ECLI:NL:RBOVE:2020:1942

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 juni 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
C/08/248519 / KG ZA 20-97
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen tot opheffing beslag en doorhaling publiekrechtelijke registraties in kort geding

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 4 juni 2020, is een kort geding aan de orde waarin de eisende partij, [A], samen met [B] en [C], vorderingen heeft ingesteld tegen de Provincie Overijssel en Landhoeve De Greve B.V. De eisende partij verzocht om opheffing van een beslag dat gelegd was op vee, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat [A] ten tijde van de beslaglegging eigenaar was van het in beslag genomen vee. Hierdoor zijn de vorderingen in conventie afgewezen.

In reconventie heeft de Provincie Overijssel gevorderd tot doorhaling van publiekrechtelijke registraties van percelen die eigendom zijn van de Provincie en die ten onrechte op naam van Landhoeve De Greve B.V. geregistreerd staan. De voorzieningenrechter heeft deze vordering toegewezen en [A] c.s. bevolen om binnen 24 uur na het vonnis de doorhaling te effectueren, op straffe van een dwangsom. Tevens is [A] c.s. veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Provincie Overijssel en De Greve.

De uitspraak benadrukt het belang van eigendom en registratie in het civiele recht, en de gevolgen van onterecht beslag leggen. De voorzieningenrechter heeft ook de uitvoerbaarheid bij voorraad van de proceskostenveroordelingen en de dwangsommen verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk effect hebben, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer : C/08/248519 / KG ZA 20-97
Vonnis in kort geding van 4 juni 2020
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
[A],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[B],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[C],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
advocaat: mr. ir. J.M.M. Kroon te Wageningen,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE OVERIJSSEL,
zetelende te Zwolle,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
advocaat: mr. W.E.M. Klostermann te Zwolle.
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LANDHOEVE DE GREVE B.V.,
gevestigd te Hengelo,
gedaagde partij in conventie,
verschenen bij de heer [X] , directeur.
Partijen zullen hierna [A] c.s., dan wel afzonderlijk [A] , [B] , [C] en de Provincie Overijssel en De Greve genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 mei 2020 met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van eis in reconventie van 29 mei 2020 met producties 1 tot en met 4 aan de zijde van de Provincie Overijssel;
  • de mondelinge behandeling op 2 juni 2020;
  • het ter zitting voorgedragen verweer aan de zijde van De Greve, met het e-mailbericht van de heer [X] aan de rechtbank van 29 mei 2018 16:28 uur, het e-mailbericht van de heer [X] aan de rechtbank van 29 mei 2018 16:52 uur en het e-mailbericht van de heer [X] aan de rechtbank van 2 juni 2020 09:47 uur;
  • de pleitnota aan de zijde van de Provincie Overijssel.
1.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag. De feiten en de motivering waarop de in dit vonnis te geven beslissing steunt, zullen na vandaag afzonderlijk worden vastgesteld.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
In conventie
2.1.
wijst de vorderingen af,
2.2.
veroordeelt [A] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de provincie Overijssel tot op heden begroot op € 1.636,00 en aan de zijde van De Greve tot op heden begroot op € 656,00,
2.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
In reconventie
2.4.
beveelt [A] c.s. tot doorhaling binnen 24 uur na dit vonnis van de publiekrechtelijke registratie van de percelen, die eigendom zijn van de Provincie Overijssel, en die aangeduid zijn in punt 2.7 van het vonnis van 20 mei 2020 ten name van Landhoeve De Greve B.V. als percelen die bij Landhoeve De Greve B.V. in gebruik zijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat [A] c.s. nalaat aan het bevel te voldoen, welke dwangsom slechts wordt verbeurd voor zover de handeling of het nalaten daarvan niet valt onder de veroordeling in r.o. 2.2 van het vonnis van 14 mei 2020 tussen de provincie Overijssel en Ten Dam sr met zaaknummer C/08/246617/KG ZA 20-73 en een en ander met een maximum van € 100.000,00.
2.5.
verbiedt [A] c.s. om aan de Provincie Overijssel in eigendom toebehorende grondpercelen te registreren op naam van Landhoeve De Greve B.V. dan wel op een andere naam, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat [A] c.s. nalaat aan het bevel te voldoen, welke dwangsom slechts wordt verbeurd voor zover de handeling of het nalaten daarvan niet valt onder de veroordeling in r.o. 2.1 van het vonnis van 14 mei 2020 tussen de Provincie Overijssel en Ten Dam sr met zaaknummer C/08/246617/KG ZA 20-73 en een en ander met een maximum van € 100.000,00.,
2.6.
veroordeelt [A] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de Provincie Overijssel tot op heden begroot op € 490,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de 15e dag na betekening van het vonnis tot de dag van de algehele voldoening,
2.7.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
2.8.
wijst af het meer of anders gevorderde.
In conventie en in reconventie
2.9.
veroordeelt [A] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 246,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met, onder de voorwaarde dat [A] c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis plaats heeft gevonden, een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, met bepaling, dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, [A] c.s. daarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.
2.10.
verklaart r.o. 2.9 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.E.J. Goffin en in het openbaar uitgesproken door
mr. U. van Houten op 4 juni 2020.