Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. C.P. Dronkers en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
[verbalisant 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Sukkeltjes", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , pagina 155 tot en met 157;
- Het proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek naar de bankrekening van [medeverdachte] , pagina 94 en 95;
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] , pagina 160 tot en met 162;
- Het proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek naar de bankrekening van [medeverdachte] , pagina 94 en 95 (met bijlage);
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 4] , pagina 165 tot en met 167;
- Het proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek naar de bankrekening van [medeverdachte] , met bijlage, pagina 94 tot en met 98;
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
- Het proces-verbaal, onderdeel ‘incidenten verdachte [verdachte] ’, pagina 4;
- Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, pagina 40;
- Het proces-verbaal verhoor verdachte, pagina 202;
- Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 208 tot en met 210;
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
Op zondag 28 oktober 2018, omstreeks 18:06 uur, ontving ik via whatsapp vanaf telefoonnummer [telefoonnummer 1] een bericht met daarin de volgende tekst: Hoi [aangever 5] ik ben overgestapt van provider bij deze is dus het nummer gewijzigd hierbij stonden twee emoji's duimpje en kusje. Hierna meteen nog een appje met daarin het oude kan weg. Ik zag als profilefoto de foto van mijn stiefmoeder genaamd [naam 1] . De naam stond er niet bij maar wel haar profilefoto. (..) Ik kreeg een verzoek of ik wegens een storing twee rekeningen wilde betalen. Ik zou deze de volgende dag terug krijgen. (..) Ik heb op zondag 28 oktober 2018 omstreeks 18:30 uur twee bedragen overgemaakt (..) naar: Naam: [medeverdachte] Ibannummer [rekeningnummer 1] ’. Later heeft [aangever 5] haar stiefmoeder gebeld, die wist van niets.
- Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden, pagina 101 en 102;
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , pagina 91 en 92;
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
27 december 2019 op het Beekpark in Apeldoorn bevonden. Daar hoorden ze verdachte – nadat ze zijn verklaring hadden opgenomen in verband met een proces-verbaal voor openbare dronkenschap – ‘sukkeltjes’ zei. Op dat moment stonden er meerdere personen om hen heen die dat konden horen en verbalisanten voelden zich in hun goede eer (de rechtbank begrijpt: eer en goede naam) aangetast.
primairten laste gelegde feit schuldig heeft gemaakt. Daarom zal de rechtbank hem van dit feit vrijspreken.
subsidiairten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- Het proces-verbaal aangifte door [aangever 7] , pagina 16 en 17;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 8] , pagina 21 en 22;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 9] en de bijlage, pagina 30 tot en met 33;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 10] en de bijlage, pagina 36 tot en met 39;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 11] , pagina 42 tot en met 45;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 12] , pagina 48 tot en met 50;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 13] en de bijlage, pagina 53 tot en met 57;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 14] , pagina 60 tot en met 62;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 15] , pagina 65 tot en met 67;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 16] , pagina 75 tot en met 77;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 17] , pagina 80 tot en met 82;
- Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 18] en de bijlage, pagina 86 tot en met 89;
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
- Het proces-verbaal van bevindingen van het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting, pagina 90 tot en met 95;
- De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 25 mei 2020.
jij wilde de deur niet open doen, ik sla je bek in’. Deze jongen had even daarvoor gezegd dat hij naar de bovenbuurman van aangever wilde en de jongen stond op het dak van een auto. Deze jongen was in het donker gekleed en had een opvallend grote opdruk op zijn jas of trui ter hoogte van zijn borst. Aangever voelde zich bedreigd door die jongen en was bang dat hij het niet zou overleven omdat de jongen bewapend was met een bijl.
[aangever 2] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, door - gebruik te maken van een valse naam, te weten [alias 1 verdachte] en
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
oplichting
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
medeplegen van oplichting
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd
witwassen
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De vorderingen tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
oplichting
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
medeplegen van oplichting
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd
witwassen
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
jeugddetentievoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardendat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.113,69,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2019, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2018, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2018, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 33,95,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2018, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 40,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2018, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 120,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2018, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 27,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2018, ten behoeve van de benadeelde, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 250,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2020, ten behoeve van de benadeelde;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de kinderrechter van de rechtbank Gelderland van 5 maart 2018 voorwaardelijk opgelegde
werkstraf, te weten voor de duur van
50 (vijftig) uren(wanneer verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht te vervangen voor 25 dagen jeugddetentie);
mr. C. Verdoold en mr. G.M.J. Vijftigschild, rechters en tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2020.