ECLI:NL:RBOVE:2020:1734
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in een witwaszaak met onvolledig bewijs
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, wordt de verdachte beschuldigd van het witwassen van geld in verband met de aankoop van een woning. De rechtbank heeft op 14 mei 2020 een tussenvonnis uitgesproken, waarin zij concludeert dat het onderzoek niet volledig is geweest. Tijdens de zitting op 30 april 2020 heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. F.A. Demmers, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.H.J.G. van Voorthuizen. De tenlastelegging betreft het witwassen van een bedrag van in totaal € 256.672,00, waarbij de verdachte en haar mededaders zouden hebben geweten dat dit geld afkomstig was uit een misdrijf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft betoogd dat er wettig en overtuigend bewijs is voor het witwassen van een bedrag van € 30.000,00, terwijl de verdediging heeft gepleit voor vrijspraak. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat er aanvullende informatie nodig is, met name omdat de overgelegde bankafschriften in het Turks zijn en niet voldoende inzicht geven in de geldstromen.
Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen, met de opdracht aan het Openbaar Ministerie om aanvullend onderzoek te verrichten. De rechtbank zal de zaak op een later tijdstip opnieuw behandelen, waarbij de verdachte en haar raadsman op de hoogte worden gesteld van de datum en tijd van de volgende zitting.