Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
REPLAN ENGINEERING B.V.,
WECOVI VASTGOED B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 november 2019, waarin per abuis de akte overlegging producties en eiswijziging van Replan niet vermeld staat;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de aanvullende producties 17 tot en met 20 van Replan;
- de akte overlegging producties en de bij brief van 6 februari 2020 toegezonden aanvullende productie 27 van Wecovi;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2020 en de reacties daarop van partijen;
- de aan het proces-verbaal gehechte pleitnota’s van partijen.
2.De feiten
e-mail staat onder meer het volgende vermeld:
“
Doel 1:handelen en bouwen in het belang van de klant.
“
- De financiering is niet toereikend voor de bouw na de forse stijging. De bank heeft schriftelijk bevestigd dat ze de financiering niet wil uitbreiden onder dezelfde voorwaarden. Voorbehoud van financiering is onderdeel van de afspraak.
- De stijging van de bouwkosten is zeer fors en voor ons een onvoorziene omstandigheid.
- Replan was volledig op de hoogte van de financiering en heeft ons nooit gewezen op een mogelijke forse stijging van de bouwkosten.
- Wij begrijpen niet dat Replan zich op het standpunt stelt dat wij door moeten gaan met het bouwproject terwijl wij van een adviseur juist hadden verwacht dat die in iedere fase kritisch zou meekijken naar de haalbaarheid van het nieuwbouwproject.
- Alle door Replan gemaakte kosten zijn reeds voldaan terwijl wij nog met de bank en eigenaar van de grond tot afspraken moeten komen en al heel veel geld hebben uitgegeven aan Replan en voortraject (waaronder bouwvergunning).”
Samenvatting werkzaamheden uitvoeringsfase;(per onderdeel)
- Contracten opstellen tussen opdrachtgever en deel- leveranciers/uitvoerende partijen
- Projectleiding voeren over alle partijen, zowel bouwkundig als installaties.
- Aansturen van de uitvoerder op de bouwplaats voor de dagelijkse gang van zaken.
- Bouwvergaderingen beleggen en voorzitten met uitvoerende partijen.
- Directievergaderingen met opdrachtgever.
- De geleverde kwaliteit controleren.
- De financiële projectadministratie bijhouden betalingstermijnen vrijgeven i.o. met opdrachtgever.
- De kostenbewaking bijhouden gedurende het project.
- De opleveringen doen per onderdeel.
70%van de totale werkzaamheden.
€ 263,750,-gaan. (Het mislopen van winst etc. is hierin nog niet meegenomen.)
3.Het geschil
in conventie
primair
overeenkomst op grond van die tekortkoming ontbonden en Wecovi dient alle schade die Replan als gevolg van deze tekortkoming lijdt, te vergoeden.
4.De beoordeling
in conventie
Wecovi meent dat zij bevoegd was om de overeenkomst met Replan te beëindigen en stelt zich op het standpunt dat de ontbinding van de overeenkomst vanwege de opzegging zonder gevolg blijft en dat Replan dan ook geen aanspraak kan maken op schadevergoeding.
Phoenix).
het volgende aan. De aard van de overeenkomst brengt met zich mee dat deze niet tussentijds kan worden opgezegd. Partijen zijn namelijk een overeenkomst van opdracht aangegaan voor de duur van een (bouw)project. Dit bouwproject was bovendien in volle gang en zat al geruime tijd in de uitvoeringsfase. Ook heeft Replan haar bedrijfsvoering volledig afgestemd op dit project. Zij heeft andere opdrachten moeten weigeren en is voor haar inkomsten en continuïteit van de onderneming afhankelijk van dit bouwproject. Daarnaast heeft Replan een uitvoerder en timmerman moeten contracteren en hebben haar “vaste” leveranciers veel werk in het offertetraject gestoken. Uitvoering van de overeenkomst komt de naamsbekendheid van Replan ten goede en de beëindiging van de overeenkomst schaadt de goede naam van Replan bij haar leveranciers.
Parl. Gesch., p. 67-68).
De door Replan genoemde omstandigheden, voor zover al juist, maken niet dat hiervan sprake is en die omstandigheden zijn ook niet vergelijkbaar met de omstandigheden in de zaak die heeft geleid tot het Phoenix-arrest. Integendeel, die zaak zag op de situatie dat pas na volledige volbrenging van de opdracht loon verschuldigd was, terwijl in het onderhavige geval sprake is van een overeenkomst die in fases is opgedeeld en daarmee van periodieke facturering en betaling. Deze opdeling in fases maakte dat de stand van het werk evenmin aan de opzegging in de weg stond, nu met de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden nog niet was begonnen. Daarnaast geldt dat in het onderhavige geval wel redelijke gronden zijn aangevoerd voor de opzegging van de overeenkomst. Replan heeft de overeenkomst opgezegd vanwege de gebleken stijging van de bouwkosten en het uitblijven van een extra financiering voor die kosten. Het alternatieve plan dat op 5 april 2019 is gepresenteerd, was gelet op de verminderde omvang van het gebouw voor haar niet aanvaardbaar. Ook indien Replan rekening had moeten houden met een kostenstijging, deze mede het gevolg is geweest van haar eigen kostenverhogende wensen en indien zij in verband met die kostenstijging wel een extra financiering had kunnen krijgen, kan naar het oordeel van de rechtbank in de gegeven omstandigheden niet volgehouden worden dat het haar niet vrij stond de overeenkomst vanwege die kostenstijging op te zeggen. Dit geldt des te meer nu Replan, anders dan zij stelt, niet volledig afhankelijk was van de betreffende opdracht. Replan had immers al in of vóór februari 2019 opdracht gekregen voor het project van [bedrijf]
Wecovi betwist dat Replan aanspraak kan maken op het volle loon. Zij stelt zich in dit kader onder meer op het standpunt dat sprake is geweest van een rechtsgeldige opzegging en dat Replan niet heeft onderbouwd waarom het volle loon redelijk zou zijn.
De vraag of het einde van de overeenkomst aan Wecovi kan worden toegerekend, kan echter in het midden blijven. De rechtbank is namelijk van oordeel dat betaling van het volle loon in de gegeven omstandigheden niet redelijk is. In dit kader wordt vooropgesteld dat een opdrachtnemer bij een voortijdig einde van de overeenkomst op grond van de hoofdregel in artikel 7:411 lid 1 BW in beginsel slechts recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Bij de bepaling van dat loon dient onder meer rekening te worden gehouden met de verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft en de grond waarop de overeenkomst is beëindigd. Slechts bij uitzondering kan de opdrachtnemer aanspraak maken op het volle loon. Van een dergelijke uitzonderingssituatie is in het onderhavige geval geen sprake. Replan heeft ook niet gesteld dat en waarom betaling van het volle loon redelijk is. De subsidiaire vordering van Replan is dus evenmin toewijsbaar.
Daarnaast dienen partijen zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Indien partijen zich wensen uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige(n), dienen zij daarbij aan te geven over welke deskundige(n) zij het eens zijn, dan wel tegen wie zij gemotiveerd bezwaar hebben. De rechtbank zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen.
Alleen al op grond van het voorgaande kan de reconventionele vordering van Wecovi, die overigens vrij summier is toegelicht en onderbouwd, in het te wijzen eindvonnis naar het oordeel van de rechtbank niet worden toegewezen.
5.De beslissing
13 mei 2020voor het nemen van een akte door Replan waarin zij zich dient uit te laten over de verrichte werkzaamheden en de aangekondigde deskundigenrapportage, waarna de zaak zal worden verwezen naar de rol van 27 mei 2020 voor antwoordakte van Wecovi;
2020.