Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de producties van [gedaagde]
- de conclusie van antwoord met producties van [gedaagde]
- de aanvullende producties van DSS
- de op voorhand toegezonden pleitnota’s van beide partijen met aanvullende productie van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden via Skype.
2.De feiten
5.3 verbiedt [X] c.s.(bestaande uit [X], [Y] en DSS; rechtbank)
om met onmiddellijke ingang, en met inachtneming van wat onder 4.8 is overwogen over fraudeonderzoek:
4.7 Uit de e-mail van [X] van 15 juli 2019 aan [A] (zie r.o. 2.8, laatste bullet) blijkt dat zijn werkelijke bedoeling met het verspreiden van de privégegevens was om [gedaagde] in de pers neer te zetten als ‘de slechte vrouw’. Door dat te doen in de vorm van verregaande beschuldigingen die iedere grond blijken te missen handelde [X] onrechtmatig jegens [gedaagde].
4.1. In geschil is of DSS haar in het vonnis opgelegde dwangsommen heeft verbeurd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.500,00