Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het vonnis in het incident tevens tussenvonnis in de hoofdzaak van 20 april 2020,
- de producties van de zijde van Windesheim,
- de (aanvullende) producties van de zijde van HEVO,
- de op voorhand bij de rechtbank ingediende pleitnota’s van partijen,
- de mondelinge behandeling ter zitting via een Skype-verbinding op 22 april 2020, waar ICS, vertegenwoordigd door de heer [A], vergezeld door haar advocaten, Windesheim, vertegenwoordigd door de heer [B] en de heer [C], vergezeld door haar advocaten en HEVO, vertegenwoordigd door de heer [D], vergezeld door haar advocaat, zijn verschenen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
de spoedeisendheid
- Gegadigde heeft de drie profielen beschikbaar = 100% van maximale score
- Gegadigde heeft twee van de drie profielen beschikbaar = 66,67% van maximale score
- Gegadigde heeft één van de drie profielen beschikbaar = 33,33% van maximale score
- Gegadigde heeft geen van de drie profielen beschikbaar = 0% van maximale score
5.De beslissing
€ 157,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat ICS niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;