ECLI:NL:RBOVE:2020:1203

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 maart 2020
Publicatiedatum
19 maart 2020
Zaaknummer
C/08/244676 / FA RK 20-472
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 maart 2020 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Almelo, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om verlenging van een eerder opgelegde crisismaatregel voor de betrokkene, die manisch psychotisch was en recentelijk was opgenomen. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, een vriendin en een psychiater aanwezig. De psychiater gaf aan dat de betrokkene in de dagen van opname beter had geslapen, maar dat er nog onvoldoende duidelijkheid was over de oorzaak van haar psychotische toestand. De advocaat van de betrokkene stelde dat er positieve veranderingen waren, maar dat verder onderzoek noodzakelijk was. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor dreigend ernstig nadeel dat voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigde. Daarom werd het verzoek tot verlenging van de machtiging afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. H. Vegter en schriftelijk uitgewerkt op 11 maart 2020.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Almelo
Zaak-/rekestnr.: C/08/244676 / FA RK 20-472
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 3 maart 2020van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren [1997], [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende bij Mediant, locatie Helmerzijde, te Enschede,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. D.F. Briedé.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 28 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 28 februari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 28 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 maart 2020, bij Mediant, locatie Helmerzijde, te Enschede.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [A], een vriendin van betrokkene;
  • [B], psychiater.
1.4
De officier van justitie heeft kenbaar gemaakt een nadere toelichting of motivering van het verzoek niet nodig te achten en daarom niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken, waaronder de medische verklaring en de mondelinge toelichting van de psychiater blijkt het volgende.
Betrokkene is afgelopen weekend opgenomen met een manisch psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene had al een langere periode niet geslapen. Zij was erg druk in haar doen en laten, verhoogd afleidbaar en verhoogd associatief. Zij leek zichzelf uit te putten. Daarnaast heeft betrokkene zich oppervlakkig in haar armen gesneden.
2.2
Op de mondelinge behandeling heeft de psychiater laten weten dat betrokkene in de afgelopen dagen van de opname veel beter heeft geslapen. Echter er bestaat nog onvoldoende duidelijkheid over de aanleiding van het manisch psychotisch toestandsbeeld van betrokkene. Gelet daarop wil de psychiater nader onderzoek verrichten. Volgens de psychiater is de huidige situatie nog erg pril.
2.3
De advocaat van betrokkene heeft gesteld dat het toestandsbeeld van betrokkene in positieve zin is veranderd ten opzichte van het weekend. Volgens hem is het een verschil van dag en nacht. Hij kan zich vinden in het standpunt van de psychiater dat het van belang is om onderzoek te verrichten, maar acht het mogelijk dat het onderzoek op vrijwillige basis plaatsvindt. De advocaat van betrokkene refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.4
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is gebleken van een
onmiddellijkdreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychotische stoornis van betrokkene, dat voortzetting van de crisismaatregel wordt gerechtvaardigd. De rechtbank heeft onvoldoende overtuiging dat als betrokkene meteen de kliniek verlaat het slecht met haar afloopt. De rechtbank geeft aan betrokkene wel mee om met de psychiater in gesprek te gaan en afspraken te maken over onder meer verder herstel.
2.5
Gelet op het voorgaande zal het verzoek tot het verlenen van een machtiging voortzetting crisismaatregel worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek tot het verlenen van een machtiging voortzetting crisismaatregel.
Deze beschikking is op 3 maart 2020 mondeling gegeven door mr. H. Vegter rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door A.G.M. Wispels als griffier, en op 11 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.