ECLI:NL:RBOVE:2020:1671

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 april 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
08-710591-10
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een jaar na beoordeling van het recidiverisico en behandelvoortgang

Op 30 april 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1979 en verblijvende in FPC De Rooyse Wissel. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Almelo op 16 april 2012 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar toegewezen, na een openbare zitting op 16 april 2020 waarin de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen zijn gehoord via een Skype-verbinding vanwege COVID-19 maatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat het recidiverisico nog steeds als matig tot hoog wordt ingeschat. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, waarbij de terbeschikkinggestelde de wens heeft geuit om in de regio Twente te resocialiseren. De rechtbank heeft het verzoek tot aanhouding van de zaak voor het opstellen van een maatregelrapport afgewezen, maar verwacht dat er voorafgaand aan de volgende verlengingszitting een maatregelrapport door de reclassering wordt opgemaakt. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen voorop staan.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-710591-10
Datum uitspraak: 30 april 2020
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Rooyse Wissel te Oostrum,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Almelo van 16 april 2012 ter beschikking gesteld met voorwaarden, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, telkens meermalen gepleegd;
  • opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
  • mishandeling;
  • diefstal, meermalen gepleegd;
  • bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De maatregel is ingegaan op 16 april 2012. Bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 21 mei 2015 is alsnog de verpleging van overheidswege bevolen. Deze beslissing is op 24 december 2015 in hoger beroep door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigd. De maatregel is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 20 juni 2019. Deze beslissing is op 24 oktober 2019 in hoger beroep door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigd. De terbeschikkingstelling eindigt, behoudens nadere voorziening, op 16 april 2020.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het adviesrapport van FPC De Rooyse Wissel van 27 februari 2020, opgemaakt en ondertekend door drs. [naam 1] , hoofd behandeling, P.A.W. Booltink, psychiater, en drs. [naam 2] , adjunct directeur Behandeling en Zorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 15 januari 2019 tot 30 december 2019.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 10 maart 2020 een vordering ingediend tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare zitting van 16 april 2020. De rechtbank heeft op de openbare zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.M.H. Revis, advocaat te ’s-Gravenhage;
  • de officier van justitie mr. E. Agelink;
  • W.A.Th. Bos, GZ-psycholoog, verbonden aan FPC De Rooyse Wissel als deskundige.
Vanwege de landelijke maatregelen die door de rechtspraak in verband met het covid-19 virus zijn getroffen, zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en de deskundige middels een Skype-verbinding gehoord.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw hebben primair verzocht om aanhouding van de zaak, teneinde de reclassering een maatregelrapport te laten opstellen. Uit de vier-jaarsrapportage die in januari 2018 ten behoeve van een eerdere verlengingszitting is opgesteld, volgt immers dat de psychiater en de psycholoog zich op het standpunt stelden dat voortvarend richting voorwaardelijke beëindiging moet worden gewerkt. Dat is ook de wens van de terbeschikkinggestelde. De deskundigen achtten het recidiverisico laag. Daar komt bij dat de kliniek verlenging van de terbeschikkingstelling en in principe continuering van de verpleging van overheidswege adviseert, maar dat in het advies van de kliniek ook naar voren komt dat de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging de komende tijd dient te worden gerealiseerd. Mocht de rechtbank niet tot aanhouding overgaan, dan verzoekt de raadsvrouw de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar en een overweging op te nemen die ertoe strekt te bewerkstelligen dat ten behoeve van de volgende verlengingszitting een maatregelrapport wordt opgesteld.

4.De beoordeling

De vordering is op 10 maart 2020 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling dient te worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige in aanmerking.
Het verlengingsrapport van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis, alsmede een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD), in combinatie met cocaïneafhankelijkheid en cannabisafhankelijkheid. De intelligentie imponeert als beneden gemiddeld, met een harmonisch profiel. Op 30 december 2019 is de terbeschikkinggestelde transmuraal uitgeplaatst en sindsdien verblijft hij op de kliniekappartementen, behorende bij de resocialisatieafdeling [afdeling] . Deze zijn gelegen in de kliniek, maar buiten de beveiligde ring. Na een roerige tijd in de behandeling heeft de terbeschikkinggestelde zich sinds eind augustus 2019 herpakt in de samenwerking, en heeft hij in overleg met de psychiater gekozen voor stemmingsstabiliserende medicatie. Sindsdien vervalt de terbeschikkinggestelde niet meer in dreigementen. Onbegeleide verloven werden weer mogelijk. De terbeschikkinggestelde is regelmatig langere tijd abstinent en hij werkt bij de fietsenmaker in [dagbesteding] (externe dagbesteding). Het behandelteam verwacht dat de terbeschikkinggestelde transmuraal nog de nodige leermomenten zal tegenkomen. Het gegeven dat hij wederom contact heeft met zijn ex-partner en zijn zoon zorgt daarbij voor een nieuwe kwaliteit (ook qua risicomanagement). Het recidiverisico in geval van beëindiging van het toezicht of de maatregel wordt matig-hoog geacht. Naar verwachting en gebaseerd op ervaringen uit het verleden zal de terbeschikkinggestelde zich niet houden aan gemaakte afspraken met hulpverleners en zullen er problemen ontstaan met de leefomstandigheden. De terbeschikkinggestelde zal naar verwachting met zijn medicatie stoppen en hij mist nog de adequate copingvaardigheden in het omgaan met spanningen, heftige emoties en problemen van alledag. De neigingen om met stress om te gaan door middelengebruik zijn nog volop aanwezig en de terbeschikkinggestelde kan impulsief agressief worden wanneer er niet aan zijn verwachtingen wordt voldaan of bij afwijzing, waarbij de impulscontrole als gevolg van cocaïnegebruik nog verder zal afnemen. Er is nog immer sprake van een hoog recidiverisico en er moeten nog stappen worden ondernomen om het resocialisatietraject vorm te geven. De kliniek adviseert een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar en in principe continuering van de verpleging van overheidswege.
De toelichting van de deskundige W.A.Th. Bos ter zitting
De deskundige heeft ter zitting, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
De deskundige herkent het beeld over de terbeschikkinggestelde dat vanuit de rapportage van de eerdere behandelafdeling naar voren komt niet, want hij werkt nu wel goed samen. Daardoor heeft er een goede behandelbespreking plaatsgevonden over hoe zijn toekomst dient te worden vormgegeven. De terbeschikkinggestelde wenst eerst zijn eigen plek te hebben in Twente, alvorens te gaan samenwonen met zijn (ex-)vriendin en zoontje. Met toestemming van de terbeschikkinggestelde is contact opgenomen met [instelling] in Almelo. Die instelling heeft de mogelijkheid tot begeleid wonen. [instelling] heeft de casus van de terbeschikkinggestelde bekeken en ingestemd met een intakegesprek, dat zal plaatsvinden zodra de maatregelen rondom het Coronavirus zijn opgeheven. Het is echter van belang op te merken dat [instelling] wenst dat de terbeschikkinggestelde onder de machtiging van transmuraal verlof wordt overgeplaatst, zodat de kliniek kan meekijken hoe dat verloopt en bij tegenslagen de terbeschikkinggestelde (kortdurend) terug kan worden geplaatst in de kliniek. Na het transmuraal verlof kan proefverlof worden aangevraagd en kan de reclassering invoegen. Mocht de verpleging van overheidswege voorwaardelijk worden beëindigd, dan kan de terbeschikkinggestelde niet naar [instelling] in Twente worden overgeplaatst en zal hij in Limburg moeten resocialiseren. Dat is niet wat de terbeschikkinggestelde wil en ook niet wenselijk, vanwege een eerder moeizaam verlopen contact met de reclassering aldaar. Daar komt bij dat de overplaatsing naar Almelo goed is voor de terbeschikkinggestelde, omdat hij daar ook dichter bij zijn netwerk verblijft. De terbeschikkinggestelde is toe aan de volgende stap. Hij is af en toe zuchtig, maar hij kan dat beter benoemen: hij is opener en transparanter geworden. Mocht er een keer iets fout gaan, dan kan daar nu wel met hem over worden gesproken. Om in Twente te resocialiseren, moet genoemde route worden gevolgd. De terbeschikkinggestelde dient eerst in de nieuwe regio te aarden en met het nieuwe team vertrouwd te raken. Het is voorts van belang dat er dagbesteding voor hem wordt gevonden in de nieuwe regio. Daarna dient een behandelplan te worden opgesteld, zodat de reclassering er meteen bij betrokken kan worden. Het is niet de bedoeling om daar een lange tijd overheen te laten gaan.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de inhoud van de rapportage, de toelichting van de deskundige en hetgeen ter zitting is besproken, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Het recidiverisico is immers nog matig tot hoog.
De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat de maatregel is opgelegd ter zake van een of meer misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten meerdere bedreigingen met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De rechtbank stelt voorop dat de terbeschikkinggestelde de afgelopen maanden een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, en dat dit komt door zijn huidige inzet en houding.
Het recidiverisico in geval van beëindiging van de maatregel is matig tot hoog, omdat op de lange termijn de verwachting is dat de terbeschikkinggestelde zonder steun en structuur in een negatieve spiraal terechtkomt. De rechtbank acht het dan ook van belang dat de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde met de juiste stappen wordt doorlopen. De terbeschikkinggestelde verblijft op de resocialisatieafdeling van de kliniek en zal derhalve nog verschillende stappen moeten doorlopen. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is gelet hierop nog te vroeg. Daarbij komt dat de terbeschikkinggestelde naar Almelo wenst te worden overgeplaatst om daar te resocialiseren, waarvoor reeds contact is gelegd met [instelling] . Die overplaatsing dient onder de paraplu van het transmuraal verlof plaats te vinden. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege staat aan die overplaatsing in de weg, en zal tot gevolg hebben dat de terbeschikkinggestelde in Limburg dient te resocialiseren onder begeleiding van de reclassering aldaar. De rechtbank acht dat niet in het belang van de terbeschikkinggestelde, nu de samenwerking tussen de terbeschikkinggestelde en de reclassering in Limburg eerder niet succesvol is gebleken en hij zich wenst te richten op resocialisatie in de regio Twente. Het traject dat ter zitting door de deskundige is toegelicht, wordt als de meest aangewezen weg gezien. Dat betekent dat de terbeschikkinggestelde in het kader van transmuraal verlof dient te worden overgeplaatst naar Almelo, waarna de vervolgstappen – waaronder het invoegen van de reclassering – in gang zullen worden gezet.
Aangezien naar het oordeel van de rechtbank een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege om voorgenoemde redenen thans niet in het belang van de terbeschikkinggestelde is, zal het verzoek tot aanhouding van de zaak voor het opstellen van een maatregelrapport worden afgewezen.
Mochten de kliniek en de reclassering in de komende periode daartoe termen aanwezig achten, dan verwacht de rechtbank dat voorafgaand aan de volgende verlengingszitting een maatregelrapport door de reclassering wordt opgemaakt.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • wijst af het verzoek tot aanhouding, teneinde een maatregelrapport te laten opstellen;
  • verlengt de terbeschikkingstelling van
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.B. Cakir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 april 2020.
De oudste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.