de motor erachter hing. Ik had de indruk dat de crossmotor werd getrokken door de auto. Ik ben naar buiten gegaan en ben met de auto achter de crossmotor aangereden. Ondertussen heb ik 112 gebeld.
- het proces-verbaal van aangifte namens [aangever 4] van 26 maart 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 69 en 70);
Ik ben bewoner van de [adres 4] te Staphorst. U komt hier met de vraag of dit mijn crossmotor is, dit is de crossmotor van mijn zoon [naam 21] . Het betreft een Honda CR250 voorzien van het kenteken [kenteken 7] . Ik ben om 1.15 uur nog in de stal geweest, toen stonden de quad en de crossmotor er nog. Naast de schuifdeur stond ook een groene crossquad van het merk Kawasaki type KFX400. Deze is weggenomen.
- het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 142):
De telefoon Samsung Galaxy A5 werd op maandag 26 maart 2018 aangetroffen in de
personenauto, een VW Toeran met kenteken [kenteken 6] .
De digitaal expert versterkte daarbij de volgende gegevens met bijbehorend proces
verbaal en de volgende informatie:
001 Galaxy A5
* nr in whatsapp instellingen: [telefoonnummer 1]
* google account: [mailadres 2]
* facebook messenger account: [verdachte]
Ik bekeek op 28 maart in bijzijn van de digitaal expert de telefoongegevens van de Galaxy A5 en zag het volgende:
* een uitgaand bericht op 26-03-2018 naar contact [naam 19] om 04.21 tot 04.37
"Jo Jo Wakker worden EEy wil je een KFX400 quad En crossmotor help me eem ben ba Kkkop, niet slapen je moet rijden, lambal niet slapen"
Ik zag op 29 maart in de gegevens dat deze [naam 19] een van de contacten betreft in de telefoon en staat opgeslagen onder: [naam 19] - [telefoonnummer 2] . Ik zag dat deze [naam 19] zowel contact is van [medeverdachte 1] als [verdachte] uit ons onderzoek. Ik zag verder dat [verdachte] op 19 maart sms berichten verstuurd met: Dit is mijn nieuwe nummer ....gr. [verdachte]
in deze telefoon is te zien dat er een WhatsApp groep is aangemaakt met de naam " [naam 22] " op 26-03-2018 om 02.36 uur. Het viel mij verbalisant [verbalisant 2] op dat in de telefoon een uitgaand bericht in deze Appgroep is te lezen om 02.52 uur: "Ik moest verplaatsen". Dit bevestigd dat [verdachte] de bestuurder was, maar ook dat hij de telefoon zelf bediende.
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ik wist wat ze gingen doen en heb ze met de auto daar naar toe gebracht. Ik ben niet mee naar binnen gegaan. De quad is in de bosjes verstopt en ik ben hard weggereden toen de politie kwam. We wilden dat ding ophalen en verkopen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2019101416. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018567863. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018581401. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.