ECLI:NL:RBOVE:2019:914

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 maart 2019
Publicatiedatum
19 maart 2019
Zaaknummer
08-223040-17, 08-177772-18, 08-254578-18 en 08-770334-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en verboden wapenbezit door verdachte met meerdere parketnummers

Op 19 maart 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 40-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere verduisteringen en verboden wapenbezit. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 252 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdachte moet zich houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en het betalen van schadevergoeding van ruim 11.000 euro. De zaak omvatte vier parketnummers, waarbij de verdachte onder andere werd beschuldigd van het stelen van een aanhanger, zitmaaier, bosmaaier, hogedrukspuit, en het voorhanden hebben van een gaspistool. Tijdens de zitting op 5 maart 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte is vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank achtte de verduistering van de shovel en aanhanger wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en verslaving, en heeft besloten tot een voorwaardelijke straf om hem de kans te geven aan zijn problemen te werken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08-223040-17, 08-177772-18, 08-254578-18 en 08-770334-18 (P)
(ter terechtzitting gevoegd)
Datum vonnis: 19 maart 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1978 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
nu verblijvende in P.I. Overijssel - HvB Zwolle te Zwolle

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 5 maart 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie J.M. Stad en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. M.G. Pekkeriet-Bisschop, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 5 maart 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de zaak met parketnummer 08-223040-17:
feit 1:een aanhanger, zitmaaier, bosmaaier en hogedrukspuit heeft gestolen of heeft geheeld;
feit 2:voornoemde goederen aan het beslag heeft onttrokken;
in de zaak met parketnummer 08-177772-18:
feit 1:een gaspistool en patroonmagazijn voorhanden heeft gehad;
in de zaak met parketnummer 08-254578-18:
feit 1:met (een) ander(en) een wiellader of shovel van [bedrijf 1] heeft verduisterd;
in de zaak met parketnummer 08-770334-18:
feit 1:zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen of medeplichtig zijn aan het verduisteren van een zit- of grasmaaier en een aanhangwagen met oprijplaat- of klep van [bedrijf 2] ;
feit 2:zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen of medeplichtig zijn aan het verduisteren van een shovel (Weidemann) en een aanhanger van [bedrijf 3] ;
feit 3:zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verduisteren van een shovel (Kubota Rt210) en een aanhanger van [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] ;
feit 4:zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen of medeplichtig zijn aan het verduisteren van een graafmachine (Knikmops) en een aanhanger van [bedrijf 1] ;
feit 5:zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen of medeplichtig zijn aan het verduisteren van een minigraafmachine en een aanhanger van [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , althans hiertoe een poging te doen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
in de dagvaarding met parketnummer 08-223040-17:
1.
Primair
hij op of omstreeks 2 augustus 2017 te Deventer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanhanger en/of een zitmaaier en/of een bosmaaier en/of een hogedrukspuit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair
hij op of omstreeks 2 augustus 2017 te Deventer, een of meerdere goed(eren), te weten een aanhanger en/of een zitmaaier en/of een bosmaaier en/of een hogedrukspuit, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2
hij op of omstreeks 2 augustus 2017 te Deventer, opzettelijk een aanhanger en/of een zitmaaier en/of een bosmaaier en/of een hogedrukspuit, althans enig(e) goed(eren), aan het krachtens artikel 94 Wetboek van Strafvordering, in elk geval krachtens de wet, daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring heeft onttrokken, wetende dat het daaraan onttrokken was, heeft verborgen;
in de dagvaarding met parketnummer 08-177772-18:
1
hij op of omstreeks 7 september 2018, te Almelo en/althans (elders) in Nederland, (een) wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten - een gaspistool, van het merk Umarex, type Browning GPDA8, kaliber 8 mm, en/of - een patroonmagazijn, zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
in de dagvaarding met parketnummer 08-254578-18:
1
hij in of omstreeks de periode van 9 oktober 2017 tot en met 11 oktober 2017 te Deventer en/of Roosendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een wiellader en/of shovel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
in de dagvaarding met parketnummer 08-770334-18:
1
Primair
hij in of omstreeks de periode 4 augustus 2018 tot en met 7 augustus 2018, te Deventer en/of Velp en/of elders in Nederland, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een zitmaaier/grasmaaier (merk Husqvarna, type Rider 16 AWD) en/of -een aanhangwagen met oprijplaat/oprijklep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
Subsidiair
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) in of
omstreeks de periode 4 augustus 2018 tot en met 7 augustus 2018, te Deventer
en/of Velp en/of elders in Nederland, in ieder geval in Nederland, opzettelijk -een zitmaaier/grasmaaier (merk Husqvarna, type Rider 16 AWD) en/of -een aanhangwagen met oprijplaat/oprijklep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte] en/of die onbekend
gebleven andere perso(o)n(en), en welk(e) goed(eren) [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven andere perso(o)n(en) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als
huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 4 augustus 2018 tot en met 7 augustus 2018, te Deventer en/of Velp en/of elders in Nederland, in ieder geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft door -medeverdachte(n) te vervoeren naar en/of van het verhuurbedrijf en/of -zijn/een auto beschikbaar te stellen voor het vervoer van voormelde goederen;
2.
Primair
hij in of omstreeks de periode 13 augustus 2018 tot en met 17 augustus 2018, te Harderwijk en/of Meppel en/of Walterswald, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een shovel (merk Weidemann) en/of -een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
Subsidiair
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode 13 augustus 2018 tot en met 17 augustus 2018, te Harderwijk en/of Meppel en/of Walterswald, in ieder geval in Nederland, in ieder geval in Nederland, opzettelijk -een shovel (merk Weidemann) en/of -een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven andere perso(o)n(en), en welk(e) goed(eren) [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven andere perso(o)n(en) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 13 augustus 2018 tot en met 17 augustus 2018, te Harderwijk en/of Meppel en/of Walterswald, in ieder geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door -medeverdachte(n) te vervoeren naar en/of van het verhuurbedrijf en/of -medeverdachte(n) te vervoeren ten behoeve van de verkoop van voornoemde shovel en/of -zijn/een auto beschikbaar te stellen voor het vervoer van voormelde goederen;
3.
hij in of omstreeks de periode 8 oktober 2018 tot en met 12 oktober 2018, te Laren (Gld) en/of Lochem en/of Epse en/of Kring van Dorth, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een shovel (merk Kubota Rt210) en/of -een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
4.
Primair
hij in of omstreeks de periode 29 oktober 2018 tot en met 6 november 2018, te Enschede en/of nabij de grensovergang bij Hazeldonck, in ieder geval in Nederland en/of België, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een graafmachine (merk Knikmops) en/of -een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door
misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
Subsidiair
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode 29 oktober 2018 tot en met 6 november 2018, te Enschede en/of nabij de grensovergang bij Hazeldonck, in ieder geval in Nederland en/of België, opzettelijk -een graafmachine (merk Knikmops) en/of -een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven andere perso(o)n(en), en welk(e) goed(eren) [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven andere perso(o)n(en) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 29 oktober 2018 tot en met 6 november 2018, te Enschede en/of nabij de grensovergang bij Hazeldonck, in ieder geval in Nederland en/of België, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door -medeverdachte(n) te vervoeren naar en/of van het verhuurbedrijf en/of -zijn/een auto beschikbaar te stellen voor het vervoer van voormelde goederen;
5.
Primair
hij in of omstreeks de periode 12 november 2018 tot en met 13 november 2018, te Laren (Gld) en/of Deventer en/of Warnsveld, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een (mini)graafmachine in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder,
wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
Subsidiair
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode 12 november 2018 tot en met 13 november 2018, te Laren (Gld) en/of Deventer, in ieder geval in Nederland, opzettelijk -een (mini)graafmachine in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en), en welk(e) goed(eren) [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 12 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Deventer en/of Warnsveld, in
ieder geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door -een bus (merk Peugot, type Boxer) en/of een aanhangwagen te huren en/of -een bus (merk Peugot, type Boxer) en/of een aanhangwagen beschikbaar te stellen voor het vervoer van voormelde (mini)graafmachine;
Meer Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Laren (Gld) en/of Deventer en/of Warnsveld, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk zich wederrechtelijk toe te eigenen -een (mini)graafmachine in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , welk goed verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had/hadden, die (mini)graafmachine/dat goed heeft/hebben gehuurd en/of mee heeft/hebben meegenomen en/of een of meerdere stickers van [bedrijf 4] van die (mini)graafmachine/dat goed heeft/hebben verwijderd;
Nog Meer Subsidiair
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 12 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Laren (Gld) en/of Deventer, in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van het door [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om opzettelijk zich wederrechtelijk toe te eigenen -een (mini)graafmachine in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , welk goed [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven ander(e) perso(o)n(en) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich
had/hadden, die (mini)graafmachine/dat goed heeft/hebben gehuurd en/of mee heeft/hebben meegenomen en/of een of meerdere stickers van [bedrijf 4] van die (mini)graafmachine/dat goed heeft/hebben verwijderd, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 12 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Deventer en/of Warnsveld, in ieder geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door -een bus (merk Peugot, type Boxer) en/of een aanhangwagen te huren en/of -een bus (merk Peugot, type Boxer) en/of een aanhangwagen beschikbaar te stellen voor het vervoer van voormelde (mini)graafmachine, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan volgende ten laste gelegde feiten:
  • parketnummer 08-177772-18: onder 1,
  • parketnummer 08-254578-18: onder 1,
  • parketnummer 08-770334-18: de onder 1 primair, 2 primair, 3 en 5 subsidiair,
De officier van justitie vordert vrijspraak voor hetgeen onder 08-223040-17 feit 1 en onder feit 2 en voor hetgeen onder 08-770334-18 feit 4 ten laste is gelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat een vrijspraak dient te volgen voor de onder parketnummer 08-223040-17 feit 1 (primair en subsidiair), 2 en 08-770334-18 feit 4 en 5 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van:
  • parketnummer 08-770334-18: de onder 1 subsidiair, 2 en 3,
  • parketnummer 08-177772-18: onder 1,
ten laste gelegde feiten, refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank.
Voorts heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat een bewezenverklaring kan volgen voor parketnummer 08-254578-18: onder 1 met dien verstande dat verdachte het feit niet in vereniging heeft gepleegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
in de zaak met parketnummer 08-223040-17:
De rechtbank is van oordeel dat de dossierstukken geen bewijsmiddelen bevatten op basis waarvan vastgesteld kan worden dat verdachte zich aan diefstal of opzetheling schuldig heeft gemaakt. Daarnaast blijkt niet uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen dat de goederen onttrokken zijn aan het beslag. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
in de zaak met parketnummer 08-177772-18
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de in de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
het proces-verbaal van verhoor verdachte van 7 september 2018, pagina’s 16 en 17, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2018, pagina 9, voor zover inhoudende het aantreffen van het vuurwapen;
het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2018, pagina 10, voor zover inhoudende het aantreffen van het patroonmagazijn in het (vuur)wapen;
het proces-verbaal onderzoek wapen van 24 september 2018, pagina’s 20 en 21, voor zover inhoudende de omschrijving van het vuurwapen en de munitie.
in de zaak met parketnummer 08-254578-18:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de in de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [2]
het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] van 11 oktober 2017,
pagina’s 12 en 13;
het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 16 juli 2018, pagina’s 70 en 71, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
in de zaak met parketnummer 08-770334-18:
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en subsidiair, 4 primair en subsidiair en 5 primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank acht wel bewezen wat verdachte onder 2 primair en 3 ten laste is gelegd.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Op maandag 13 augustus 2018 heeft medeverdachte [medeverdachte] een mini shovel met aanhanger gehuurd van [bedrijf 3] voor de periode van 14 en 15 augustus 2018. Verdachte heeft [medeverdachte] naar [bedrijf 3] gebracht en is in de auto blijven zitten toen [medeverdachte] de huurovereenkomst afsloot. De rechtbank stelt vast dat verdachte aldus wetenschap had dat de goederen geen eigendom van [medeverdachte] waren, omdat [medeverdachte] aan verdachte kenbaar heeft gemaakt dat hij de goederen wilde huren. Vervolgens is dezelfde shovel de volgende dag voor een bedrag van € 9.000,-- (door)verkocht aan een bedrijf in Friesland, waarbij verdachte als chauffeur is opgetreden. Verdachte is met [medeverdachte] naar Friesland gereden en heeft de aanhanger in Meppel losgekoppeld. . Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat hij betrokken was bij de verduistering van de shovel en aanhanger. Verdachte heeft namelijk een aanzienlijk geldbedrag voor zijn chauffeursdiensten gekregen, hij wist dat de shovel geen eigendom was van [medeverdachte] terwijl [medeverdachte] de shovel wel verkocht, hij had wetenschap van de schuldenproblematiek van [medeverdachte] en hij was bekend met de gehanteerde werkwijze bij verduistering omdat hij een jaar eerder een soortgelijke werkwijze heeft gehanteerd (parketnummer 08-254578-18). Daarbij komt dat verdachte als chauffeur een onmisbare rol in dit geheel toekwam, nu [medeverdachte] niet in het bezit was van een rijbewijs. Verdachte heeft hierdoor een wezenlijke bijdrage geleverd aan de verduistering die hij in nauwe samenwerking met [medeverdachte] heeft gepleegd. De rechtbank is gelet op het hiervoor overwogene van oordeel dat het medeplegen van verduistering van de minishovel en de aanhanger wettig en overtuigend is bewezen.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde stelt de rechtbank allereerst vast dat verdachte op 8 oktober 2018 een shovel en aanhanger heeft gehuurd. De aanhangwagen is op 12 oktober 2018 achtergelaten in de Kring van Dorth (gemeente Lochem). Verdachte heeft verklaard dat de shovel en de aanhanger voor zijn woning zijn gestolen. De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt. In eerste instantie heeft verdachte verklaard dat de goederen voor de woning in Deventer zijn gestolen, maar nadat uit het Track & Tracesysteem blijkt dat de shovel nooit in Deventer is geweest en hij met deze gegevens wordt geconfronteerd, draait hij zijn verhaal bij en zouden de shovel en aanhanger in Almelo zijn gestolen. De rechtbank acht het door verdachte geschetste scenario niet geloofwaardig omdat hij over essentiële details wisselend heeft verklaard. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de verduistering van de shovel en aanhanger. Er is geen sprake van dat dit feit in vereniging met een ander gepleegd zou zijn, zodat de rechtbank verdachte partieel zal vrijspreken.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
parketnummer 08-177772-18:
hij op 7 september 2018, te Almelo, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten - een gaspistool, van het merk Umarex, type Browning GPDA8, kaliber 8 mm, en een patroonmagazijn, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad;
parketnummer 08-254578-18:
hij in de periode van 9 oktober 2017 tot en met 11 oktober 2017 te Roosendaal, alleen, opzettelijk een wiellader of shovel, geheel toebehorende aan [bedrijf 1] , welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
parketnummer 08-770334-18:
feit 2:
hij in de periode 13 augustus 2018 tot en met 17 augustus 2018, te Harderwijk en Meppel en Walterswald, in vereniging met een ander, opzettelijk een shovel (merk Weidemann) en een aanhanger, geheel toebehorende aan [bedrijf 3] en welke goederen zijn mededader anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als huurder, wederrechtelijk zich hebben toegeëigend;
feit 3:
hij in de periode 8 oktober 2018 tot en met 12 oktober 2018, te Nederland, opzettelijk een shovel (merk Kubota RT 210) en een aanhanger, geheel toebehorende aan [bedrijf 4] of [slachtoffer 1] , en welke goederen verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47 en 321 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikel 26 Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08-177772-18:feit 1
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
parketnummer 08-254578-18:
feit 1
het misdrijf:
verduistering
parketnummer 08-770334-18:
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van verduistering
feit 3
het misdrijf:
verduistering

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van 19 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte een gevangenisstraf opgelegd moet krijgen voor de duur van het voorarrest, waarbij een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaar als stok achter de deur dient te gelden. Tevens wordt verzocht om de bijzondere voorwaarden op te leggen, zoals door de reclassering is geadviseerd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere verduisteringen, waarvan in ieder geval één in vereniging is gepleegd. Daarnaast heeft hij een gaspistool voorhanden gehad. Door het plegen van de verduisteringen heeft verdachte de belangen van de verhuurders geschonden, door de verhuurde goederen niet aan hen te retourneren. Dergelijke feiten leveren veel overlast en de frustratie op voor ondernemers. Daarnaast heeft verdachte enkel gehandeld met het oog op eigen financieel gewin en heeft hij zich geen open proceshouding aangemeten. Ook heeft verdachte een gaspistool met magazijn voorhanden gehad, wat grote veiligheidsrisico’s voor anderen met zich meebrengt.
De rechtbank heeft gelet op de Landelijke Oriëntatiepunten Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Er is aansluiting gezocht bij een diefstal van een auto, waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie tot vier maanden per gepleegd feit het uitgangpunt is bij recidivisten.
Bij haar oordeel heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 1 februari 2019. Hieruit blijkt dat verdachte vaker met justitie in aanraking is gekomen en eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Daarnaast houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met zijn persoonlijke omstandigheden. Uit het reclasseringsrapport van 22 februari 2019 komt naar voren dat verdachte een posttraumatische stressstoornis, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en ADHD en een stoornis in het gebruik van alcohol en cocaïne heeft. Daarnaast heeft hij een licht verstandelijke beperking en onvoldoende coping vaardigheden. Verdachte gebruikt cocaïne om met spanningen om te gaan en pleegt strafbare feiten om de verslaving te kunnen bekostigen. Een klinische behandeling is geïndiceerd om de recidivekans te verminderen.
In aansluiting op het reclasseringsrapport acht de rechtbank het wenselijk dat verdachte een langdurige klinische behandeling ondergaat zodat verdachte aan zijn problematiek kan werken. Verdachte staat hier ook voor open. De raadsvrouw heeft ter zitting laten weten dat er bij Transfore per 2 april 2019 een plek vrij is voor verdachte. Mede om die reden zal de rechtbank verdachte een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen om in dat kader behandeling bij Transfore te ondergaan.
Alles afwegende acht de rechtbank in dit geval oplegging van een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 252 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en de nader te noemen bijzondere voorwaarden, passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
parketnummer 08-223040-17
De benadeelde partij Politie Eenheid Oost-Nederland vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Eigen risico op aansprakelijkheidsverzekering € 2.500,--
Parketnummer 08-254578-18
De benadeelde partij [bedrijf 1] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 23.185,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • Knikmops € 22.150,--
  • Puinriekbak € 1.035,--
De vordering is onder parketnummer 08-254578-18 ingediend, maar de rechtbank gaat er vanuit dat dit om een kennelijke verschrijving omdat de vordering ziet op de knikmops onder parketnummer 08-770334-18 feit 4. De rechtbank zal de vordering beoordelen onder het laatstgenoemde parketnummer.
parketnummer 08-770334-18
feit 1
De benadeelde partij [bedrijf 2] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 3.750,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • Grasmaaier (Husquarna Rider 16 Awol) € 3.250,--
  • Aanhangwagen (enkelassig < 750 kg) € 500,--
feit 2
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 31.305,76, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • Weidemann 1150 € 29.750,--;
  • Opsporen minishovel door Traver € 1.102,11;
  • Ophalen machine indien terugkomst € 453,75.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen voor toewijzing vatbaar zijn, met uitzondering van de vorderingen van [bedrijf 1] en Politie Eenheid Oost-Nederland omdat in deze zaken om vrijspraak is verzocht.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zijn omdat de vereiste machtigingen in de dossiers ontbreken. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van [bedrijf 3] een te hoog bedrag voor de aanschaf van een nieuwe machine wordt gehanteerd en dat de overige posten onvoldoend onderbouwd zijn.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
parketnummers 08-223040-17 en 08-770334-18 en 08-770334-18:
Politie Eenheid Oost-Nederland, [bedrijf 2] en [bedrijf 1] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. Deze vorderingen hebben betrekking op het ten laste gelegde in de parketnummers 08-223040-17 (feiten 1 en 2) en 08-770334-18 (feit 1) en 08-770334-18 (feit 4). Nu verdachte van deze feiten wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering.
parketnummer 08-770334-18
feit 2
De rechtbank passeert het verweer van de raadsvrouw ten aanzien van de ontbrekende machtiging. De rechtbank stelt allereerst vast dat de vordering is ingediend door de bedrijfsleider van [bedrijf 3] , die ook de aangifte heeft gedaan van het strafbare feit. Gelet op de omstandigheid dat de bedrijfsleider was gemachtigd om de aangifte te doen, gaat de rechtbank er vanuit dat hij ook gemachtigd is tot het indienen van een vordering.
Ten aanzien van de gevorderde schadepost Weideman van € 29.750,-- merkt de rechtbank op dat de nieuwprijs wordt aangevoerd. De bijgevoegde factuur dateert vanuit 2010. In navolging van het verweer van de raadsvrouw acht de rechtbank het redelijk om de schadepost vast te stellen op de dagwaarde. De (exacte) dagwaarde staat in dit stadium niet vast. De rechtbank ziet aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de schade naar redelijkheid en billijkheid op dit moment vastgesteld kan worden op € 10.000,--.
Anders dan de raadsvrouw acht de rechtbank de schadepost ‘Opsporen minishovel door Traver’ voldoende onderbouwd gelet op de bijgevoegde factuur met urenspecificatie. De rechtbank acht deze post voor toewijzing vatbaar. Ten aanzien van de schadepost ‘Ophalen machine indien terugkomst’ merkt de rechtbank op dat in dit stadium niet vastgesteld kan worden of de machine al dan niet terugkomt en of deze kosten gemaakt moeten worden. De rechtbank zal de benadeelde partij in deze post niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal de vordering tot een bedrag van € 11.102,11 toewijzen en voor het overige niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafecht en artikel 55 van de Wet wapens en munitie.

10.10. De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder:
- 08-223040-17 feit 1 en 2,
- 08-770334-18 feit 1, 4 (primair en subsidiair), 5 (primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair),
ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder:
- 08-177772-18 feit 1,
- 08-254578-18 feit 1,
- 08-770334-18 feit 2 (primair) en 3,
ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-177772-18:
feit 1:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
parketnummer 08-254578-18:
feit 1:verduistering
parketnummer 08-770334-18:
feit 2 (primair):medeplegen van verduistering
feit 3:verduistering
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08-177772-18 feit 1,
08-254578-18 feit 1, 08-770334-18 feit 2 (primair) en 3 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
365 (driehonderdenvijfenzestig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van 252
(tweehonderdentweeënvijftig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd bij Tactus Reclassering zal melden, waartoe hij zal worden uitgenodigd, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- wordt verplicht zich te conformeren aan de klinische behandeling zoals deze wordt voorgesteld en uitgevoerd door forensisch psychiatrische afdeling (FPA) Transfore te Almelo, of soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling (waaronder behandelafspraken, huisregels, vrijhedenprotocol) door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven. De behandeling van verdachte zal 9 maanden duren, of zoveel korter als de behandelaar van FPA Transfore in overleg met de reclassering noodzakelijk acht. Verdachte werkt mee aan de indicatiestelling en plaatsing naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van de reclassering;
- wordt verplicht om zich, na afloop van bovengenoemde klinische behandeling, te conformeren aan de afspraken die worden gemaakt met betrekking tot een ambulant behandeltraject bij de Tender, onderdeel van Transfore te Deventer of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek, en/of ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

- bepaalt dat de benadeelde partij: Politie Eenheid Oost-Nederland, [bedrijf 2] en [bedrijf 1] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 3] van een bedrag van € 11.102,11 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 11.102,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 3] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 3] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden in zoverre komt te vervallen;;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [bedrijf 3] voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2019.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
in de dagvaarding met parketnummer 08-770334-18:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer 1] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
feit 2
1. het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 3] van
17 augustus 2018, voor zover inhoudende (pag. 55 en 56):

(…) Op maandag 13 augustus 2018 (…) een mini shovel met een aanhanger verhuurd. (…) aan [medeverdachte] , [geboortedatum medeverdachte] 1965 (…) verhuurder voor de duur van 2 dagen van 14 augustus 2018 tot en met 15 augustus 2018 tot 17:00 uur. (…) Tijdens de verhuur was [medeverdachte] met een andere man, maar die persoon was alleen in het voertuig gebleven. (…) track & trace (…) [bedrijf 5] gelegen aan [adres 1] .(…);

2. het proces-verbaal van verhoor van [naam] van 15 augustus 2018, voor zover inhoudende (pag. 70 en 71):

(…) 13 augustus (…) gebeld (…) een Weidemann wiellader te koop aanbood. (…) identiteitskaart (…) [medeverdachte] (…) oude, donkergekleurde Amerikaanse pick-up staan met daarachter gekoppeld een aanhangwagen. (…) bij die auto zag ik 3 blanke mannen lopen. (…) 9000 euro had betaald.(…);

3. het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 3 december 2018, voor zover inhoudende (pag. 159, 160, 161 en 162):
(…)O: [medeverdachte] je wordt verdacht van het verduisteren van een shovel/wiellader van een verhuurbedrijf ik Harderwijk.
V:Wat is je reactie?
A: ik had verschillende schulden bij bepaalde mensen en zij gaven mij de tip dat ik zaken op naam kon zetten en dat ik daardoor geld kon verdienen. Dat heb ik gedaan.
V: Wat heb je dan gedaan?
A: Ik heb een zitmaaier, een shovel en een minikraantje op naam gezet die ik had gehuurd bij een verhuurbedrijf.
(…)
O: Op maandag 13 augustus 2018 heb jij een minishovel en aanhangwagen gehuurd bij [bedrijf 3] .
V: Hoe ging het in zijn werk?
A: Ik loop daar naar binnen, geef mijn id af en betaal borg. Dan loop ik weer naar buiten daar staat de boel klaar en kan ik hem meenemen.
(…)
O: Een werknemer van het bedrijf verklaarde dat de shovel en aanhanger werden opgehaald door jou; jij was de bijrijder van een Audi A5 met kenteken [kenteken] .
V: Wiens auto was dat?
A: Auto van [verdachte]
(…);
V: Wie was die dag de bestuurder van de auto?
A: [verdachte] . (…)
V: Wij weten dat jij hem aan [bedrijf 5] in Friesland hebt verkocht. Ik laat je het verkoopcontract zien en nota. Wat kun je daar over zeggen?
A: Ja dat klopt. Dat heb ik opgemaakt en dat geld gekregen. 9000 euro.
(…)
V: Maar [verdachte] is er toch bij dat je hem verkoopt. Dat is de shovel die je de dag ervoor huurt en dag erna verkoopt. Hij ziet ook dat je daar geld voor krijgt.
A: Ja dat klopt, hij weet ervan maar verder niet. (…)
4. het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 12 december 2018, voor zover inhoudende (pag. 193):
(…)
V: Zowel bij de huur van een shovel in Harderwijk op 13 augustus als bij het huren van een zitmaaier in Deventer op zaterdag 4 augustus staat jouw auto op beeld. Hoe verklaar je dat?
A: Dat klopt. (…)
(…)
V: Volgens [medeverdachte] was jij hierbij de chauffeur. Klopt dat?
A: Ja.
(…)
V: Die shovel is de volgende dag verkocht aan een bedrijf in Friesland. Wat weer jij daarvan?
A: [medeverdachte] vroeg mij of ik mee wilde rijden. Dat heb ik gedaan. Hij had schulden die hij moest afbetalen. Ik heb van [medeverdachte] iets van 50 of 100 euro ontvangen. (…);
5. het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting d.d. 5 maart 2019, voor zover inhoudende (pag. 193):

(…) Ik heb € 250,-- gekregen omdat hij geen rijbewijs had. We waren met zijn tweeën. (…). Ik ben niet uit de auto gestapt, ik heb de machine er alleen neergezet. (…) De aanhanger heb ik gewoon afgekoppeld in Meppel (…). De voorzitter houdt mij voor dat de machine met de Audi A5 is gehuurd. Ik was er(…) bij. Ik heb de machine opgehaald met hem. Ik rij alleen mee omdat hij geen rijbewijs heeft. (…);

feit 3
6. het proces-verbaal van aangifte van meneer [slachtoffer 1] van 12 oktober 2018, voor zover inhoudende (pag. 107 en 108):

(…) tussen maandag 8 oktober 2018 (…) en vrijdag 12 oktober 2018 (…) Op maandag 8 oktober 2018 is er bij [bedrijf 4] een klant geweest, genaamd [verdachte] welke een aanhanger met daarop een oranje shovel heeft opgehaald. (…) periode van 9-10-2018 tot 10-10-2018.

Ik heb de aanhanger met shovel verhuurd aan:
[verdachte]
[adres 2]
[woonplaats 2]
(…)ik hoorde van een getuige, genaamd [getuige] , de aanhanger op woensdag10 oktober 2018 heeft aangetroffen op de parkeerplaats (…) shovel was voorzien van een Track en Trace systeem welke was gedemonteerd en het laatste signaal (…) [straat] te Epse. (…) Ik weet uit het Track en Trace systeem dat de aanhanger met daarop de shovel nooit in Deventer is geweest. (…);
7. het schriftelijk bescheid ‘bijlage goederen’ van bevindingen van 15 oktober 2018, voor zover inhoudende (pag. 110 en 111):

(…) merk Kubota RT 210 (…);

8. het proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2018, voor zover inhoudende (pag. 124):

(…) Aangetroffen gestolen aanhangwagen in Kring van Dorth (gemeente Lochem) (…);

9. het proces-verbaal van verdachte van 12 december 2018, voor zover inhoudende (pag. 189):

(…) huur van een aanhanger met een mini shovel bij [bedrijf 4] in Laren op 8 oktober 2018 (…) dat klopt dat ik die gehuurd heb (…).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer 2] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer 3] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.