In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 april 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stantra Holding B.V. en 1.Transvir B.V. Stantra vorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis dat 1.Transvir had verkregen tot ontruiming van een bedrijfspand. De voorzieningenrechter heeft de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis voor de duur van 14 dagen geschorst, mede vanwege de bijzondere omstandigheden die voortvloeien uit de coronamaatregelen. Stantra had de huur van het gehuurde pand niet betaald en was in een juridische procedure verwikkeld met 1.Transvir, die de ontruiming had geëist. De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel 1.Transvir een executoriale titel had, de omstandigheden rondom de coronamaatregelen en de noodzaak voor Stantra om tijd te krijgen om te verhuizen, voldoende gewicht hadden om de executie tijdelijk te schorsen. De rechter benadrukte dat de belangen van Stantra, gezien de huidige situatie, niet lichtvaardig genegeerd konden worden, ondanks het belang van 1.Transvir om het pand snel te verhuren aan een andere huurder. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen.