Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(personenauto), komende uit de richting Hellendoorn en/of gaande in de richting van de
kruising van de wegen, de Piksenweg en de Meester Werkmanstraat, daarmede rijdende over de weg, de Piksenweg, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl direct voor die kruising op het wegdek van die weg (de Piksenweg), haaientanden als bedoeld in artikel 80 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: "Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg", waren aangebracht en/of voor die kruising een in zijn, verdachtes, rijrichting gekeerd bord B6 van bijlage 1 van voormeld reglement, inhoudende:
"Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg", was geplaatst en/of terwijl zij,
verdachte bekend was met die verkeerssituatie/dat kruispunt, niet of in onvoldoende mate heeft gekeken en/of is blijven kijken naar het op die kruisende (voorrangs)weg (de Meester
Werkmanstraat) , gezien haar, verdachtes rijrichting, van rechts naderende verkeer en/of die
kruising/ kruisende weg (de Meesster Werkmanstraat) is opgereden en/of in strijd met voormeld bord en/of het gestelde in artikel 80 van voormeld reglement geen voorrang heeft verleend aan een over die kruisende (voorrangs)weg (de Meester Werkmanstraat) rijdende, toen haar, verdachte dicht van rechts genaderd zijnde bestuurder van een ander motorrijtuig (motorfiets) en/of is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met die over die kruisende (voorrangs)weg (de Meester Werkmanstraat) rijdende, toen dicht genaderd zijnde andere motorrijtuig (motorfiets) en/of de bestuurder van dat andere motorrijtuig (motorfiets), ten gevolge waarvan laatstgenoemde bestuurder ten val is gekomen, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood en/of welk feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt, doordat zij, verdachte geen voorrang heeft verleend;
leiden:
zij op of omstreeks 27 december 2017 te Hellendoorn in de gemeente Hellendoorn, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting Hellendoorn en/of gaande in de richting van de kruising van de wegen, de Piksenweg en de Meester Werkmanstraat, daarmede heeft gereden over de weg, de Piksenweg en terwijl direct voor die kruising op het wegdek van die weg (de Piksenweg), haaientanden als bedoeld in 80 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: "Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg", waren aangebracht en/of voor die kruising een in haar, verdachtes, rijrichting gekeerd bord B6 van bijlage 1 van voormeld reglement, inhoudende: "Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg", was geplaatst, die kruising/ kruisende weg (de Meesster Werkmanstraat) is opgereden en/of in strijd met voormeld bord en/of het gestelde in artikel 80 van voormeld reglement geen voorrang heeft verleend aan een over die kruisende (voorrangs)weg (de Meester Werkmanstraat) rijdende, toen haar, verdachte dicht van rechts genaderd zijnde bestuurder van een ander motorrijtuig (motorfiets) en/of is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met die over die kruisende (voorrangs) weg (de Meester Werkmanstraat) rijdende, toen dicht genaderd zijnde andere motorrijtuig (motorfiets) en/of de bestuurder van dat andere motorrijtuig (motorfiets), ten gevolge waarvan laatstgenoemde bestuurder ten val is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994
betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
ontzegtverdachte
de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de tijd van