4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 12 september 2018 verklaarde de getuige [getuige] , die aan de [adres 1] te Hengelo (O) woont, dat zij die dag omstreeks 02:38 uur een harde knal hoorde. Zij liep daarop naar het balkon van haar woning, keek naar buiten en zag een witte bus in een
parkeervak staan. Zij verklaarde verder dat zij zag dat er een persoon door de achterruit hing van de bus terwijl de benen er nog uitstaken; er stond achter de bus nog een persoon. Zij belde 112 en zag vervolgens dat de beide personen hard weg renden in de richting van de [adres 2] . Zij vroeg haar man aan de andere kant uit het raam te kijken; hij zag vervolgens twee personen wegfietsen in de richting van de [adres 3] en zag dat zij linksaf de [adres 3] op gingen. De persoon die half in de bus hing wordt door de getuige als volgt beschreven:
- ongeveer 1.70 cm lang
- normaal postuur
- zwarte hoody met capuchon
- zwarte broek.
De persoon die achter de bus stond wordt als volgt omschreven:
- zwarte hoody met capuchon
- donkere broek
- fietste op een fiets met rode krantenbezorgtassen.
[slachtoffer 1] deed mede namens [slachtoffer 2] aangifte van inbraak in zijn bestelbus die, tussen 11 september 2018 ’s-avonds en de volgende ochtend 12 september 2018, afgesloten aan de [adres 1] te Hengelo (O) stond. De achterruit van de bus was volgens aangever ingeslagen – er lag veel glas op de grond – en er was een DeWalt gereedschapskist met gereedschap erin gestolen.
Naar aanleiding van de melding van getuige [getuige] voornoemd om 02.38 uur rijden politieagenten in hun surveillanceauto op 12 september 2018 direct naar de [adres 3] in Hengelo (O) en zien zij een persoon op een fiets met donkere kleding en een capuchon over zijn hoofd. Bij het zien van verbalisanten verhoogt de fietser zijn snelheid. Verbalisanten zetten met de auto de achtervolging in, verliezen hem korte tijd uit het zicht en gaan te voet verder. Bij een flat in de buurt is een bosperceel, waar zij een fiets aantreffen. Direct daarop houdt een andere verbalisant verdachte aan. Verdachte is op dat moment bezweet en buiten adem. Nadat verbalisanten daarna de route die verdachte zojuist had afgelegd nagaan, vinden zij de gestolen gereedschapskisten in de bosjes. Ook werd er een vers bandenspoor aangetroffen dat over het gras richting [adres 3] voerde. Tevens werd er in die bosjes een witte handschoen, een breekijzer, een bahco, een kniptang en een zwarte snelbinder gevonden. Op een van de gereedschapskisten werd glas aangetroffen.
Wanneer bij verdachte de transportboeien worden afgedaan en een verbalisant hem fouilleert, vallen er stukjes glas uit zijn kleding (sweater en joggingbroek).Overigens heeft verdachte noch destijds bij de politie noch ter terechtzitting van 11 december 2018 gesteld dat hij de jas die hij toen aanhad, in de bosjes had gevonden, zodat de rechtbank dit verweer als ongeloofwaardig terzijde legt.
Die stukjes glas en de jas worden onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut. Twee hypothesen worden onderzocht, te weten: hypothese 1; één of meer van de onderzochte glassporen op de jas en de glassplinters die vielen uit de kleding van de verdachte zijn
afkomstig van de gebroken ruit(en) van de bedrijfsbus. Hypothese 2: alle onderzochte glassporen op de jas en de glassplinters die vielen uit de kleding van de verdachte zijn afkomstig van (een) willekeurig andere ruit(en).
Na uitvoerig onderzoek komt de deskundige tot de volgende conclusie: de bevindingen van het onderzoek zijn veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.