Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 februari 2020
- het bericht van de zijde van de advocaat van de gemeente dat IZW bij vonnis van
2.De verdere beoordeling
980,00
Rechtbank Overijssel
Op 20 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap IKZIJNWIJ B.V. (hierna: IZW) en de gemeente Kampen. IZW had vorderingen ingesteld tegen de gemeente, die betrekking hadden op de rechtsgeldigheid van de opzegging van een deelovereenkomst voor individuele begeleiding, de afgifte van bepaalde stukken en de nakoming van voorlopige voorzieningen. De voorzieningenrechter heeft alle vorderingen van IZW afgewezen.
De gemeente had de deelovereenkomst opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn, maar IZW betwistte de deugdelijkheid van de motivering van deze opzegging. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente de opzegging rechtsgeldig had gedaan, aangezien de opzegging niet per direct was en de gemeente niet verplicht was om een reden op te geven. De vordering van IZW tot nakoming van de deelovereenkomst werd eveneens afgewezen, omdat de gemeente niet onrechtmatig handelde door geen cliënten meer door te geleiden naar IZW.
Daarnaast had IZW verzocht om inzage in bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a Rv, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat IZW niet voldoende had onderbouwd welk bewijsrechtelijk voordeel zij zou hebben bij inzage in deze stukken. Ook deze vordering werd afgewezen.
Tot slot werd IZW veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gemeente tot op heden waren begroot op € 1.636,00, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten in aanwezigheid van de griffier.