ECLI:NL:RBOVE:2020:1145

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 maart 2020
Publicatiedatum
17 maart 2020
Zaaknummer
07/400279-06
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een betrokkene met ernstige problematiek

Op 17 maart 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, geboren in 1972, die momenteel verblijft in een beschermde woonvorm. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar verlengd. De betrokkene is eerder ter beschikking gesteld na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en ontucht met minderjarigen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapporten, waaronder een adviesrapport van de kliniek en voortgangsverslagen van de reclassering. De betrokkene heeft een complexe problematiek, waaronder autisme en pedofilie, en het recidiverisico is hoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de betrokkene stappen vooruit heeft gezet, blijvende ondersteuning en toezicht noodzakelijk zijn. De deskundigen hebben geadviseerd om de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen, gezien de aanhoudende risico's en de noodzaak voor begeleiding. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie om de TBS-maatregel te verlengen, toegewezen, en benadrukt het belang van stabiliteit en ondersteuning voor de betrokkene in de komende periode.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07/400279-06
Datum uitspraak: 17 maart 2020
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in beschermde woonvorm De Mulderij te Hardenberg,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof van 31 januari 2008 ter beschikking gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
(1) verkrachting, (2) met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd en (3) een afbeelding of gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar betrokken, verspreiden of in bezit hebben, meermalen gepleegd. De termijn van deze terbeschikkingstelling is ingegaan op 2 maart 2008 en is laatstelijk verlengd bij beschikking van deze rechtbank van 10 april 2018. Behoudens nadere voorziening eindigt deze termijn op 2 maart 2020.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het adviesrapport van het FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: de kliniek) van
  • een voortgangsverslag toezicht van de Reclassering Nederland van 12 september 2019, opgemaakt en ondertekend door [naam 1] , reclasseringswerker en
  • een voortgangsverslag TBS van de Reclassering Nederland van 5 februari 2020, opgemaakt en ondertekend door [naam 3] , reclasseringswerker en [naam 4] , unitmanager.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 28 januari 2020 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
3 maart 2020.
De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle,
  • de officier van justitie mr. C.C.J. Nettenbreijers,
  • H.G.W. Lammers, psycholoog en assistent behandelcoördinator, verbonden aan de kliniek als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren. Betrokkene en zijn raadsman hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.De beoordeling

De vordering is op 28 januari 2020 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaren te boven gaan.
De rechtbank overweegt op grond van het advies van de kliniek en het verhandelde ter zitting, waaronder de door de deskundige gegeven toelichting op het advies van de kliniek, als volgt.
Betrokkene is een 47-jarige, autistische, benedengemiddeld intelligente en ernstig geparentificeerde man die is opgegroeid in een gezin waarin een ernstig tekort aan interpersoonlijke begrenzing aan de orde was. De ontwikkeling van betrokkene is daarnaast beïnvloed door een lang niet opgemerkt gehoorprobleem, gebitsproblemen en toenemend overgewicht. Behalve van een autisme spectrum stoornis (ASS) is bij betrokkene eveneens sprake van pedofilie. Betrokkene is bekend met ernstige, meervoudige problematiek waarbinnen het seksueel grensoverschrijdende gedrag als meervoudig bepaald wordt gezien. Vanuit zijn seksuele problematiek is betrokkene geneigd om spanningen te seksualiseren en zonder libidoremmende medicatie is sprake van seksuele preoccupatie en duidelijke hyperseksualiteit.
Betrokkene heeft vanaf oktober 2013 op de pre-resocialisatieafdeling De Toets van de kliniek verbleven, alwaar hij begeleide verloven praktiseerde. Betrokkene is in december 2015 naar de FPA te Warnsveld overgeplaatst. Sinds de voorgaande beslissing van de rechtbank is er proefverlof voor betrokkene aangevraagd en opgestart en is hij in september 2019 overgeplaatst naar de beschermde woonvoorziening ‘de Mulderij’ van Limor. Betrokkene heeft tweewekelijkse gesprekken met de reclassering en gaat een keer in de drie weken op bezoek bij zijn moeder die in een verzorgingshuis in Zwolle woont, en overnacht daar dan. Betrokkene is net ingebed en gewend bij de Mulderij maar zal weer moeten verhuizen omdat de Mulderij gaat sluiten. Op dit moment wordt gezocht naar een passend alternatief.
Volgens de kliniek en de gedragsdeskundigen ligt het recidiverisico besloten in de combinatie van betrokkenes stoornissen. Hoewel betrokkene vaardigheden heeft geleerd die maken dat hij in de huidige beschermde woonvorm kan functioneren, is de problematiek in de basis onveranderd. Het risicoprofiel en gevaarscriterium zijn daarmee ook ongewijzigd. Blijvende ondersteuning en toezicht zijn noodzakelijk, ook omdat betrokkene zich niet zelfstandig redt.
Op dit moment wordt, gelet op de voorhanden zijnde sluiting van de Mulderij in de huidige vorm, gezocht naar een passende vervolgvoorziening. Zodra deze gevonden is zal betrokkene zo snel mogelijk over worden geplaatst, hoewel de inschatting is dat dit vanwege lange wachtlijsten wel even kan duren. In de tussentijd zal betrokkene zo goed mogelijk worden voorbereid op de verhuizing. Op de nieuwe woonplek zal ook gezocht worden naar nieuwe dagbesteding voor betrokkene. Vanwege betrokkenes problematiek is de verwachting dat het even zal duren voordat hij is ingebed in een nieuwe voorziening.
Betrokkene profiteert van het huidige dwingende, maar supportieve kader om stabiel te kunnen functioneren. Gelet op de problematiek van betrokkene en het feit dat in het verleden is gebleken dat dergelijke veranderingen spanningen kunnen oproepen bij betrokkene is het belangrijk dat de kliniek in deze periode op de achtergrond betrokken blijft. Zo kan er indien nodig meegekeken worden in het traject om destabilisatie te voorkomen. Ter zitting heeft de deskundige toegelicht dat ze op dit moment actief op zoek zijn naar een passende plek voor betrokkene. In dit traject wordt mede samengewerkt met de Mulderij en de reclassering. Er zijn lange wachtlijsten, en de combinatie van de problematiek van betrokkene met deze wachtlijsten, maakt dat de verwachting is dat de termijn van één jaar overschreden gaat worden. Om reële verwachtingen te scheppen wordt door de kliniek geadviseerd om de TBS-maatregel met dwangverpleging met twee jaar te verlengen.
De officier van justitie heeft gevorderd om de TBS-maatregel met twee jaren te verlengen.
Betrokkene en zijn raadsman hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Gelet op het voorgaande en op de ter terechtzitting door deskundige Lammers gegeven toelichting is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen onverkort eisen dat de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege wordt verlengd. De rechtbank constateert dat betrokkene consequent stappen vooruit heeft gezet, maar acht het noodzakelijk dat hij de komende periode wordt begeleid en gemonitord opdat hij – mede gezien de veranderingen op meerdere leefgebieden – zo stabiel mogelijk kan functioneren en de positieve ontwikkeling, met de kliniek als vangnet, kan voortzetten. Hierbij betrekt de rechtbank de tijd die er volgens de deskundige nodig is voor het vinden van een geschikte plek voor betrokkene. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat een verlenging van de maatregel met twee jaar is aangewezen.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank verlengt de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met
twee jaren.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten voorzitter, mr. C.A. Peterzon en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H. van Ham-Kolk als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 maart 2020.