In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het aanbrengen van drie rolluiken en het realiseren van een Bed & Breakfast (B&B) aan de [adres 1] te Hellendoorn. De aanvraag voor de omgevingsvergunning werd ingediend door [naam], die op 11 juli 2019 de vergunning kreeg van het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn. Eisers, buren van de aanvrager, hebben beroep ingesteld tegen deze vergunning, stellende dat hun woon- en leefklimaat onevenredig wordt aangetast door de vergunningverlening.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend na een zorgvuldige procedure, waarbij de aanvraag is voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Tijdens de zitting op 10 maart 2020 zijn eisers, hun gemachtigde, en vertegenwoordigers van de gemeente en de derde-partij verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat de vergunning niet in strijd is met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat de belangen van de eisers niet onevenredig worden aangetast. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder de claims over geluidsoverlast en privacy, verworpen.
De rechtbank concludeert dat de vergunning voor de B&B-activiteiten als kleinschalig kan worden aangemerkt en dat er voldoende parkeergelegenheid is. De rechtbank heeft het beroep van eisers voor zover gericht tegen de (ontbrekende) i-vergunning niet-ontvankelijk verklaard en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. E. Hoekstra, rechter, in aanwezigheid van Y. van Arnhem, als griffier.