ECLI:NL:RBOVE:2020:1200

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 januari 2020
Publicatiedatum
19 maart 2020
Zaaknummer
242401 FT RK 20/9
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot toelating tot schuldsanering afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten

Op 9 januari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schuldsanering van een verzoeker, geboren in 1987. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling. Dit verzoek was eerder op 12 november 2019 afgewezen, en de verzoeker had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die een herbeoordeling rechtvaardigden. De rechtbank merkte op dat het vonnis van 12 november 2019 als herhaald en ingelast moest worden beschouwd. Tevens werd de verzoeker erop gewezen dat hij de mogelijkheid had om hoger beroep in te stellen tegen de eerdere afwijzing, wat hij had nagelaten. De rechtbank besloot om het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zonder de verzoeker te horen af te wijzen. De uitspraak werd gedaan door mr. M.M. Verhoeven en vond plaats in Almelo. De verzoeker heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, wat alleen kan door middel van een door een advocaat ondertekend verzoekschrift.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Almelo
rekestnummer: 242401 FT RK 20/9
uitspraakdatum: 9 januari 2020
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken op het verzoek van:

[verzoeker] ,

geboren [1987] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verder [verzoeker] te noemen.
Bij beschikking van deze rechtbank van 19 maart 2019 is over alle goederen, die toebehoren of zullen toebehoren aan [verzoeker] , bewind ingesteld, waarbij [A] (handelend onder de naam Profez Noltes), gevestigd te Oldenzaal, tot (beschermings)bewindvoerder is benoemd.

Het procesverloop

Bij vonnis van 12 november 2019 is een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling van [verzoeker] afgewezen.
Thans heeft [verzoeker] hetzelfde verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling opnieuw ingediend tesamen met een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Faillissementswet. Op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening is bij beschikking van vandaag afwijzend beslist.
De rechtbank zal vandaag uitspraak doen op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zonder [verzoeker] op zijn verzoek te horen.

De beoordeling

De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank zal [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsanering, omdat er ten opzichte van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dat op 12 november 2019 is afgewezen geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn aangevoerd. .Het vonnis van 12 november 2019 wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.
De rechtbank wijst er ten overvloede op indien [verzoeker] een inhoudelijke herbeoordeling van zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling had gewenst, hij van het vonnis van 12 november 2019 hoger beroep had kunnen instellen, hetgeen hij heeft nagelaten.

De beslissing

De rechtbank:
- verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling;
Gewezen door mr. M.M. Verhoeven, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 januari 2020, in tegenwoordigheid van de griffier [1] .

Voetnoten

1.