ECLI:NL:RBOVE:2020:1811
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Venekatte
- F.H.W. Teekman
- T.M. van Wanrooij
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
De rechtbank Overijssel heeft op 25 mei 2020 uitspraak gedaan in de zaak betreffende de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) van de veroordeelde, geboren in 1963 en momenteel verblijvende in P.I. Vught. De maatregel was eerder opgelegd voor de duur van twee jaren bij vonnis van 13 september 2018. De raadsman van de veroordeelde heeft op 4 november 2019 een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de maatregel. Tijdens de openbare zitting op 11 mei 2020 zijn zowel de veroordeelde als zijn raadsman gehoord, evenals de officier van justitie en deskundigen.
De veroordeelde en zijn raadsman stelden dat de ISD-maatregel beëindigd moet worden, omdat deze niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. De officier van justitie daarentegen pleitte voor voortzetting van de maatregel, gezien het aanhoudende recidiverisico en de weigering van de veroordeelde om medewerking te verlenen aan het ISD-traject. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde binnen de beschermende omgeving van de PI moeite heeft om abstinent te blijven en dat zijn gedrag zorgwekkend is. Ondanks meerdere pogingen om medewerking te verkrijgen, blijft de veroordeelde niet openstaan voor begeleiding.
De rechtbank concludeert dat de primaire doelstellingen van de ISD-maatregel, namelijk de beveiliging van de maatschappij en het beëindigen van de recidive, nog steeds van toepassing zijn. De rechtbank acht het noodzakelijk dat de maatregel wordt voortgezet, omdat er nog steeds een reëel risico bestaat voor onveiligheid en overlast in het publieke domein. De rechtbank beslist dan ook dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel vereist is.