ECLI:NL:RBOVE:2020:1168

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
18 maart 2020
Zaaknummer
08/710097-18 en 08/160826-16 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een jongeman voor meerdere inbraken en diefstallen, met bijzondere aandacht voor jeugddetentie en voorwaarden

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een 24-jarige jongeman veroordeeld tot 8 maanden jeugddetentie, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, wegens het plegen van meerdere inbraken in vereniging. De jongeman heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal door middel van braak en insluiping, waarbij hij gebruik maakte van een gestolen bankpas. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich op verschillende tijdstippen schuldig heeft gemaakt aan diefstal, waarbij hij samen met anderen handelde. De feiten omvatten onder andere inbraken in woningen en een hotelkamer, waarbij diverse goederen zijn weggenomen, waaronder laptops, telefoons en geldbedragen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn eerdere veroordelingen en de noodzaak voor begeleiding en behandeling. De rechtbank heeft besloten om de jeugddetentie deels voorwaardelijk op te leggen, met bijzondere voorwaarden, om de kans op recidive te verkleinen. De verdachte moet zich gedurende de proeftijd laten begeleiden door de jeugdreclassering en zich houden aan de gestelde voorwaarden. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partijen, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte aansprakelijk is voor de schade die door zijn daden is veroorzaakt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer 08/710097-18 en 08/160826-16 (tul) (P)
Datum vonnis: 18 maart 2020
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1995 in [geboorteplaats 1] ,
(BRP adres) [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren van
5 maart 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.S. de Waard.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 5 maart 2020, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich op verschillende tijdstippen schuldig heeft gemaakt aan (gekwalificeerde) diefstal, al dan niet in vereniging met een ander of anderen.
Voluit luidt de - gewijzigde - tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 24 juli 2018 of 25 juli 2018, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Overdinkel, gemeente Losser, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), heeft/hebben weggenomen
- een laptop (merk Apple);
- geluidsapparatuur;
- autosleutels (van een autobus en/of een personenauto);
- één of meerdere TV schermen;
- een speaker (merk Harman Kardon); en
- een portemonnee,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot die woning heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij op of omstreeks 24 juli 2018 of 25 juli 2018 te Overdinkel, gemeente Losser, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, (vanaf de oprit van een woning gelegen aan de [adres 2] ) heeft weggenomen, een personenauto (merk: Ford, kenteken: [kenteken 1] ) en/of een bedrijfsbus (merk: Renault, kenteken: [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten te weten door zonder toestemming gebruik te maken van de autosleutel(s) van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ;
3.
hij op of omstreeks 21 augustus 2018, in de periode gelegen tussen 00:52 uur en 04:00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Borne , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 3] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), heeft/hebben weggenomen
- drie laptops (merk Apple);
- meerdere telefoonhoesjes;
- vier mobiele telefoons (iPhone 5S en/of twee iPhone's 6 en/of iPhone SE);
- twee computermuizen (merk: Apple);
- een draadloos toetsenbord (merk: Apple);
- meerdere opladers (merk: Apple);
- twee paar oordopjes (merk: Apple);
- een PlayStation (merk: Sony) en/of bijbehorende controllers en/of spellen;
- een Ipad (merk: Apple);
- twee smartwatches (merk: Apple);
- twee horloges (o.a. van het merk: Diesel);
- een docking station (merk: Apple);
- een zonnebril (merk: Brunotti);
- oplader van een elektrische fiets (merk: Sparta)
- huissleutels en
- een geldbedrag ter waarde van 1550 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot die woning heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
4.
hij op of omstreeks 17 augustus 2018, omstreeks 2:15 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te Hengelo, gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een hotelkamer aan de [adres 4] (kamer [nummer 1] ) heeft weggenomen - een comptertas; - een mobiele telefoon en/of - een portemonnee met inhoud (bankpas), in elk geval enig goed,dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] , terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming en/of insluiping;
5.
hij op of omstreeks 17 augustus 2018 te Gronau (Duitsland), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 20 euro, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutel, te weten een of
meer gestolen en/of onrechtmatig verworven bankpas(sen) toebehorende aan die [slachtoffer 5] ;
6.
hij op 25 juli 2018 en/of op 19 augustus 2018, te Overdinkel, gemeente Losser, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een opslagruimte behorende bij Sportclub [naam 1] , gelegen op/aan de [adres 5] , heeft weggenomen: gereedschap, te weten:
- één of meer (accu)boormachines;
- een bladblazer;
- één of meer lasapparaten en/of
- één of meer slijpers,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sportclub [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

Feit 1 en 2
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in de bijlage van dit vonnis zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Feit 3
4.3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van het proces-verbaal van de politie en het onderzoek ter terechtzitting vast dat in de nacht van 21 augustus 2018 een inbraak heeft plaatsgevonden in een woning aan de [adres 3] te [plaats 1] . Bij deze inbraak is een groot aantal goederen weggenomen. Getuige [getuige] (hierna: [getuige] ) heeft hierover onder meer verklaard, zakelijk weergegeven, dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) in de woning heeft ingebroken. Getuige [getuige] heeft het adres van de woning aan [medeverdachte 1] doorgegeven. Vervolgens is [getuige] samen met verdachte en [medeverdachte 1] in een Skoda naar [plaats 1] gereden. [getuige] zou verder geen betrokkenheid hebben gehad bij de inbraak. [medeverdachte 1] heeft bij de politie een bekennende verklaring afgelegd over zijn betrokkenheid bij de inbraak. [medeverdachte 1] heeft hierover onder meer verklaard, zakelijk weergegeven, dat [getuige] aan hem heeft verteld dat de eigenaar van de woning op vakantie was. Vervolgens is [medeverdachte 1] met verdachte naar de woning gegaan. Verdachte heeft bij de woning met een breekijzer een ruitje van de voordeur ingetikt waarna zij samen de woning in gegaan zijn. Er was geen rolverdeling bij de inbraak. De goederen uit de woning zijn in een gehuurde Skoda gelegd waarna [medeverdachte 1] en verdachte zijn vertrokken. Verdachte is samen met [medeverdachte 1] op 21 augustus 2018 rond 16.18 uur aangehouden in [plaats 2] terwijl zij gebruik maakten van een door medeverdachte [medeverdachte 2] gehuurde Skoda Fabia. De auto werd bestuurd door verdachte en [medeverdachte 1] reed mee als passagier. In de kofferbak van de Skoda Fabia werden goederen aangetroffen die afkomstig zijn van de inbraak in de woning aan de [adres 3] te [plaats 1] . Uit de track en trace gegevens van de gehuurde Skoda Fabia die door verdachte werd bestuurd blijkt onder meer dat de personenauto op 21 augustus 2018 in de [adres 3] in [plaats 1] is geweest en vanuit daar naar [plaats 2] is gereden.
Verdachte ontkent bij de politie en de rechter-commissaris dat hij betrokken is geweest bij de inbraak.
De rechtbank acht de ontkenning van verdachte over zijn betrokkenheid bij de inbraak ongeloofwaardig. Immers, verdachte is samen met [medeverdachte 1] kort na de inbraak aangetroffen in een auto die naar het oordeel van de rechtbank bij de inbraak is gebruikt. Deze auto werd door verdachte bestuurd. In de auto zijn goederen aangetroffen die bij de inbraak zijn weggenomen. [medeverdachte 1] en [getuige] hebben een verklaring afgelegd over de betrokkenheid van verdachte bij de inbraak. De rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 1] en [getuige] . Bovendien komen de verklaringen op wezenlijke onderdelen overeen. Deze verklaringen zijn voldoende geloofwaardig en daarom bruikbaar voor het bewijs. Bovendien heeft verdachte bij de politie en bij de rechter-commissaris geen enkele ontzenuwende verklaring gegeven voor deze verklaringen, terwijl deze dusdanig belastend zijn.
Al met al zijn er meerdere belastende bewijsmiddelen waaruit – tezamen genomen – betrokkenheid van verdachte bij deze inbraak kan worden afgeleid.
Uit de wijze waarop de inbraak heeft plaatsgevonden kan worden afgeleid dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking zodat de rechtbank het medeplegen wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank is aldus van oordeel dat op grond van voorgaande overwegingen in samenhang met de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte tezamen en in vereniging met een ander zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Feit 4 en 5
4.5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.6
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van het proces-verbaal van de politie en het onderzoek ter terechtzitting vast dat op 17 augustus 2018 goederen zijn weggenomen uit een hotelkamer van het [hotel] hotel te Hengelo (O), waar aangever [slachtoffer 5] (hierna: aangever) op dat moment verbleef. Aangever heeft hierover onder meer verklaard dat hij op 17 augustus 2018 in zijn hotelkamer was en de balkondeur van zijn kamer open had laten staan. Toen aangever 's ochtends wakker werd kwam hij tot de ontdekking dat zijn computertas, zijn mobiele telefoon van het merk Samsung, zijn portemonnee, zijn bankpas en de autosleutel van zijn Fiat weg waren. Toen aangever zijn bankpas wilde blokkeren kreeg hij van een medewerker van de bank te horen dat met zijn bankpas contactloos was gepind bij een tankstation in Gronau, Duitsland. Door de politie zijn camerabeelden bekeken van het hotel. Op deze camerabeelden is onder meer aangever te zien terwijl hij over de gang naar zijn hotelkamer loopt. Aangever draagt op dat moment een computertas bij zich. Op de camerabeelden is verder te zien dat door twee personen bij het hotel wordt ingecheckt. Verder is op de camerabeelden te zien dat later op de avond twee mannen over de gang lopen en een hotelkamer aan dezelfde zijde als de kamer van aangever binnengaan. Even later voegt zich een derde man bij hen. Deze kamers delen een balkon zonder tussenschotten. Wanneer de drie mannen de hotelkamer verlaten draagt één van de mannen een zelfde soort computertas als die van aangever bij zich.
Verdachte wordt door de politie herkend als de derde man die de hotelkamer ingaat en de man die bij het verlaten van de hotelkamer een zelfde soort computertas als aangever bij zich draagt. De andere mannen worden herkend als de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ). Binnen een tijdspanne van ongeveer 50 minuten zijn verdachte en medeverdachten ingecheckt en weer vertrokken. Uit track en trace gegevens van de gehuurde Skoda Fabia, die door de verdachte en de medeverdachten werd gebruikt, blijkt onder meer dat de personenauto op 17 augustus 2018 bij het [hotel] hotel in Hengelo (O) is geweest en vanuit daar naar een adres in Gronau, Duitsland rijdt. Dit adres is in de nabijheid van een tankstation.
Verdachte ontkent bij de politie dat hij betrokken is geweest bij de diefstal. Verdachte heeft bij de politie onder meer verklaard dat hij op een avond met medeverdachten [medeverdachte 1] en
[medeverdachte 2] in een kamer bij het [hotel] hotel in Hengelo (O) is geweest. De medeverdachten zouden toen even naar buiten zijn geweest. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft onder meer verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 2] een keer een Samsung telefoon en een Fiat autosleutel uit een kamer bij het [hotel] hotel heeft gestolen.
De rechtbank acht de ontkenning van verdachte over zijn betrokkenheid bij de tenlastegelegde feiten ongeloofwaardig. De medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben ingecheckt met het valselijk gebruik van het paspoort van de vader van verdachte. Verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gaan naar de hotelkamer. Gedrieën vertrekken zij, met zichtbare medeneming van een computertas, die wordt gedragen door verdachte, en zijn vervolgens te zien op de parkeerplaats. De rechtbank neemt aan dat dit de gelegenheid is geweest waarbij medeverdachte [medeverdachte 2] , volgens medeverdachte [medeverdachte 1] , een Samsung telefoon en Fiat autosleutel heeft weggenomen nu dit overeenkomt met de aangifte. Medeverdachte [medeverdachte 2] zou volgens medeverdachte [medeverdachte 1] gezegd hebben dat ze snel weg moesten omdat hij een autosleutel had gestolen. Binnen het tijdsbestek van een uur na inchecken zijn verdachte en zijn medeverdachten samen vertrokken. Verdachte draagt dan een gestolen computertas bij zich en is vervolgens samen met de medeverdachten met de goederen vertrokken. Vervolgens is binnen een uur met de gestolen bankpas € 20,- contactloos gepind. De rechtbank is, gelet op het vorenstaande en op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Uit de wijze waarop de feiten hebben plaatsgevonden kan worden afgeleid dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking zodat de rechtbank het medeplegen wettig en overtuigend bewezen acht.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
Feit 6
4.7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.8
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv in de bijlage van dit vonnis zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.9
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op
of omstreeks24 juli 2018
of 25 juli 2018, in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Overdinkel, gemeente Losser,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 2] ,
alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),heeft
/hebbenweggenomen
- een laptop (merk Apple);
- geluidsapparatuur;
- autosleutels (van een autobus en een personenauto);
- meerdere TV schermen;
- een speaker (merk Harman Kardon); en
- een portemonnee,
in elk geval enig goed, datdie geheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot die woning
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
2.
hij op
of omstreeks24 juli 2018
of 25 juli 2018te Overdinkel, gemeente Losser, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, (vanaf de oprit van een woning gelegen aan de [adres 2] ) heeft weggenomen, een personenauto (merk: Ford, kenteken: [kenteken 1] ) en
/ofeen bedrijfsbus (merk: Renault, kenteken: [kenteken 2] ),
in elk geval enig goed, datdie geheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , terwijl verdachte en
/ofzijn mededaders
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel,
te wetente weten door zonder toestemming gebruik te maken van de autosleutel(s) van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] ;
3.
hij op
of omstreeks21 augustus 2018,
in de periode gelegen tussen 00:52 uur en 04:00 uur, in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Borne ,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,gelegen aan [adres 3] ,
alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),heeft
/hebbenweggenomen
- drie laptops (merk Apple);
- meerdere telefoonhoesjes;
- vier mobiele telefoons (iPhone 5S en twee iPhone's 6 en iPhone SE);
- twee computermuizen (merk: Apple);
- een draadloos toetsenbord (merk: Apple);
- meerdere opladers (merk: Apple);
- twee paar oordopjes (merk: Apple);
- een PlayStation (merk: Sony) en bijbehorende controllers en/of spellen;
- een Ipad(merk: Apple);
- twee smartwatches (merk: Apple);
- twee horloges (o.a. van het merk: Diesel);
- een docking station (merk: Apple);
- een zonnebril (merk: Brunotti);
- oplader van een elektrische fiets (merk: Sparta)
- huissleutels en
- een geldbedrag ter waarde van 1550 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten delegeheel toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
szich de toegang tot die woning
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
4.
hij op
of omstreeks17 augustus 2018,
omstreeks 2:15 uur, in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te Hengelo, gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een hotelkamer aan de [adres 4] (kamer [nummer 1] ) heeft weggenomen
- een computertas;
- een mobiele telefoon en
- een portemonnee met inhoud (bankpas),
in elk geval enig goed,die geheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 5] , terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van
inklimming en/ofinsluiping;
5.
hij op
of omstreeks17 augustus 2018 te Gronau (Duitsland), tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 20 euro,
althans enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders dat weg te nemen goed onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen
of meer gestolen en/of onrechtmatig verworvenbankpas
(sen)toebehorende aan die [slachtoffer 5] ;
6.
hij op 25 juli 2018 en
/ofop 19 augustus 2018, te Overdinkel, gemeente Losser,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een opslagruimte behorende bij Sportclub [naam 1] , gelegen
op/aan de [adres 5] , heeft weggenomen: gereedschap, te weten:
- meerdere (accu)boormachines;
- een bladblazer;
- één lasapparaat en
/of
-
één ofmeerdere slijpers,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Sportclub [naam 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5,
feit 6 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 3
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
feit 2, feit 5
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
feit 4
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van insluiping.
feit 6
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere inbraken in vereniging. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van insluiping en is gebruik gemaakt van de gestolen bankpas door daar mee te betalen. Verdachte heeft er bij het plegen van deze misdrijven blijk van gegeven andermans eigendomsrechten niet te respecteren, geen rekening te houden met de veiligheidsgevoelens van de slachtoffers en alleen maar aan zijn eigen financieel gewin te denken. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
  • een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 24 januari 2020;
  • een pro justitia rapport van 9 september 2019, opgesteld door drs. T. Smits, GZ-psycholoog;
  • een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 26 november 2019, opgemaakt door [naam 2] , raadsonderzoeker;
  • een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 3 maart 2020, opgemaakt door [naam 3] , raadsonderzoeker.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij vaker met politie en justitie in aanraking is gekomen, onder meer voor gelijksoortige delicten. Verdachte liep in verband met een eerdere veroordeling nog in een proeftijd. Desondanks heeft dit hem er niet van weerhouden om nieuwe strafbare feiten te plegen.
In het pro justitia rapport is door de psycholoog onder meer beschreven, zakelijk weergegeven, dat na het eerste contactmoment de psycholoog geen contact meer heeft gehad met de verdachte omdat hij is weggelopen uit de instelling. Verdachte is onvindbaar en het is onduidelijk waar hij verblijft. Vanuit het enkele contactmoment met verdachte en dossierinformatie ontstaat een beeld van een kwetsbare jongeman met een belast verleden en een zorgelijke persoonlijkheidsontwikkeling. In het contact stelt verdachte zich ambivalent op. Verdachte is bij aanvang wantrouwend en achterdochtig, terwijl hij in gesprek vriendelijk en meewerkend is. Vanuit de beschikbare voorinformatie en het contact met de informanten komen zorgen naar voren over het ontbreken van zinvolle dagbesteding, middelengebruik en zijn emotieregulatie. In de voorgaande rapportage Pro Justitia (juli 2017) wordt een zorgelijk ontwikkelingsbeeld geschetst waarbij bij betrokkene sprake is van een verstandelijke beperking, een normoverschrijdend-gedragsstoornis en misbruik van cannabis. Tevens zijn er in de voorgaande rapportages aanwijzingen voor een autismespectrumstoornis en/of psychotische stoornis in ontwikkeling (verhoogde achterdocht, gebrekkige realiteitstoetsing, moeite met oorzaak-gevolg relaties, mogelijk in samenhang met cognitief verval). Deze aanwijzingen kunnen echter door de beperkingen van het onderhavig onderzoek niet tot onvoldoende onderzocht worden. Gezien de beperkingen van onderhavig onderzoek kan de psycholoog geen uitspraak doen over het al dan niet bestaan van een ziekelijke en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogens. Vermoed wordt echter dat verdachte, mede ook op basis van de stukken uit de voorinformatie, te maken heeft met een gebrekkige en kwetsbare (persoonlijkheids)ontwikkeling. De onderzoeksvragen kunnen, doordat er te gebrekkig zicht is verkregen, niet beantwoord worden.
In de rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming is onder meer beschreven, zakelijk weergegeven, dat de civielrechtelijke ingezette, ook gedwongen, behandeling geen gewenst effect heeft gehad. Verdachte laat zich niet vrijwillig begeleiden of behandelen en onttrekt zich actief aan toezicht, door zich voor instanties schuil te houden. De jeugdreclassering komt niet tot samenwerking met verdachte. Een pedagogische benadering is niet langer passend. Een onvoorwaardelijke taakstraf wordt niet haalbaar geacht. Door de problematiek van verdachte heeft hij dermate veel begrenzing nodig, dat voornamelijk geslotenheid noodzakelijk is. Jeugddetentie is daarvoor het meest passend. Een PIJ maatregel, heeft geen meerwaarde omdat behandeling binnen de geslotenheid van het civiele kader geen resultaat heeft geboekt. Detentie (voor volwassenen) is vanwege de ASS problematiek en het lage sociale en emotionele ontwikkelingsniveau van verdachte contra-geïndiceerd. Om het mogelijk te maken dat verdachte begeleid wordt bij de re-integratie na jeugddetentie, dient de detentie deels voorwaardelijk te worden opgelegd, waarbij er bijzondere voorwaarden worden gesteld en (Tactus) Reclassering Nederland opdracht krijgt toe te zien op de nakoming. De Raad voor de Kinderbescherming heeft bijzondere voorwaarden geformuleerd.
Ter terechtzitting heeft [naam 4] , raadsonderzoeker bij de Raad voor de Kinderbescherming, als deskundige een toelichting op het rapport gegeven en het gegeven advies gehandhaafd.
Ter terechtzitting heeft [naam 5] , jeugdreclasseringswerker bij de Jeugdbescherming Overijssel, als deskundige onder meer verklaard, zakelijk weergegeven, dat toezicht van de volwassenreclassering beter past bij verdachte aangezien een pedagogische benadering niet is gelukt. De reclassering kan bekijken welke klinische behandeling past bij de complexe problematiek van verdachte. Thans is er nog geen behandelplek op het oog. Bij een jeugddetentie kan een diagnostisch onderzoek duidelijkheid geven welke problematiek van verdachte eventueel eerst behandeld moet worden. Er zijn op dit moment veel signalen dat er sprake is van een zorgelijke situatie. Het recidiverisico is hoog. Door behandeling kan dit verkleind worden.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmodaliteit en de hoogte daarvan rekening gehouden met de adviezen van de GZ Psycholoog, de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdreclassering. De rechtbank is van oordeel dat oplegging van een aanzienlijke jeugddetentie passend en geboden is gelet op de ernst van de feiten. Gezien de persoon van verdachte is behandeling van verdachte nodig. Een klinische behandeling acht de rechtbank thans niet opportuun. De rechtbank is van oordeel dat een ambulante behandeling passend is indien dat geïndiceerd wordt geacht. Verdachte zal verder langdurige begeleiding en hulpverlening nodig hebben om de kans op recidive te doen verminderen. Een deel van de op te leggen vrijheidsstraf zal derhalve voorwaardelijk worden opgelegd om begeleiding en hulpverlening binnen een voorwaardelijk kader van jeugddetentie te bieden en ook om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Gelet op de jonge leeftijd van verdachte en zijn gebrekkige en kwetsbare (persoonlijkheids)ontwikkeling is de rechtbank van oordeel dat het toezicht dient te worden uitgevoerd door de jeugdreclassering.
Alles afwegende is passend en geboden een jeugddetentie voor de duur van acht maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden, met uitzondering van een klinische behandeling, zoals geadviseerd door de Raad van de Kinderbescherming, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
De rechtbank heeft tenslotte rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 Sr.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 677,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- parkeerkosten slachtofferhulp € 6,50;
- reiskosten slachtofferhulp € 21,17;
- eigen risico verzekering € 250,-.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 400,- gevorderd.
[slachtoffer 5]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij heeft geen bedrag voor schadevergoeding gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] heeft de officier van justitie gevorderd dat een schadevergoeding zal worden toegewezen voor de materiële schade en de immateriële schade, plus de wettelijke rente.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 5] heeft de officier van justitie gevorderd dat een bedrag van € 20,- zal worden toegewezen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten onder 1 en 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De gevorderde schade ten aanzien van de posten “parkeerkosten slachtofferhulp” en “reiskosten slachtofferhulp” zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde schade ten aanzien van de post “eigen risico” is onvoldoende onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij zal voor de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard nu het een vermogensdelict betreft en ten aanzien van de psychische gevolgen niet gemotiveerd heeft onderbouwd dat er sprake is van de aantasting in zijn persoon. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[slachtoffer 5]
De gevorderde schade is niet geconcretiseerd en niet onderbouwd. De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht. De rechtbank is van oordeel dat er geen vervangende jeugddetentie dient te worden opgelegd.

9.De vordering tenuitvoerlegging

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 23 mei 2017, gewezen door de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, parketnummer 08/160829-16 is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie met een proeftijd van twee jaren.
De officier van justitie heeft tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gevorderd.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg Sr en de artikelen 6:1:18 derde lid en 6:3:14 Sv.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 3
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
feit 2, feit 5
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
feit 4
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van insluiping.
feit 6
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
8 (acht) maanden,
waarvan twee (2) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
- bepaalt dat het voorwaardelijk deel van de straf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel, afdeling Jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de Jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de Jeugdreclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- indien dit geïndiceerd is, zich laat onderzoeken en behandelen door een nog nader te bepalen ambulante hulpverlening, te bepalen door de Jeugdreclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt;
- zinvolle dagbesteding heeft, waarbij de jeugdreclasseerder bepaalt wat passend is;
- draagt de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel (instantiecode AST106) op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. Verantwoordelijke gemeente is gemeente Almelo;
- daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid Sr en artikel 6:3:14 van het Wetboek van Strafvordering, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1](feiten 1 en 2): van een bedrag van € 27,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2018, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 27,67,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2018, ten behoeve van de benadeelde
[slachtoffer 1];
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij
  • bepaalt dat de benadeelde partij
opheffing schorsing van de voorlopige hechtenis
- heft op de bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte, zoals is bepaald in de beschikking van 19 april 2019 van de kinderrechter/rechter-commissaris in deze rechtbank;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de kinderrechter van 23 mei 2017 met parketnummer 08/160829-16 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. G.M.J. Vijftigschild en
mr. T.M. van Wanrooij, rechters, allen tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van
H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2020.
Buiten staat
Mrs. Bos en Vijftigschild zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit de dossiers van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer [nummer 2] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1 en feit 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , mede namens [slachtoffer 2] , van
25 juli 2018, pagina’s 213 t/m 222, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
2.
Het proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte [verdachte] , van 10 december 2018, pagina’s 52 t/m 56, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte.
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende de verklaring van de medeverdachte.
Feit 3
1.
Het proces-verbaal van aangifte, met bijlage(n), van [slachtoffer 3] , mede namens [slachtoffer 4] , van 25 juli 2018, pagina’s 319 t/m 331, als verklaring van aangever:
Op woensdag 08-augustus 2018 ben ik samen met mijn gezin op vakantie gegaan naar Istrië. Bij het verlaten van de woning hebben we alle ramen en deuren afgesloten. Op dinsdag 28 augustus 2018 hoorde ik van de overbuurvrouw via chat dat er in onze woning was ingebroken. We zijn niet eerder op de hoogte gebracht van de inbraak omdat mijn schoonvader onze vakantie niet wilde verpesten. Mijn schoonvader heeft de inbraak ontdekt toen hij naar onze woning ging om een boormachine op te halen. Toen hij daar aankwam bleek dat de voordeur had opengestaan en dat de onder ruit van de voordeur kapot was en dat men vermoedelijk via de kapotte ruit de deur heeft weten te openen. Er waren kratten met voorraad hoesjes weg. Verder stonden er drie Mc books. Twee waren privé eigendom en een van een klant. Die van de klant was een Mc Book Air en de andere twee waren Mc Book pro. Verder mis ik van een klant een Iphone 5 S wit met gebarsten scherm. Ik mis een zwarte Iphone 6. Een Iphone SE zwart space grey deze was inclusief een doosje. Verder mis ik privé 2 Apple muizen. Een draadloos toetsenbordje van Apple. Verder mis ik allerlei hoesjes en opladers. I phone laders een stuk of 3 en een stuk of 7 Ipad laders. Verder vermis ik ook nog oortjes van Apple. Dit betrof AIRPODS. Ik vermis ook een Sony Playstation 4 zwart van kleur 550 GB. Er zijn drie controllers weg. Verder vermis ik uit de woonkamer een Ipad 2.
Van boven vermissen we op de slaapkamer van mijn zoon [naam 6] een Iphone 6 S kleur goud
en een setje Apple oortjes ( origineel). Verder is er een smartwatch, nep Apple weg. Ook mis ik een Apple watch 2e edition, Uit onze slaapkamer is weggenomen: horloges. Diesel horloge. Verder is er uit een kluisje wat is opengebroken cash geld gehaald. Dit was ongeveer 1550 Euro aan bankbiljetten. Ik mis een zonnebril een Brunotti. Ook mis ik vanuit de bijkeuken een sleutelbos. Hier zaten de huissleutel en een autosleutel van de Mercedes. Een huissleutel van mijn schoonouders en van vrienden van ons en van een pinslot. Verder mis ik een oplader van een Spartafiets. Opmerking verbalisant: Ik deel aangever mede dat er kort na de inbraak bij aangever er verdachten zijn aangehouden in het Westen van het land die mogelijk in het bezit waren van goederen die vermoedelijk afkomstig zijn van de inbraak bij aangever. Van deze goederen zijn door de collega's aldaar foto's gemaakt ( 8 stuks) en die heb ik verbalisant aan aangever getoond. De getoonde foto's zijn genummerd van 1 t/m 8 en
als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd. Foto 1: De goederen die op deze foto zie staan herken ik als mijn eigendom zijn. De Imac stond op de grond type 2008. De Mc Book Pro 2011 in doos stond op de plank tussen de ordners en de doosjes . De Mc Book van de klant lag op mijn bureau. En de Mc Book Pro de open versie lag in de hoge witte kast op de 3e plank van onderen. Foto 2: Ik herken alleen het blauwe doosje. Hier zat mijn kaartgeld in. De zakjes met muntjes met groen briefje erin is ook afkomstig uit de witte kast. Dit geld is door
ons apart gehouden voor vrienden die een winkel hebben als wisselgeld. De Engelse
ponden herkennen we niet. kan misschien van onze kinderen zijn. De briefjes van 10
lijken op Kuna uit Kroatië. Deze zijn wel van ons. Foto 3: De Apple smartwatch is de nep versie waar ik in mijn aangifte over sprak. De tas is een gymtas van onze oudste zoon. Deze watch lag op de slaapkamer van onze zoon. Het tasje lag in de bijkeuken. Het hing aan de verwarming. Foto 4: De hoesjes op deze foto als ook de muis van Apple het tasje de oortjes en opladers herken ik allemaal als mijn eigendom. Foto 5: De doos met inhoud betreft een doos met kapotte schermen die gerefurbished kunnen worden. De Nintendo is een oude van mijn zoon. Alle andere dingen die er op staan herken ik als mijn eigendom. Deze doos stond op de grond in de bijkeuken. Foto 6: Deze docking station geluidsbox Hi Fi is de box die van onze slaapkamer is weggenomen. Foto 7: De krat met inhoud betreft inderdaad de krat met hoesjes die ik vermis. Deze krat stond op de grond voor de witte kast. Foto 8: Ook deze goederen herken ik als mijn eigendom.
2.
Het proces-verbaal van verdenking van verbalisant [verbalisant 1] , van 14 november 2018, pagina’s 345 t/m 346, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant:
Op dinsdag 21 augustus 2018 omstreeks 16:48 uur zag politieagent [naam 7] dat een zwarte
Skoda Fabia met hierin twee personen over de [straat 1] te [plaats 2]
reed. Dit voertuig werd geparkeerd aan de [straat 2] te [plaats 2] .
De achterklep van de Skoda stond geheel open en de bijrijder bevond zich ter hoogte van de achterzijde van de zwarte Skoda Fabia. De bijrijder werd herkend als zijnde [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] . Tevens zag politieagent [naam 7] dat de bestuurder uit de richting van het voorportier kwam gelopen naar de achterkant van de auto. De man die als bestuurder had gereden gaf op te zijn genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 3] . Ten tijde van het gesprek zag [naam 7] in de geopende kofferbak spullen liggen. Onder andere een Macbook, een grote IMAC, een dockingstation van een IPOD, Mac Book pro in een doos alsmede een bruinkleurig doosje met hierin zichtbaar meerdere soorten telefoons. Uit nader onderzoek naar de goederen in de kofferbak van de Skoda Fabia is gebleken dat er meerdere goederen zijn weggenomen bij een woninginbraak, gepleegd op 21 augustus 2018 tussen 02:00 en 09:55 uur aan het [adres 3] te [plaats 1] .
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , van 4 december 2018, pagina’s 350 t/m 357, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant:
Naar aanleiding van een aanhouding van verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] op dinsdag
21 augustus 2018 te 16.50 uur te [plaats 2] , waarbij een gehuurde personenauto,
merk Skoda, type Fabia, gekentekend [kenteken 3] in beslag is genomen, waarin na onderzoek
gestolen goederen lagen van een woninginbraak op 21 augustus 2018 aan de [adres 3]
te [plaats 1] , gepleegd tussen 02.00 uur en 21 augustus 2018 om 09.55 uur heb ik een nader
onderzoek ingesteld aan de Track en Trace voornoemde huurauto, welke voor het onderzoek ter beschikking zijn gesteld. De Track en Trace is tussen 21 augustus vanaf 00:00 uur tot 16:53 uur onderzocht. 21-08-2018 00:52:49 GPS Tracker: [kenteken 3] . Adres: [adres 3] [plaats 1] , Netherlands. Positie: [positie 1] .Aangekomen:21-08-2018 00:52:49. Vertrokken:21-08-2018 01:01:06. Duur:8 min 17 s.
21-08-2018 01:37:04. GPS Tracker: [kenteken 3] . Adres: [adres 3] [plaats 1] , Netherlands. Positie: [positie 2] ”. Aangekomen: 21-08-2018 01:37:04
Vertrokken:21-08-2018 01:44:00. Duur: 6 min 56 s. GPS Tracker: [kenteken 3]
Adres: [adres 6] [plaats 2] , Netherlands Positie: [positie 3] ° Aangekomen:21-08-2018 15:40:50 Vertrokken:21-08-2018 16:30:18 Duur:49 min 28 s
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , met bijlage(n), van 4 december 2018, pagina’s 358 t/m 357, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant:
Op dinsdag 21 augustus 2018 tussen 2:00 uur en 9:55 uur werd er bij een woning/bedrijfsruimte gelegen aan de [adres 3] te [plaats 1] ingebroken. Op dinsdag 21 augustus 2018 te 16:48 uur werd onderstaande voertuig met daarin onderstaande verdachten, [medeverdachte 1] en [verdachte] , aan de [adres 6] te [plaats 2] staande gehouden. Het onderstaand voertuig bleek te zijn gehuurd bij onderstaand Autobedrijf [naam 8] . In dit voertuig bleek een zogenaamde Track & Trace module waarmee bekeken kan worden waar het voertuig ten tijde van de verhuur is geweest. Om gegevens betreffende de verhuur van het voertuig te verkrijgen heb ik verbalisant zowel telefonisch, als via de mail, contact gezocht met Autobedrijf [naam 8] . Hierop kreeg ik van het autobedrijf de volgende mail:
De persoon die de auto gehuurd heeft, heeft zich gelegitimeerd met zijn rijbewijs. De gegevens die hij heeft opgegeven: [medeverdachte 2] . Er is ook contact geweest via een ander telefoonnummer en e-mail adres. [telefoonnummer] [mailadres] Personenauto, Skoda Fabia, kleur zwart, Nederland, kenteken [kenteken 3] ,
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , van 10 december 2018, pagina’s 109 t/m 124, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
V: In dit voertuig zijn diverse goederen aangetroffen. Wat kan je daarover vertellen? A: Ja dat waren goederen die uit de woning in [plaats 1] afkomstig waren. Ik heb geen idee waar die woning was. We waren aan het rondrijden en een jongen, [getuige] , vertelde aan ons dat de eigenaar van de woning op vakantie was. Dit was op 21 augustus in de nacht. Ik was met de gehuurde Skoda. Ik reed in deze Skoda. V: En toen? A: [verdachte] is uitgestapt met het breekijzer. Hij heeft hier een doek omheen gedraaid zodat het geen lawaai zou maken, [verdachte] heeft toen het onderste ruitjes van de voordeur ingetikt met het breekijzer. [verdachte] kwam terug en ging ook in de auto zitten. We hebben toen 10 minuten gewacht want we wilden wel zeker zijn dat er niemand in de woning was en er niemand zou komen. Na 10 minuten zijn wij de auto uitgestapt en naar de woning gelopen. Er was geen rolverdeling. Ik heb dit kluisje met een breekijzer opengebroken. Ik zag dat er een paar tientjes in lagen. Die heb ik meegenomen. V: Wat heb je verder meegenomen uit deze woning? A: Volgens mij telefoons, ik denk een stuk of 20. Het waren losse toestellen. Het waren Iphone en Samsung toestellen. Het waren geen nieuwe telefoons. Het waren allemaal tweedehands toestellen. Nieuwe hoesjes voor telefoons, twee laptops van Apple en een computer van Apple merk
I-Mac volgens mij. Volgens mij ook nog een aantal zakjes met muntgeld die in de woonkamer lagen. Nog wat doosjes met oordopjes, stekkers en kabels van Apple. V: Hoe heb je dat meegenomen? A: We zijn gewoon een keer of twee of drie naar de auto gelopen met de handen vol en zijn naar de auto gelopen en hebben het er in gelegd.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , van 7 januari 2019, pagina’s 368 t/m 371, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige.
V: Wat kun je meer over de woning [adres 3] met de combinatie [verdachte] en [medeverdachte 1]
vertellen? A: [verdachte] en [medeverdachte 1] hebben daar ingebroken. V: Wanneer was dat? A: Ik was op een avond in Enschede bij [naam 9] , dat was tijdens mijn proefontslag datum weet ik niet. Mijn telefoon was een keer kapot gegaan in de woning van [naam 9] . Ik heb toen verteld over een reparatie adres, ze hadden een "zucht". Ik weet dat in die bakjes van [naam 10] telefoons lagen. Dit heb ik aan hun verteld. Ik, [verdachte] , [naam 9] en [medeverdachte 1] waren er dus bij toen ik het vertelde.
Toen zijn we naar [plaats 1] gereden met [medeverdachte 1] en [verdachte] . [naam 9] ging niet mee. We zijn met
een Skoda naar [plaats 1] gereden. [medeverdachte 1] heeft gereden. In [plaats 1] ben ik uitgestapt. Ik heb
verteld waar het huis was en ik heb het adres van [naam 10] , aan [medeverdachte 1] doorgegeven. V: Waarom is de [adres 3] 16 uitgekozen? A: Ik wist dat [naam 10] op vakantie was.
Feit 4 en feit 5
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , van 20 augustus 2018, pagina’s
408 t/m 411, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op vrijdag 17 augustus 2018, omstreeks 00:30 uur, bevond ik mij in het hotel [hotel]
in Hengelo (ov), gelegen aan de [adres 4] . Ik ben omstreeks 00:30 uur op genoemde dag, datum en tijdstip naar mijn hotelkamer gegaan. Mijn kamer bevond zich achterin het hotel en had nummer [nummer 1] . Toen ik naar mijn hotelkamer liep had ik een computertas en nog een andere tas bij mij. Ik had mijn spullen neergezet in de kamer en heb toen de balkondeur open gedaan. Het balkon van mijn hotelkamer moest ik delen met enkele andere hotelkamers. Vanmorgen, omstreeks 09:30 uur, werd ik wakker en ik kwam tot de ontdekking dat mijn computertas weg was. Mijn mobiele telefoon was weg en ik zag dat mijn portemonnee weg was. Ook kwam ik tot de ontdekking dat mijn autosleutel van mijn sleutelbos afgehaald is. Op zaterdag 18 augustus 2018, ben ik bij de SNS-bank geweest om mijn pinpas te blokkeren. Deze is ook gestolen en derhalve wilde ik de pas gaan blokkeren. Ik hoorde van een bankmedewerker dat er, na de diefstal, contactloos mee is gepind bij een tankstation in Gronau, Duitsland. Volgens de bankmedewerker was er voor een bedrag van 20,00 euro getankt in Duitsland. Bijlage goederen: Telefoon, Samsung, computertas en computer (Asus), Portemonnee, Autosleutel aab, Fiat Panda,
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlage, opgemaakt door verbalisant
[verbalisant 4] , van 17 augustus 2018, pagina’s 415 t/m 424, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Ik hoorde de aangever zeggen dat hij het slot aan de binnenkant op de deur had gedaan, de lamp aan had gelaten en dat hij de balkondeur open had laten staan in verband met de benauwde temperatuur. Ik zag dat het balkon gedeeld werd met meerdere hotelkamers, zonder tussenschotten. Ik ben, na het opnemen van de aangifte, samen met mijn collega naar de receptie gelopen van het hotel. Daar aangekomen, hoorden wij de beveiliging zeggen dat zij reeds op de hoogte waren en de camerabeelden al hadden bekeken. Het personeel van
de beveiliging liet de beelden zien aan mijn collega en mij en daarop zag ik dat de
aangever omstreeks 00:30 uur naar zijn hotelkamer loopt, zoals de aangever ook
verklaard had. Ik zag dat de aangever twee tassen in zijn rechterhand had, namelijk
een computertas en een soort van papieren tas. Later diezelfde nacht, omstreeks 02:15 uur, zag ik twee mannen door de gang lopen. Daarmee bedoel ik de gang waar de aangever ook zijn hotelkamer heeft. Ik zag dat deze twee mannen iets verder in de gang een hotelkamer naar binnen gingen, aan dezelfde zijde als de aangever. Daarbij zag ik dat het of een kamer was direct naast de aangever, of twee naast de kamer van de aangever. Van deze kamers weet ik zeker dat deze hetzelfde, gedeelde balkon hebben als de aangever. Kort nadat de twee mannen de hotelkamer binnen zijn gegaan, zag ik dat een (1) van de mannen terug loopt over de gang en even later met een andere man weer naar de hotelkamer loopt. Mogelijk heeft deze man dus een andere man opgehaald en waren zij met drie personen in de
hotelkamer, vlak bij de hotelkamer van de aangever. Ik zag dat de man, die als laatste
persoon op de hotelkamer kwam, bij aankomst niets in zijn handen had. Op de beelden zag ik, omstreeks 03:00 uur, de drie mannen de hotelkamer uit komen. Ik zag dat de man, die als laatste persoon de hotelkamer op kwam, een zwarte computertas in zijn handen had. Van deze beelden heb ik een foto gemaakt met mijn diensttelefoon. De aangever heeft verklaard dat zijn computertas, met inhoud, is gestolen en ik zag de aangever met een computertas naar zijn hotelkamer lopen op de camerabeelden. Ik zag dat de persoon, die als laatste de hotelkamer op kwam, een zelfde soort computertas in zijn handen had toen hij de hotelkamer verliet. Bij betere bestudering van de beelden, en de politiefoto in ons systeem, herkende ik de persoon als [verdachte] . Toen mijn collega en ik bij de beveiliging stonden om de camerabeelden te bekijken, zag ik dat twee personen omstreeks 02:10 uur ingecheckt hebben bij het hotel. Ik zag dat dit de twee personen waren die als eerste in de hotelkamer kwamen, naast de hotelkamer van de aangever. Ik heb van deze beelden twee foto's gemaakt met mijn diensttelefoon en voeg ik bij dit proces-verbaal van bevindingen. Ik herken beide personen als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
3.
Het proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte [verdachte] , van 11 december 2018, pagina’s 62 t/m 74, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V: Ben je wel eens bij [hotel] in Hengelo geweest? A: Klopt, 1 keer. Dit was samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . A: Volgens mij was het in de avond. Volgens mij had [medeverdachte 1] een kamer geboekt. We wilden gaan slapen. V: Zijn jullie de hele tijd bij elkaar geweest?
A: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn even buiten geweest.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
U vraagt mij naar een diefstal bij [hotel] . Ik sliep wel eens met [medeverdachte 2] en [verdachte] bij [hotel] . Ik weet wel dat [medeverdachte 2] eens een telefoon uit een kamer bij [hotel] in Hengelo heeft gestolen toen wilde hij heel snel weg omdat hij ook een autosleutel had gestolen. Dit was een Fiat sleutel en een Samsung telefoon.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , van 6 december 2018, pagina’s 458 t/m 462, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van diefstal uit een slaapkamer van het [hotel] hotel, gevestigd aan de [adres 4] , [postcode] heb ik een nader onderzoek ingesteld. De diefstal is gepleegd op 17 augustus 2018 tussen 00:30 en 09:30 uur. Uit onderzoek is gebleken dat de bestuurder en de inzittenden van de personenauto getekend [kenteken 3] , betrokken zijn geweest bij deze diefstal. Uit de hotelkamer is onder andere een laptop en een bank pinpas van de aangever weggenomen. Met de pinpas is later in Gronau te Duitsland voor 20.- euro contactloos betaald bij een tankstation. De inzittenden van de genoemde personenauto zijn later aangehouden voor andere strafbare feit (en). Ik verbalisant, heb een onderzoek gedaan naar de Track en Trace gegevens van de personenauto. Ik verbalisant, merk op dat bij deze diefstal camerabeelden ter beschikking zijn gesteld ten behoeve voor het onderzoek. Hierbij zijn een drietal verdachten herkend, [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . GPS Tracker: [kenteken 3] Adres: Hotel [hotel] destination charging, [positie 4] , Netherlands Aangekomen: 17-08-2018 01:10:32 Vertrokken: 17-08-2018 02:11:29 Duur: 1 u 57 s. Opmerking verbalisant: Genoemd kenteken staat vermoedelijk bij het [hotel] hotel te Hengelo. GPS Tracker: [kenteken 3] Adres: [adres 7] , Germany Aangekomen: 17-08-2018 02:41:57 Vertrokken: 17-08-2018 02:57:55 Duur: 15 min 58 s Opmerking verbalisant: Genoemd kenteken staat in de nabije omgeving van het Shell tankstation gevestigd aan de [adres 8] , Duitsland.
Feit 6
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 11] , namens Sportclub [naam 1] , van
2 augustus 2018, pagina’s 463 t/m 466, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 11] , namens Sportclub [naam 1] , van
20 augustus 2018, pagina’s 476 t/m 478, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
3.
Het proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte [verdachte] , van 10 december 2018, pagina’s 52 t/m 56, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende de verklaring van de medeverdachte.