ECLI:NL:RBOVE:2020:1782

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
19 mei 2020
Zaaknummer
08-700322-10
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en beëindiging van de verpleging van overheidswege met voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 mei 2020 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2014 ter beschikking was gesteld na bewezenverklaring van doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, maar heeft de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. De rechtbank heeft daarbij voorwaarden geformuleerd, waaronder de verplichting voor de terbeschikkinggestelde om zich te houden aan aanwijzingen van de reclassering, mee te werken aan huisbezoeken en aan een eventuele time-outplaatsing. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico als laag wordt ingeschat, mede op basis van rapporten van de kliniek en de reclassering, die positieve ontwikkelingen in de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde hebben gerapporteerd. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling toegewezen, maar de verpleging van overheidswege niet langer noodzakelijk geacht, gezien de positieve vooruitgang van de terbeschikkinggestelde en de voorwaarden die zijn gesteld voor zijn terugkeer in de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-700322-10
Datum uitspraak: 14 mei 2020
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] ( [land] ),
verblijvende: [adres] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 maart 2014 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • doodslag;
  • bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 3 februari 2015. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 25 april 2019 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 3 februari 2020.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het adviesrapport van FPC Pompestichting van 26 november 2019, opgemaakt en ondertekend door [naam 1] , behandelcoördinator, en [naam 2] , psychiater, directeur patiëntenzorg, en plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
  • het maatregelrapport van de reclassering van 9 maart 2020, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker, en [unitmanager] , unitmanager;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 juli 2019.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 23 december 2019 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met een jaar.
Het onderzoek in de zaak is op 24 maart 2020 geschorst in verband met de wegens het covid-19 virus getroffen maatregelen.
Het onderzoek van de zaak is hervat op de openbare zitting van 30 april 2020. De rechtbank heeft gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ’s-Gravenhage;
  • de officier van justitie mr. M. Veneberg;
  • [naam 1] , behandelcoördinator, verbonden aan FPC Pompestichting als deskundige;
  • [reclasseringswerker] , reclasseringswerker, verbonden aan GGZ IrisZorg, als deskundige.
Vanwege de landelijke maatregelen die door de rechtspraak in verband met het covid-19 virus zijn getroffen, zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en de beide deskundigen middels een Skype-verbinding gehoord.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar, en heeft gevorderd dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd onder de in het maatregelrapport genoemde voorwaarden.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben gesteld dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling dient te worden afgewezen, nu er geen recidiverisico meer aanwezig is. De kliniek en de reclassering schatten het recidiverisico immers in als laag.
De terbeschikkinggestelde heeft naar voren gebracht trots te zijn op de stappen die hij heeft gezet, en dat het voor hem groots en mooi is dat over een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt gesproken.

4.De beoordeling

De vordering is op 23 december 2019 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat de bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling dient te worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte advies van de kliniek, het maatregelrapport van de reclassering, en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.
Het rapport van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een verleden met middelenmisbruik. In december 2018 is er in het kader van transmuraal verlof een machtiging voor een wijziging van het verlofplan gegeven, waardoor de terbeschikkinggestelde onbegeleide verloven, inclusief overnachtingen, naar zijn gezin in [plaats 1] heeft. De verloven verlopen inhoudelijk tot op heden naar wens. De terbeschikkinggestelde heeft zich enkele malen niet aan de verlofvoorwaarden gehouden, bijvoorbeeld door het meer nuttigen van alcohol dan is toegestaan en door het niet bereikbaar zijn tijdens verlof. De terbeschikkinggestelde zoekt de grenzen op van zijn vrijheden, maar dit leidt niet tot delictgerelateerd gedrag. In de afgelopen periode heeft de terbeschikkinggestelde positieve stappen gezet in zijn resocialisatie. Alle behandelonderdelen zijn afgerond en het lukt de terbeschikkinggestelde een stabiel inkomen te genereren door middel van werk. Daarnaast breidt de terbeschikkinggestelde zijn netwerk op een positieve manier uit, betaalt hij zijn schulden af, en heeft hij goede contacten met de reclassering. De terbeschikkinggestelde heeft de laatste stap in zijn resocialisatietraject gezet door medio oktober 2019 te verhuizen naar een zelfstandige woning in [plaats 2] . In de huidige situatie wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Het advies van de kliniek is om de maatregel met een jaar te verlengen en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen
Het reclasseringsrapport
Het maatregelrapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
De terbeschikkinggestelde maakt zijn afwegingen continu in wat hij wel en niet prijs geeft. Daarin wordt hij gestuurd door zijn antisociale cognities. De terbeschikkinggestelde is vriendelijk in contact, en in gesprek wordt al snel duidelijk dat hij weet wat hij wil en dat hij hier goed over heeft nagedacht. Hij heeft een toekomst voor ogen waarin hij binnen zijn gezin kan functioneren als vader en als partner. Hij streeft pro-sociale doelen na. Zijn verleden in crimineel gedrag spreekt niet voor hem en de omslag lijkt bijna te mooi om waar te zijn, maar de reclassering ziet de juiste intenties bij de terbeschikkinggestelde. Daar komt bij dat er momenteel meer beschermende dan criminogene factoren zijn te benoemen. Zolang de terbeschikkinggestelde zich niet opnieuw in een crimineel milieu begeeft en niet terugvalt in fors middelengebruik, is de reclassering van mening dat de kans op recidive laag is. De reclassering adviseert om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen onder de in het rapport genoemde voorwaarden.
De toelichting van deskundige [naam 1]
De deskundige heeft ter zitting, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
Sinds het uitgebrachte advies is een aantal dingen veranderd, namelijk de woonsituatie, de relatie en het werk van de terbeschikkinggestelde. Door omstandigheden is de terbeschikkinggestelde zijn baan verloren, maar na contact met zijn oude werkgever kan hij daar weer beginnen. Het verliezen van zijn baan ligt buiten de invloedssfeer van de terbeschikkinggestelde en de kliniek heeft er vertrouwen in dat hij zich, net zoals voorheen, kan herpakken. De voorwaarden in het maatregelrapport zijn summier, maar afdoende. Die voorwaarden worden thans gehanteerd en dekken het recidiverisico afdoende af. Het recidiverisico wordt op laag tot laag/matig geschat. Mocht de terbeschikkinggestelde weer het criminele pad op gaan, dan is dat zijn eigen keuze en dan is een straf passender. De risicotaxatie is gedaan toen de veranderingen in het leven van de terbeschikkinggestelde zich reeds hadden voorgedaan. Het wijzingen van de woonsituatie heeft gemaakt dat het recidiverisico naar “laag” is gegaan. De samenwerking met de reclassering is goed verlopen, en de terbeschikkinggestelde loopt geen risico om zonder woning te zitten wanneer de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd. De kliniek acht een geleidelijke afbouw verstandig, zodat de terbeschikkinggestelde begeleiding blijft houden. De overgang van terbeschikkingstelling naar de maatschappij kan immers als lastig worden ervaren. Mocht geen geleidelijke overgang plaatsvinden, dan gaat het recidiverisico omhoog. Het recidiverisico wordt naar verwachting niet lager dan het momenteel is, vanwege het aandeel van de historische factoren, maar het kan wel enigszins hoger worden wanneer er totaal geen begeleiding meer aanwezig is. De kliniek adviseert om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, zodat een geleidelijke afbouw wordt gerealiseerd en niet meteen alle begeleiding vervalt.
De toelichting van deskundige [reclasseringswerker]
De deskundige heeft ter zitting, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
Een kaal toezicht is passend bij de fase waarin de terbeschikkinggestelde zich momenteel bevindt. Er is een andere route gekozen door het proefverlof over te slaan en meteen in te zetten op voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, omdat deze route past bij hoe de terbeschikkinggestelde het heeft gedaan, hoe hij het thans doet en naar verwachting zal gaan doen. De samenwerking verloopt goed. Momenteel heeft de reclassering één keer in de maand contact met de terbeschikkinggestelde, maar na een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging wordt dat waarschijnlijk vooralsnog één keer in de twee weken.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaren te boven gaan.
De rechtbank overweegt dat bij de risicotaxatie rekening is gehouden met de situatie zoals die zich thans voordoet. Op basis daarvan wordt het recidiverisico als laag geschat, waarmee niet is gezegd dat het recidiverisico geheel is verdwenen. De inschatting is dat het recidiverisico zal toenemen, als de terbeschikkingstelling geheel wordt beëindigd en de terbeschikkinggestelde zonder enige vorm van begeleiding in de maatschappij terugkeert.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen.
Naar het oordeel van de rechtbank is echter wel gebleken dat het recidiverisico tot een zodanig aanvaardbaar niveau is teruggebracht, dat de verpleging van overheidswege niet langer noodzakelijk is. De rechtbank ziet in het maatregelrapport en hetgeen is besproken ter zitting aanleiding het bevel tot verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en acht het eveneens verantwoord om dat te doen, waarbij de voorwaarden zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport van 9 maart 2020 passend worden geacht.
Naar het oordeel van de rechtbank kan onder de huidige omstandigheden en de hierna te noemen voorwaarden op een verantwoorde en gefaseerde wijze de terugkeer van de terbeschikkinggestelde in de maatschappij worden gerealiseerd.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard in te stemmen met de voorwaarden, zoals geformuleerd in het maatregelrapport.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • verlengt de terbeschikkingstelling van
  • beëindigt de verpleging van overheidswege en stelt daarbij de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde:
1. zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. meewerkt aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- de terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering, zo vaak als de reclassering dat nodig vindt;
- de terbeschikkinggestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien ter vaststelling van zijn identiteit;
- de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is ter opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- de terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken;
- de terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- de terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact met hem hebben, als dat van belang is voor het toezicht;
3. meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
4. niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen gaat, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
5. geen harddrugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod, voor zover en zolang de reclassering dit nodig acht. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd;
- draagt Reclassering Nederland op om aan de terbeschikkinggestelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.B. Cakir als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 mei 2020.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.