ECLI:NL:RBOVE:2020:1955

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 juni 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
C/08/248191 / KG ZA 20-95
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot camping geweigerd wegens schending van campingregels en agressief gedrag

In deze zaak, die op 8 juni 2020 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben eisers [X] en [Y] een kort geding aangespannen tegen Camping 't Haasje. De eisers vorderen toegang tot hun chalets op de camping, nadat Camping 't Haasje hen de toegang had ontzegd wegens vermeende schending van de campingregels, waaronder permanente bewoning en agressief gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat [X] zich niet aan de campingregels heeft gehouden, waaronder het niet tijdig betalen van jaargelden en het houden van een barbecue met meerdere personen tijdens de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelt dat Camping 't Haasje gerechtigd was om de toegang tot de camping te ontzeggen aan [X], maar dat [Y] recht heeft op toegang tot haar chalet, aangezien er geen bewijs was dat zij zich aan de regels had onttrokken. De vorderingen van [X] worden afgewezen, terwijl Camping 't Haasje wordt bevolen om [Y] toegang te verlenen tot haar chalet. De proceskosten worden gecompenseerd voor [Y].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/248191 / KG ZA 20-95
Vonnis in kort geding van 8 juni 2020
in de zaak van

1.[X] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen [X] ,
2.
[Y],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen [Y] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. J. Eliya te Hengelo Ov,
tegen
1. de vennootschap onder firma
V.O.F. CAMPING 'T HAASJE,
gevestigd te Olst,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
'T HAASJE VOORTHUIZEN B.V.,
gevestigd te Voorthuizen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
'T HAASJE OLST B.V.,
gevestigd te Olst,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
hierna gezamenlijk aangeduid als Camping ’t Haasje,
advocaat mr. D.D. Senders te Leusden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties (10) en (7) nagezonden verklaringen;
  • de producties (9) van de zijde van Camping ’t Haasje;
  • de pleitnota met de voorwaardelijke eis in reconventie en met productie 10 van Camping 't Haasje
  • de mondelinge behandeling die op 27 mei 2020 in verband met het coronavirus via Skype heeft plaatsgevonden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Camping 't Haasje runt een camping in Olst, hierna te noemen: “de camping”. Normaal gesproken wordt de camping beheerd door de heer [A] . In verband met gezondheidsklachten van de heer [A] treedt de heer [B] tijdelijk op als campingbeheerder.
2.2.
[X] heeft twee overeenkomsten gesloten met Camping 't Haasje voor twee vaste plaatsen op de camping, te weten E 07 en E 09. De overeenkomsten zijn gesloten op respectievelijk 7 mei 2019 en 2 augustus 2019 en per 1 januari 2020 verlengd met een jaar. [X] heeft op beide vaste plaatsen een chalet staan die hem in eigendom toebehoort.
2.3.
[Y] heeft op 1 december 2019 een overeenkomst gesloten met
Camping 't Haasje voor het gebruik van de vaste plaats op nummer E 02. De overeenkomst is gesloten voor de duur van een jaar, ingaande op 1 januari 2020. Op deze vaste plaats staat een chalet.
2.4.
In voornoemde overeenkomsten is opgenomen dat permanent jaargebruik door de gemeente Olst niet is toegestaan. Daarnaast is in de overeenkomsten vermeld dat de laatste versie van de camping-voorwaarden van toepassing zijn. In de “voorwaarden vaste plaatsen” zijn, voor zover hier relevant, de volgende bepalingen opgenomen:
Artikel 2: inhoud overeenkomst
l. Camping 't Haasje stelt voor recreatieve doeleinden, dus niet voor permanente of tijdelijke bewoning, aan de recreant de overeengekomen plaats ter beschikking; laatstgenoemde krijgt daarmee het recht om daarop een kampeermiddel van het overeengekomen type voor de aangegeven personen te plaatsen.
Artikel 7: Gebruik door derden
1. Gebruik door derden van een kampeermiddel en/of de bijbehorende plaats is slechts toegestaan indien
camping 't Haasje daarvoor schriftelijke toestemming heeft gegeven.
2. Aan de gegeven toestemming kunnen voorwaarden worden gesteld, welke alsdan tevoren schriftelijk dienen te zijn vastgelegd ( Zie prijslijst en/of verdere camping regels).
Artikel 9: Beëindiging overeenkomst
(…)
3. Camping 't Haasje kan de overeenkomst schriftelijk opzeggen:
a. indien de recreant, mederecreanten(en) en/of derden ondanks voorafgaande schriftelijke waarschuwing de verplichtingen uit overeenkomst, de regels in de bijbehorende informatie en/of de overheidsvoorschriften niet behoorlijk naleeft of naleven, dan wel overlast aan Camping 't Haasje en/of andere gasten bezorgt, dan wel de goede sfeer op of in de directe omgeving van Camping 't Haasje bederft;
b. indien de recreant ondank voorafgaande schriftelijke waarschuwing door gebruik van de plaats en/of zijn kampeermiddel in strijd met de bestemming van het terrein handelt;
(…)
4. Opzegging door Camping 't Haasje geschiedt schriftelijk met inachtneming van een termijn van drie maanden voor afloop van het lopende contractjaar.
(…)
7. Camping 't Haasje kan in dringende gevallen de recreant, de mederecreant en derde verbieden om gedurende
periode gebruik te maken van de plaats en het kampeermiddel.
2.5.
Camping 't Haasje beschikt over een campingreglement. Artikel 32 van het “Camping reglement 't Haasje Olst-Wijhe vanaf 1 januari 2018” (hierna: “het campingreglement”) luidt als volgt:
Permanente bewoning is niet toegestaan. De regels van overheidswege dienen in acht te worden genomen, wat thans inhoudt dat men haar hoofdverblijf elders moet hebben. De eigenaar verbindt zich zijn mobiele caravan/chalet en of caravan niet aan derden te verhuren. Alleen in bijzondere gevallen kan verhuur, mits in overleg plaatsvinden. Bij goedkeuring is 18 % provisie verschuldigd.
2.6.
In december 2019 heeft Camping 't Haasje twee facturen ter hoogte van € 2.057,50 naar [X] gestuurd, betreffende het jaargeld voor E 07 en E 09 over het jaar 2020. De eerste helft van deze factuur had op uiterlijk 15 januari 2020 betaald moeten worden en de tweede helft op uiterlijk 15 juni 2020. Op 15 mei 2020 heeft [X] het volledige bedrag van beide facturen voldaan aan.
2.7.
Ook [Y] heeft in december 2019 een factuur ontvangen voor het jaargeld over 2020. Aanvankelijk heeft zij de factuur onbetaald gelaten.
2.8.
Op 11 april 2020 heeft [X] een barbecue op de camping gehouden met twee vrienden die hem die dag geholpen hadden met klussen. Later is een huurder van een naburige standplaats aangesloten bij de barbecue.
2.9.
Op 18 april 2020 heeft Camping 't Haasje een e-mail naar [X] gestuurd met de volgende inhoud:
“Hierbij bevestig ik de zojuist besproken zaken:
1. Er is sprake van ongeoorloofd verblijf op uw jaarplaatsen
Ik sommeer u ten laatste male hier vandaag nog een einde aan te maken. Tot nader orde is
het niemand behalve u zelf toegestaan te verblijven op onze camping.
2. U reageert niet op schrijven
Ik wil binnen de gestelde termijn in mijn schrijven van gisteren reactie van u
3. U betaald niet
Ik wil dat u binnen 5 dagen na heden alle openstaande posten aan ons voldoet.
Hierbij zeg ik pro-forma en zonder voorbehoud alle huurovereenkomsten met u op vanaf de eerste
termijn dat dit geldig is. De enige wijze om hier verandering in te beweegstellen is voldoen aan
bovenstaande punten. Indien dit door u correct wordt gedaan zullen wij een afspraak maken om
een gesprek te hebben over de huidige en, eventueel, toekomstige gang van zaken.
Ik wil u er op wijzen dat het niet of niet volledig nakomen van bovenstaande ook gevolgen zal
hebben voor uw toegang tot het park en mogelijk een ontzegging kan inhouden.”
2.10.
In april 2020 heeft [X] zich toegang verschaft tot de camping door achter een andere auto aan door de slagboom te rijden. Toen een medewerkster van Camping 't Haasje [X] hierop aansprak, ontstond er een discussie. De medewerkster heeft [B] erbij geroepen. [B] heeft [X] verzocht de camping te verlaten. Na tussenkomst van de politie heeft [X] de camping verlaten.
2.11.
Diezelfde dag heeft [B] namens Camping 't Haasje een e-mail naar [X] gestuurd waarin hij aangeeft dat [X] voor onbepaalde tijd de toegang tot het campingterrein, inclusief de parkeerplaats, wordt ontzegd.
2.12.
Per brief van 23 april 2020 heeft Camping 't Haasje [X] meegedeeld dat de overeenkomsten voor het gebruik van de plaatsen E 07 en E 09 met onmiddellijke ingang worden beëindigd. Als redenen worden genoemd:
“- U vertoond intimiderend en agressief gedrag naar ons personeel;
-
- U laat uw kampeermiddelen gebruiken door derden al dan niet tegen betaling;
-
- U verschaft zich op onreglementaire wijze toegang tot het campingterrein;
-
- U laat zich bij de gemeente inschrijven op ons adres als zijnde uw woonadres ondanks dat dit
niet is toegestaan;
-
- U wenst ondanks herhaaldelijke verzoeken en herinneringen niet tot betaling van de
jaargelden over te gaan;”
2.13.
Op 24 april 2020 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [Y] en [B] over onder andere de betaling van het jaargeld en het in gebruik geven van haar chalet aan derden. Naar aanleiding van het gesprek heeft [B] haar een e-mail gestuurd met, voor zover hier relevant, de volgende inhoud:
“Zojuist hebben wij de volgende afspraken gemaakt:
1. U betaald binnen één week het openstaande bedrag â € 4687.50,- op NL20ABNA059651935 t.a.v. camping ‘t Haasje o.v.v. reserveringsnummer 113
2. Nadat u tot betaling bent overgegaan neem ik contact met u op om afspraken te maken
rondom het recreëren op onze camping
3. Ik zeg u aan dat wij niet voornemens zijn u voor het komende seizoen een nieuwe
huurovereenkomst aan te bieden. Derhalve dient uw kampeermiddel voor het einde van
het seizoen te zijn verwijderd van onze camping en de jaarplaats conform richtlijnen te
worden opgeleverd.
4. Het is, zoals u bij herhaling aangegeven, niet toegestaan uw kampeermiddel te laten
gebruiken door derden, anders dan degene waarmee u een duurzaam huishouden
voert. Dit ter beoordeling van onze medewerkers.
5. Vanwege de hoge openstaande post is de levering van elektra op uw perceel
onderbroken. Na betaling van de openstaande posten zal u weer elektra kunnen
afnemen.
6. Verblijven in het chalet op jaarplaats E2 is weer toegestaan na betaling van de volledige
factuur met inachtneming van bovenstaande punten. U geeft zojuist in een persoonlijk onderhoud in de receptie, in bijzijn van mijn collega, aan akkoord te gaan met bovenstaande afspraken. Ik verzoek u dan ook vriendelijk deze na te komen.”
2.14.
[Y] heeft hierop de volgende reactie gestuurd:
“Hallo,
Ja, we hebben afgesproken om het probleem zonder
problemen op te lossen.Toen ik het contract voor het chalet
controleerde, ontdekte ik dat je woorden niet
overeenkwamen met het contract, dus je verzoek was dat
ik €4687,50 moest betalen en het contract tussen mijn
handen zegt 2402. dus ik heb je een kopie van het contract
gestuurd zodat je het ook kunt bekijken. en de betaling is
voor 15-6 Zoals vermeld in het contract, zou ik graag
willen weten waarom de verhoging van het bedrag dat ik
dit punt niet begreep, alstublieft, ik wil verduidelijken
Ik zou dit probleem willen oplossen zodra ik
mensen gerechtelijk heb gevraagd dat ik niet het recht heb
om het chalet binnen te gaan voordat ik het bedrag heb
betaald Volgens uw woorden vorige week waren ze verrast
[Y] ”
2.15.
[B] heeft hierop laten weten dat Camping 't Haasje blijft bij de afspraken zoals die zijn geformuleerd in zijn e-mail van 24 april 2020.
2.16.
[Y] heeft een bedrag van € 2.402,50 aan Camping 't Haasje voldaan.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[X] en [Y] vorderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Voor recht te verklaren dat Camping 't Haasje in de uitvoering van de overeenkomsten met [X] ter zake de vaste plaatsen E07 en E09 van 07-05-2019 en 02-08-2019 (productie 1) toerekenbaar is tekortgeschoten;
II. Voor recht te verklaren dat Camping 't Haasje in de uitvoering van de overeenkomsten met [Y] ter zake de vaste plaats E02 van 01-12-2019 (productie 3) toerekenbaar is tekortgeschoten;
III. Voor recht te verklaren dat Camping 't Haasje de overeenkomsten met [X] ter zake de vaste plaatsen E07 en E09 van 07-05-2019 en 02-08-2019 (productie 1) mitsdien op onjuiste gronden hebben ontbonden, althans de ontbinding van die overeenkomsten ongedaan wordt gemaakt.
IV. Voor recht te verklaren dat Camping 't Haasje in strijd met de wet en de overeengekomen overeenkomst ter zake de vaste plaatsen E07 en E09 van 07-05-2019 en 02-08-2019 [X] de toegang tot zijn woningen/chalets gelegen aan de E07 en E09 hebben ontzegd en voornoemde woningen/chalets onrechtmatig en zonder executoriale titel zullen laten ontruimen;
V. Voor recht te verklaren dat Camping 't Haasje in strijd met de wet en de overeengekomen overeenkomst ter zake de vaste plaats E02 van 01-12-2019 [Y] de toegang tot haar woning/chalet gelegen aan de E02 hebben ontzegd;
VI. Camping 't Haasje te veroordelen om [X] de toegang te verschaffen tot de gehuurde vaste plaatsen conform de overeenkomsten van 07-05-20 19 en 02-08-20 19 ten einde toegang te krijgen tot zijn woningen/chalets gelegen aan de E07 en E09 aan het adres Fortmonderweg 17 te (8121 SK) Olst, zulks met machtiging van [X] om telkens indien en zodra Camping 't Haasje met het voorgaande in gebreke blijft op kosten van Camping 't Haasje door derden toegang te laten verschaffen op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of dagdeel dat Camping 't Haasje daaraan geen gevolg geeft, althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen;
VII. Camping 't Haasje te veroordelen om [Y] de toegang te verschaffen tot de gehuurde vaste plaats conform de overeenkomst van 01-12-2019 ten einde toegang te krijgen tot haar woning/chalet gelegen aan de E02 aan het adres Fortmonderweg 17 te (8121 SK) Olst, zulks met machtiging van [Y] om telkens indien en zodra gedaagden met het voorgaande in gebreke blijven op kosten van gedaagden door derden toegang te laten verschaffen op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of dagdeel dat gedaagden daaraan geen gevolg geven, althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen;
VIII. Camping 't Haasje te verbieden om [X] de toegang tot zijn woningen/chalets gelegen aan het adres Fortmonderweg 17 te (8121 SK) Olst, op vaste plaats E07 en E09, te beletten onmiddellijk na de uitspraak, dan wel onmiddellijk na de betekening van het vonnis aan gedaagden op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of dagdeel dat Camping 't Haasje daaraan geen gevolg geeft, althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen.
IX. Camping 't Haasje te verbieden om [Y] de toegang tot haar woning/chalet gelegen aan het adres Fortmonderweg 17 te (8121 SK) Olst, op vaste plaats E02, te beletten onmiddellijk na de uitspraak, dan wel onmiddellijk na de betekening van het vonnis aan gedaagden op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of dagdeel dat gedaagden daaraan geen gevolg geven, althans een zodanige voorziening te treffen als voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen.
X. Camping 't Haasje een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of dagdeel verbeurt voor iedere keer dat zij direct na het te dezen te wijzen vonnis in gebreke blijft om aan voornoemde vonnis te voldoen, een en ander zonder maximum vast te stellen;
XI. [X] en [Y] gemachtigd worden om het te dezen te wijzen vonnis ten uitvoer te leggen met hulp van de sterke arm van Politie en Justitie indien Camping 't Haasje in gebreke blijft om aan het in dit vonnis bepaalde te voldoen;
XII. Althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
XIII. Camping 't Haasje veroordeeld wordt in de kosten van dit geding waaronder begrepen het tot aan deze uitspraak begrote bedrag aan salaris van de advocaat, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het vonnis, althans van de veertiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening en de kosten na uitspraak op grond van artikel 237 lid 4 Rv.
3.2.
Camping 't Haasje voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
Camping 't Haasje vordert - voor het geval de vorderingen in conventie van [X] worden afgewezen - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [X] en de
zijnen en/of anderen namens hem te verbieden om zonder toestemming van Camping 't Haasje nog langer de camping te betreden, meer specifiek de percelen E07 en E09, met dien verstande dat het hem wel toegestaan is om persoonlijke eigendommen te komen (op)halen/ontruimen indien daarvoor vooraf schriftelijk om toestemming gevraagd wordt aan Camping 't Haasje en deze toestemming verleend wordt, één en ander op straffe van een dwangsom van EUR 250,00 per keer dat in strijd wordt gehandeld met het in deze
te wijze vonnis en [X] te veroordelen in de kosten van dit geding.
4.2.
[X] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en reconventie

5.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vorderingen.
5.2.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de vorderingen I, II, III, IV en V in conventie een verklaring voor recht betreffen. Deze vorderingen verdragen zich niet met het voorlopig karakter van een kort geding. Alleen om deze reden al zijn deze vorderingen niet toewijsbaar.
De vorderingen van en jegens [X]
5.3.
Naast voornoemde verklaringen van recht heeft [X] gevorderd dat hem weer toegang wordt verschaft tot de chalets op de vaste plaatsen E 07 en E 09 en dat het Camping 't Haasje wordt verboden om [X] langer de toegang te ontzeggen. [X] heeft aan de vorderingen ten grondslag gelegd dat Camping 't Haasje uit hoofde van de met hem gesloten overeenkomsten en op grond van de wet gehouden is om hem toegang te geven tot zijn chalets. Door dat niet te doen schiet Camping 't Haasje tekort in de nakoming van de overeenkomsten en maakt zij inbreuk op het eigendomsrecht van [X] . Nu [X] met het weigeren van de toegang tot de camping en de chalets niet meer beschikt over woonruimte, is voor hem een noodsituatie ontstaan. De vorderingen zijn erop gericht aan deze noodsituatie een einde te maken en [X] weer toegang tot zijn eigendom te verschaffen.
5.4.
Camping 't Haasje heeft als verweer naar voren gebracht - en tevens ten grondslag gelegd aan haar voorwaardelijke vordering in reconventie - dat zij uit hoofde van de voorwaarden vaste plaatsen gerechtigd is om [X] de toegang tot de camping en zijn chalets te ontzeggen, omdat [X] zich niet houdt aan de campingregels. In dit verband maak Camping 't Haasje [X] de volgende verwijten:
-hij vertoont intimiderend en agressief gedrag naar het personeel van de camping;
-hij staat het gebruik van het gehuurde toe aan derden, al dan niet tegen betaling;
-hij verschaft zich op oneigenlijke wijze (door treintje te rijden) toegang tot het campingterrein;
-hij heeft zich bij de gemeente laten inschrijven op het adres van de camping en heeft daar permanent verblijf;
-hij weigerde de huurpenningen te voldoen
-hij houdt zich niet aan de corona-regels door een barbecue te houden.
5.5.
De voorzieningenrechter overweegt dat Camping 't Haasje voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [X] zich stelselmatig niet houdt aan de campingregels zoals die zijn vastgelegd in de met hem gesloten overeenkomsten, in de voorwaarden vaste plaatsen en in het campingreglement. Bij het aangaan van de overeenkomsten heeft de [X] voor ontvangst van de voorwaarden getekend. Hij wordt dan ook geacht van deze regels kennis te hebben genomen.
5.6.
Niet betwist is dat [X] niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. Uiterlijk 15 januari 2020 had hij de helft van de jaargelden voor 2020 moeten voldoen. Daartoe is hij pas op 15 mei 2020 overgegaan.
5.7.
Evenmin is betwist dat hij zich bij de gemeente heeft ingeschreven op het adres van de camping. [X] heeft gesteld dat hij in verband met het coronavirus niet langer bij zijn moeder kon wonen en zich daarom heeft ingeschreven op het adres van de camping. De voorzieningenrechter acht dit niet aannemelijk, nu [X] zich al met ingang van 6 februari 2020 op het adres van de camping heeft ingeschreven. Op dat moment waren er in Nederland nog geen coronaregels van kracht. Ook heerste het coronavirus in Nederland, en meer in het bijzonder in Overijssel, op dat moment niet zodanig dat het overtuigend is dat het coronavirus [X] ertoe bewogen heeft niet bij zijn moeder te blijven wonen. Mocht het coronavirus al een aanleiding zijn geweest om de camping als woonadres verkiezen, dan had het op de weg van [X] gelegen om hierover met Camping 't Haasje in overleg te treden. Dat hij dit niet heeft gedaan blijkt al uit de omstandigheid dat Camping 't Haasje er niet van op de hoogte was dat hij zijn woonadres op de camping had. Ook heeft [X] in de dagvaarding zelf gesteld dat hij woont op het adres op de camping. Dit duidt erop dat hij daar zijn hoofdverblijf heeft en daar permanent verblijft, hetgeen niet is toegestaan.
5.8.
Ook staat vast dat [X] op 11 april 2020 tegen de op dat moment geldende coronaregels met vrienden op de camping heeft samengeschoold tijdens een barbecue. In verband met het coronavirus heeft Camping 't Haasje speciale maatregelen doorgevoerd, welke maatregelen in ieder geval tot en met 28 april 2020 van kracht waren. Onder meer is bepaald dat samenscholingen met meer dan twee personen verboden zijn en dat de camping alleen toegankelijk is voor huurders en gezinsleden; overig bezoek is verboden. De maatregelen zijn opgenomen in de nieuwsbrief die digitaal aan de campinggasten is verstrekt. Dat [X] van deze regels kennis heeft kunnen nemen, blijkt uit de melding dat hij het bericht waarin de nieuwsbrief met coronaregels is verspreid heeft geopend.
5.9.
Ten aanzien van de onderhuur/het in gebruik geven aan derden van de chalet is met de erkenning ter zitting vast komen te staan dat [X] in ieder geval tot 1 november een of beide chalet(s) al dan niet tegen betaling in gebruik heeft gegeven aan derden. Hij heeft (dan ook) niet de door de Camping overgelegd onderhuurovereenkomst voor het chalet op plaats E 07 in de nazomer/het najaar van 2019 betwist. [X] heeft gesteld dat de onderhuur met toestemming was van de heer [A] , maar heeft dit niet onderbouwd en aannemelijk gemaakt.
5.10.
Niet duidelijk is of Camping 't Haasje [X] er voor 18 april 2020 op gewezen heeft dat hij verscheidende campingregels overtreedt en dat zij hieraan gevolgen wenst te verbinden. Wel staat vast dat er op 18 april 2020 een gesprek tussen partijen heeft plaatsgevonden, waarna [B] namens Camping 't Haasje [X] per e-mail heeft aangespoord om zich in het vervolg aan de campingregels te houden. Dit had voor [X] een waarschuwing moeten zijn dat overtreding van de campingregels ertoe konden leiden dat hij niet meer tot het park wordt toegelaten.
5.11.
Kennelijk is deze waarschuwing niet bij [X] geland. [X] is namelijk niet tot betaling overgegaan van de huurtermijn die op 15 januari 2020 al voldaan had moeten zijn. Hiermee heeft hij gewacht tot eind mei. Ook is hij bij de gemeente ingeschreven blijven staan op het adres van de camping. Daarnaast heeft Camping 't Haasje voldoende aannemelijk aangemaakt dat [X] op 20 april 2020 door middel van “treintje rijden” het campingterrein heeft betreden, hetgeen niet conform de campingregels is. Uit de verklaring van [B] en de receptioniste maakt de voorzieningenrechter op dat [X] zich vervolgens dreigend richting hen heeft uitgelaten. De enkele ontkenning van [X] legt daar tegenover onvoldoende gewicht in de schaal. De politie is er vervolgens bij geroepen.
5.12.
Al met al heeft [X] zich zo weinig gelegen laten liggen aan de campingregels en zich zodanig gedragen dat Camping 't Haasje dit naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter niet langer hoeft te tolereren. Vooruitlopend op een eventuele bodemprocedure oordeelt de voorzieningenrechter dan Camping 't Haasje [X] conform de voorwaarden vaste plaatsen niet langer toegang hoeft te verschaffen tot de camping en zijn chalet, anders dan ten behoeve van het ontruimen van de door hem gehuurde campingplaatsen. Dat dit voor [X] leidt tot een noodsituatie is onvoldoende gebleken. Bovendien is de door [X] aangevoerde noodsituatie door hem zelf in het leven geroepen, nu hij tegen de campingregels in zijn hoofdverblijf op de camping heeft ingenomen.
5.13.
Het voorgaande betekent dat de door [X] in conventie gevraagde voorzieningen worden afgewezen. De voorwaardelijke vordering in reconventie is toewijsbaar, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom wordt gemaximeerd tot
€ 10.000,00.
5.14.
[X] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie en reconventie veroordeeld. De kosten aan de zijde van Camping 't Haasje c.s. worden in conventie begroot op:
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.336,00
In reconventie worden de kosten aan de zijde van Camping 't Haasje begroot op € 490,00 aan salaris advocaat (factor 0,5 × tarief € 980,00).
De vorderingen van [Y]
5.15.
Ook [Y] wenst met de gevraagde voorzieningen weer toegang te krijgen tot haar chalet. Camping 't Haasje heeft echter aangegeven dat zij gewoon toegang heeft tot haar chalet. Volgens Camping 't Haasje zijn de problemen die er met [Y] waren opgelost en mag zij, zolang zij zich aan de campingregels houdt, gewoon op de camping recreëren.
5.16.
Tijdens de zitting is gebleken dat, ondanks de toezeggingen van Camping ‘t Haasje, [Y] vreest dat haar toch geen toegang wordt verleend tot de camping en haar chalet. Dit is onder andere ingegeven door de omstandigheid dat Camping 't Haasje in de correspondentie van april 2020 [Y] heeft aangespoord om een bedrag van € 4.687,50 te voldoen. [Y] heeft hierop slechts de overeengekomen jaarprijs van € 2.405,50 voldaan en is niet gerust op dat Camping 't Haasje haar niet verplicht alsnog het overige bedrag van € 2.282,00 te voldoen. Tegen deze achtergrond zal de voorzieningenrechter het onder VII. gevorderde toewijzen, met dien verstande dat de gevraagde machtiging en de dwangsom worden afgewezen.
5.17.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had deze procedure voorkomen kunnen worden als partijen beter met elkaar hadden gecommuniceerd. De voorzieningenrechter ziet dan ook aanleiding om de proceskosten te compenseren, zodat zowel [Y] als Camping 't Haasje de eigen kosten dragen.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
ten aanzien van [X]
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt [X] in de proceskosten, aan de zijde van Camping 't Haasje c.s. tot op heden begroot op € 1.336,00,
6.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
ten aanzien van [Y]
6.4.
gebiedt Camping 't Haasje om [Y] de toegang te verschaffen tot de gehuurde vaste plaats conform de overeenkomst van 01-12-2019 ten einde toegang te krijgen tot haar chalet gelegen op vaste plaats E02 aan het adres Fortmonderweg 17 te (8121 SK) Olst,
6.5.
compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat zowel [Y] als Camping 't Haasje de eigen kosten dragen,
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.8.
verbiedt [X] en de zijnen en/of anderen namens hem om zonder toestemming van Camping 't Haasje nog langer de camping te betreden, meer specifiek de percelen E07 en E09, met dien verstande dat het hem wel toegestaan is om persoonlijke eigendommen te komen (op)halen/ontruimen indien daarvoor vooraf schriftelijk om toestemming gevraagd wordt aan Camping 't Haasje en deze toestemming verleend wordt,
6.9.
veroordeelt [X] tot betaling van een dwangsom van € 250,00 per keer dat in strijd wordt gehandeld met het onder 6.7. bepaalde, totdat een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
6.10.
veroordeelt [X] in de proceskosten, aan de zijde van Camping 't Haasje c.s. tot op heden begroot op € 490,00,
6.11.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats en in het openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene op 8 juni 2020.(msk)