ECLI:NL:RBOVE:2019:744

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
1 maart 2019
Zaaknummer
08-960118-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van veertien nieuwe auto’s en wapenbezit door verdachte

Op 12 februari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 46-jarige man, die werd beschuldigd van diefstal van veertien nieuwe Nissans van een auto-importeur in Amsterdam. De man werkte samen met een werknemer van de importeur en maakte gebruik van valse documenten om de voertuigen te stelen. Naast diefstal werd hij ook schuldig bevonden aan wapenbezit, heling en het bezit van twee jammers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op geraffineerde wijze te werk ging en dat hij aanzienlijke schade had veroorzaakt aan de benadeelde partijen, waaronder Nissan Trading Europe Ltd. en [Car Terminal]. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 42 maanden op, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en verplichtte de verdachte tot het betalen van schadevergoedingen van €5.400 aan [Car Terminal] en €219.452,89 aan Nissan International SA. De uitspraak volgde na een grondig onderzoek en meerdere zittingen, waarbij de rechtbank de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen en het wapenbezit overtuigend bewezen achtte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-960118-17 (P)
Datum vonnis: 12 februari 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 26 juni 2018 en 29 januari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. Kramer en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. W.K. Cheng, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:al dan niet samen met anderen een hoeveelheid auto’s heeft gestolen dan wel al dan niet samen met anderen een hoeveelheid auto’s heeft geheeld;
feit 2:vuurwapens en/of munitie in zijn bezit heeft gehad;
feit 3:zich schuldig heeft gemaakt aan opzet- dan wel schuldheling van een quad en een motorblok;
feit 4:radiozendapparatuur heeft aangelegd en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl hij daarvoor geen vergunning had.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij (meermalen) in of omstreeks de periode van 1 april 2017 tot en met 11
december 2017, in elk geval in of omstreeks de periode van 8 juni 2017 tot en
met 15 juni 2017 te Amsterdam en/of Drunen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 14
personenauto's, te weten
a. een Infiniti Qx70 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
b. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
c. een Infiniti Qx70 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
d. een Infiniti G Sedan met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
e. een Infiniti G Sedan met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
f. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
g. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
h. een Nissan 370z met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
i. een Nissan 370z met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
j. een Nissan X-trail met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
k. een Nissan X-trail met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
l. een Nissan Qashqai met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
m. een Nissan Qashqai met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
n. een Nissan New Navara met chassisnummer [chassisnummer]
en/of één of meer andere auto's,
toebehorende aan Nissan Trading Europe Ltd. en/of één of meer andere
(rechts)perso(o)n(en), althans aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s)
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het/de weg te nemen goed(eren) die
hiervoor zijn vermeld onder a. tot en met n. onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel en/of valse order,
door (met zijn mededader(s))
-op of omstreeks 8 juni 2017 met een vrachtwagen met autotrailer, gelijkend op
een bedrijfswagen van de [Car Terminal] , het terrein van [Car Terminal]
op te rijden, en/of
- ( daarbij) een of meer vals(e) en/of vervalst(e) document(en) te tonen aan
een of meer portier(s) van [Car Terminal] , en/of
- ( vervolgens) (aldaar) 7, althans een of meer, auto('s) (van het merk
Infiniti) te laden op die autotrailer, en/of
-(vervolgens) met die vrachtwagen en/of die (aldus) geladen autotrailer het
terrein van [Car Terminal] te verlaten, en/of
-op of omstreeks 15 juni 2017 met een vrachtwagen met autotrailer, gelijkend
op een bedrijfswagen van de [Car Terminal] , het terrein van [Car Terminal]
op te rijden, en/of
- ( daarbij) een of meer vals(e) en/of vervalst(e) document(en) te tonen aan
een of meer portier(s) van [Car Terminal] en/of
-(vervolgens) (aldaar) 7, althans een of meer auto('s) (van het merk Nissan) te
laden op deze autotrailer, en/of
-(vervolgens) met die vrachtwagen en/of die geladen autotrailer het terrein
van [Car Terminal] te verlaten, en/of
-die auto('s) gestald in een loods gelegen aan de [adres 1] te Drunen
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 8 juni 2017 tot en met 21 juni 2017
te Amsterdam en/of Drunen, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer goederen, te weten
a. een Infiniti Qx70 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
b. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
c. een Infiniti Qx70 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
d. een Infiniti G Sedan met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
e. een Infiniti G Sedan met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
f. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
g. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
h. een Nissan 370z met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
i. een Nissan 370z met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
j. een Nissan X-trail met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
k. een Nissan X-trail met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
l. een Nissan Qashqai met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
m. een Nissan Qashqai met chassisnummer [chassisnummer] , en/of
n. een Nissan New Navara met chassisnummer [chassisnummer]
en/of één of meer andere auto's,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of
het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 11 december 2017 te Amsterdam, althans in Nederland,
(een) wapen(s) en/of munitie als bedoeld in de Wet wapens en munitie
voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte,
(een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van die
wet, te weten (een) vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet,
namelijk;
-een gasrevolver, merk Kimar, Power-Alarm Chippa 4", kaliber .380 knall, en/of
-een Smith & Wesson / 686-1 kaliber .357 Magnum
en/of
munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van die wet, te weten
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van die wet, namelijk;
12 kogelpatronen bestemd voor bovengenoemde Smith & Wesson
voorhanden gehad;
3.
hij
op één of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 11 december 2017
te Amsterdam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer goederen, te weten
- een quad, merk Yamaha, met VlNnummer [chassisnummer] en/of, althans
voorzien van
- een motorblok met motornummer [nummer 1]
heeft verworven en/of voorhanden gehad,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het
een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op of omstreeks 11 december 2017
te Amsterdam
al dan niet opzettelijk een radioapparaat, te weten een jammer, heeft
aangelegd, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of heeft
gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die
radiozendapparaten op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen
vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde en daartoe aangevoerd dat er geen objectief bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij de diefstallen op 8 en 15 juni 2017. Ook voor het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat verdachte niet wist dat het een gestolen quad en motorblok betrof en ook niet had kunnen vermoeden dat er iets mis was. Voorts heeft de raadsman met betrekking tot feit 4 vrijspraak bepleit, omdat verdachte de jammer nooit heeft gebruikt en hem ook niet kon gebruiken, omdat er geen oplader was voor het apparaat.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de inhoud van het dossier [1] en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden vast.
4.3.1
Ten aanzien van feit 1
Op 7 juni 2017 heeft een ontmoeting plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en drie onbekende mannen. Verbalisanten hebben gehoord dat er gezegd werd “morgen gaan laden met een truck”. Een man met een Brabants accent heeft gezegd dat hij gaat laden, dat hij morgen om 8 uur in Amsterdam is en dat hij tussen 12 uur en half 1 terug is. Verder werd er gesproken over hoe de vrachtwagen geladen moet worden met twee Xtrails, Qashqai, Navara’s en 270 en dat er zeven op kunnen. [2]
Ten tijde van de ontmoeting werd een Ford Transit voorzien van kenteken [kenteken 1] op de parkeerplaats gezien. Dit voertuig is op naam gesteld van verdachte. [3] Bij deze ontmoeting zijn foto’s gemaakt door de verbalisanten. Op één van de foto’s werd verdachte herkend. [4]
Op 8 juni 2017 tussen 09:32 uur en 11:47 uur zijn zeven Infinity’s weggenomen bij [Car Terminal] te Amsterdam. [5] Dit waren drie Infiniti Q50 (voertuig Identificatie Nummers [chassisnummer] , [chassisnummer] , [chassisnummer] ), twee Infiniti G Sedan (voertuig Identificatie Nummers [chassisnummer] , [chassisnummer] ) en twee Infiniti QX70 (voertuig Identificatie Nummers [chassisnummer] en [chassisnummer] ). [6] Op 9 juni 2017 is door verbalisanten gezien dat voor een drietal loodsen gelegen op het perceel [adres 1] te Drunen een zogenaamd “voertuigtransporter” stond, waarop drie à vier nieuwe voertuigen van het merk Infiniti zonder kentekenplaten stonden. [7]
Op 21 juni 2017 zijn op de locatie [adres 1] te Drunen zeven in folie verpakte personenauto’s van het merk Nissan aangetroffen die van diefstal afkomstig waren, te weten een Nissan X-trail (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [8] , een Nissan X-trail (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [9] , een Nissan Navara (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [10] , een Nissan Qashqai (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [11] , een Nissan Qashqai (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [12] , een Nissan 370Z (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [13] en een Nissan 370Z (voertuig Identificatie Nummer [chassisnummer] ) [14] . Over deze automerken en modellen werd gepraat tijdens bovengenoemde ontmoeting op 7 juni 2017. Deze Nissans zijn op 15 juni 2017 weggenomen bij [Car Terminal] te Amsterdam. [15]
Op de camerabeelden van 15 juni 2017 is te zien dat de bestuurder van een autotransporter zich om 10:19 uur meldt bij de portiersloge van [Car Terminal] . Op dit zelfde tijdstip wordt, volgens het aanmeldsysteem van het bedrijf, bij de portier de heer [medeverdachte 1] aangemeld met het kenteken [kenteken 2] . [16] De bezoeker heeft zich volgens het systeem gelegitimeerd met een paspoort voorzien van nummer [nummer 2] dat op naam staat van [medeverdachte 1] . [17] Het kenteken [kenteken 2] staat op naam van [bedrijf 1] BV en is in gebruik bij het bedrijf [bedrijf 2] . Het kenteken is afgegeven voor een witte Volvo FM. Deze Volvo komt niet overeen met de autotransporter die is waargenomen op de camerabeelden van [Car Terminal] . [18] [naam 1] , manager van [bedrijf 2] , heeft verklaard dat de autotransporter met het kenteken [kenteken 2] in gebruik is bij het bedrijf [bedrijf 2] , dat zij enkel voertuigen komen afleveren en nooit voertuigen ophalen bij [Car Terminal] , dat voornoemde autotransporter volgens de systemen van [bedrijf 2] op 8 juni 2017 en op 15 juni 2017 niet bij [Car Terminal] is geweest en dat [medeverdachte 1] , welke door de portiers is ingecheckt als de bestuurder, wel werkzaam is voor [bedrijf 2] , maar al anderhalf jaar niet meer als bestuurder van voornoemde autotransporter werkzaam is. [19]
Uit de tapgesprekken is af te leiden dat [medeverdachte 1] in de avond van
8 juni 2017 meerdere keren telefonisch contact heeft gehad met [naam 2] en met [naam 3] (hierna: [naam 3] ). Verder is af te leiden dat [medeverdachte 1] met [naam 2] overlegt over de prijs van een auto. Tevens komt het vermoeden naar voren dat [naam 3] een chauffeur heeft geregeld voor de auto’s en dat de verkoop van deze auto's op 9 juni 2017 moet plaatsvinden. Op 9 juni 2017 om 21:00 uur belt [medeverdachte 1] met [naam 3] om te vertellen dat de eerste is vertrokken en dat hij het geld hiervoor in zijn zak heeft zitten. [20]
In zijn bij de politie afgelegde verklaring noemt [naam 3] verdachte “ [alias verdachte] ” en hij heeft verdachte herkend op de door de politie aan hem getoonde foto’s van een ontmoeting in het Van der Valk hotel in Dordrecht op 6 november 2017. Die ontmoeting ging volgens [naam 3] over Nissans. [naam 3] heeft verklaard verdachte ongeveer vier keer te hebben ontmoet, waaronder één keer in Vianen. Deze ontmoetingen gingen over het al dan niet kopen van Nissans en verdachte heeft [naam 3] een keer een lijst met Nissan autotypes en VIN nummers laten zien. [21] [naam 3] heeft deze verklaring ter zitting onder ede bevestigd en heeft verdachte ter zitting aangewezen als “ [alias verdachte] ”. [22]
Verdachte heeft tussen 8 juni 2017 en 4 juli 2017 123 keer contact met de gebruiker van het telefoonnummer [06-nummer 1] , dat in gebruik is bij [medeverdachte 1] . [23] In de periode van 4 juli tot 14 juli 2017 heeft verdachte ook meermalen telefonisch contact met [medeverdachte 1] . [24] Verdachte vraagt [medeverdachte 1] op 9 juli 2017 om 17:52 uur “dat witte ding” op te halen, waarna [medeverdachte 1] zegt dat hij dat liever niet doet, omdat hij anders dadelijk mag blijven. [25] Op
14 juli 2017 om 14:22 uur bespreken [medeverdachte 1] en verdachte het gegeven dat verdachte wil dat [medeverdachte 1] een CMR invult, waarna door [medeverdachte 1] wordt gezegd dat hij “daarin” een CMR had achtergelaten waarvan de “kop” niet was ingevuld. [medeverdachte 1] wordt door verdachte ertoe aangezet actie te ondernemen. [26] In het telefoongesprek van
14 juli 2017 om 14:27 uur geeft verdachte aan [medeverdachte 1] aan dat hij vandaag € 70.000,-- wil hebben en dat [medeverdachte 1] of zijn vriend verantwoordelijk is. [27] Bij de doorzoeking van de op de [adres 1] te Drunen in beslag genomen Mercedes vrachtauto met het kenteken [kenteken 3] is een CMR vrachtbrief aangetroffen met daarop vermeld zeven Nissans en de tekst: “goederen ontvangen [Car Terminal] terminal.” [28]
[medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) is sinds 14 april 2017 werkzaam bij [Car Terminal] . [29] Verdachte heeft tussen 9 april 2017 en 12 juli 2017 841 keer contact gehad met de gebruiker van de telefoonaansluiting [06-nummer 2] , die in gebruik is bij [medeverdachte 2] . [30] Ook na 12 juli 2017 hebben zij meermalen telefonisch contact gehad. [31]
Op 17 oktober 2017 om 10:27 uur spreken zij over “N” en “I” en dat verdachte naar [medeverdachte 2] toe zal komen zodra hij tijd heeft. [32] Op 17 oktober 2017 om 13:44 uur zegt [medeverdachte 2] tegen verdachte dat hij op donderdag en vrijdag voor maandag krijgt, waarna verdachte zegt “Toppie jongen, toppie. Gaan we knallen komt goed”. [33] Op 24 oktober 2017 spreken verdachte en [medeverdachte 2] over “N”, “Q” en “Z” en dat [medeverdachte 2] er zeven heeft voor verdachte. [34]
Op 24 oktober 2017 hebben verbalisanten waargenomen dat [medeverdachte 2] en verdachte elkaar ontmoeten in de auto van [medeverdachte 2] die net buiten het terrein van [Car Terminal] geparkeerd stond. [35]
[medeverdachte 1] heeft erkend op 8 en 15 juni 2017 bij [Car Terminal] Nissans te hebben geladen [36] en deze te hebben gelost op de [adres 1] te Drunen. [37] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de opdracht om de auto’s op te halen bij [Car Terminal] in Amsterdam heeft gekregen van het bedrijf [bedrijf 3] te Eindhoven. Dit bedrijf zou volgens zijn verklaring gevestigd te zijn aan de [adres 2] in Eindhoven. [38] Volgens het register van de Kamer van Koophandel blijkt het bedrijf daar inderdaad te zijn gevestigd. Uit onderzoek op laatstgenoemd adresbleek dat dit een verzamelgebouw is van de organisatie [bedrijf 4] , maar [bedrijf 3] bleek niet bekend te zijn in het actuele en historische klantenbestand van [bedrijf 4] . [39] Het bedrijf [bedrijf 3] werd vertegenwoordigd door mevrouw [naam 4] (hierna: [naam 4] ).
[naam 4] heeft bij de politie verklaard door een kennis genaamd “ [naam 5] ” te zijn benaderd om de vrachtwagen op haar naam te zetten, in verband met het transport van auto’s. [naam 5] heeft haar in contact gebracht met “ [medeverdachte 1] ” en een vrachtwagenchauffeur [40] , de rechtbank begrijpt dat zij hiermee verdachte en [medeverdachte 1] bedoeld. Aanvankelijk werd er tussen haar, [naam 5] en verdachte gesproken over oud ijzer, maar het plan ging op initiatief van verdachte al snel over op auto’s. [41]
Voor zover de verdediging heeft willen betogen dat de verklaring van [naam 4] dient te worden uitgesloten van het bewijs nu de verdediging haar niet heeft kunnen ondervragen, overweegt de rechtbank dat haar verklaring in voldoende mate wordt ondersteund door overige bewijsmiddelen in het dossier, zodat dat verweer wordt verworpen.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 10 april 2018 en 29 januari 2019 toegegeven dat hij in oktober 2017 de intentie had om Nissans te stelen en dat de tapgesprekken van 17 en 24 oktober 2017 met [medeverdachte 2] hierop betrekking hadden, maar dat hij er later van af heeft gezien. [42] Verdachte heeft over het veelvuldige contact met [medeverdachte 2] in eerste instantie verklaard dat hij hem niet kende en later verklaarde hij daarover dat zij veel contact hadden in verband met ziekte in de familie. Gelet op de ontmoeting op 24 oktober 2017 tussen verdachte en [medeverdachte 2] en de veelvuldige telefoongesprekken tussen hen beiden in en rondom de ten laste gelegde periode, is de rechtbank van oordeel dat de stelling van verdachte dat het contact met [medeverdachte 2] ging over zieke familieleden niet geloofwaardig is.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en – in ieder geval – [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ter uitvoering van een gezamenlijk plan om auto’s de stelen. Naar het oordeel van de rechtbank is aldus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen veertien auto’s heeft gestolen.
4.3.2
Ten aanzien van feit 2
Op 11 december 2017 zijn in de woning van verdachte aangetroffen een gasrevolver (merk Kimer/Power-Alarm Chiappa 4”, Kaliber .380 knall) en een revolver (merk Smith&Wesson/686-1, kaliber .357 Magnum). [43] De alarmrevolver is een wapen in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie III, onder 4, van de Wet Wapens en Munitie. De revolver is een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, eerste lid, categorie III onder 1, van de Wet Wapens en Munitie. [44] Voorts zijn 12 kogelpatronen aangetroffen geschikt voor voornoemde revolver van het merk Smith & Wesson. [45] De kogelpatronen betreffen munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2, tweede lid, categorie III. [46]
Verdachte heeft op 11 december 2017 erkend dat de aangetroffen wapens revolvers zijn, dat deze van hem zijn en dat hij daar geen vergunning voor heeft. [47] Het ten laste gelegde feit kan derhalve wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3.3
Ten aanzien van feit 3
Bij de doorzoeking in en bij de woning van verdachte werd buiten, tussen de achterzijde van de woonwagen en de schuur, een quad (merk Yamaha, VIN [chassisnummer] ) aangetroffen. Na controle van dit VIN nummer bleek dat deze quad op 14 juli 2011 is weggenomen. De aangetroffen quad was voorzien van het motornummer [nummer 1] . Deze motor werd oorspronkelijk door de fabrikant geplaatst bij een quad, merk Yamaha, type YFM700R voorzien van VIN [chassisnummer] . Uit onderzoek in de politiesystemen is gebleken dat in 2012 bij de Politie Utrecht aangifte is gedaan van diefstal van een quad voorzien van kenteken [kenteken 4] met bijbehorend VIN [chassisnummer] . [48]
Verdachte heeft verklaard dat hij deze quad heeft gekocht van een kennis die vorig jaar is doodgeschoten. Er zat geen kenteken op de quad toen hij hem kocht. Verdachte heeft verklaard dat hij wat geld heeft betaald en wat spullen heeft geruild voor de quad. [49]
De rechtbank is van oordeel dat verdachte onder de gegeven omstandigheden op zijn minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de quad en het motorblok van misdrijf afkomstig waren, zodat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.3.4
Ten aanzien van feit 4
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is een jammer aangetroffen. [50] De verbalisant zag bij het in werking stellen van het apparaat dat zijn GSM nagenoeg gelijktijdig geen netwerkbereik meer had en dat het apparaat als zodanig het signaal van het GSM Netwerk overstemde en dat bij het uitschakelen te zien was dat de GSM weer verbinding kreeg met het netwerk. [51] Het zonder vergunning in het bezit hebben van dit apparaat is strafbaar. [52]
Verdachte heeft verklaard dat hij de jammer ooit heeft gekregen en dat hij niet wist dat het bezit van een jammer strafbaar was. [53]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. De stelling van verdachte dat hij niet wist dat het aanwezig hebben van een jammer strafbaar was of dat de jammer onbruikbaar was doet, wat daar ook van zij, niet af aan dit oordeel.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1. primair
hij meermalen in de periode van 1 april 2017 tot en met 11 december 2017 te Amsterdam en/of Drunen, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 14 personenauto's, te weten
a. een Infiniti Qx70 met chassisnummer [chassisnummer] , en
b. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en
c. een Infiniti Qx70 met chassisnummer [chassisnummer] , en
d. een Infiniti G Sedan met chassisnummer [chassisnummer] , en
e. een Infiniti G Sedan met chassisnummer [chassisnummer] , en
f. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en
g. een Infiniti Q50 met chassisnummer [chassisnummer] , en
h. een Nissan 370z met chassisnummer [chassisnummer] , en
i. een Nissan 370z met chassisnummer [chassisnummer] , en
j. een Nissan X-trail met chassisnummer [chassisnummer] , en
k. een Nissan X-trail met chassisnummer [chassisnummer] , en
l. een Nissan Qashqai met chassisnummer [chassisnummer] , en
m. een Nissan Qashqai met chassisnummer [chassisnummer] , en
n. een Nissan New Navara met chassisnummer [chassisnummer]
toebehorende aan Nissan Trading Europe Ltd. en een andere rechtspersoon, waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen die hiervoor zijn vermeld onder a. tot en met n. onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel en/of valse order, door op 8 juni 2017 met een vrachtwagen met autotrailer, gelijkend op een bedrijfswagen van de [Car Terminal] , het terrein van [Car Terminal] op te rijden, en daarbij een of meer vals(e) en/of vervalst(e) document(en) te tonen aan een portier van [Car Terminal] , en vervolgens aldaar 7 auto's van het merk Infiniti te laden op die autotrailer, en vervolgens met die vrachtwagen en die aldus geladen autotrailer het terrein van [Car Terminal] te verlaten, en op of omstreeks 15 juni 2017 met een vrachtwagen met autotrailer, gelijkend op een bedrijfswagen van de [Car Terminal] , het terrein van [Car Terminal] op te rijden, en (daarbij) een of meer vals(e) en/of vervalst(e) document(en) te tonen aan een of meer portier(s) van [Car Terminal] en vervolgens aldaar 7 auto's van het merk Nissan te laden op deze autotrailer, en vervolgens met die vrachtwagen en die geladen autotrailer het terrein van [Car Terminal] te verlaten, en die auto's gestald in een loods gelegen aan de [adres 1] te Drunen;
2.
hij op 11 december 2017 te Amsterdam, wapens en munitie als bedoeld in de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte, wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van die wet, te weten vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk;
-een gasrevolver, merk Kimar, Power-Alarm Chippa 4", kaliber .380 knall, en
-een Smith & Wesson / 686-1 kaliber .357 Magnum en
munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van die wet, te weten munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van die wet, namelijk; 12 kogelpatronen bestemd voor bovengenoemde Smith & Wesson voorhanden gehad;
3.
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 11 december 2017 te Amsterdam, goederen, te weten een quad, merk Yamaha, met VlNnummer [chassisnummer] en een motorblok met motornummer [nummer 1] heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
4.
hij op 11 december 2017 te Amsterdam al dan niet opzettelijk een radioapparaat, te weten een jammer, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radiozendapparaten op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr), 26 Wet wapens en munitie (WWM) en 10.15 van de Telecommunicatiewet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels/een valse order;
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
feit 3
het misdrijf: schuldheling;
feit 4
het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.15 van de Telecommunicatiewet, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zitting geen inhoudelijk strafmaatverweer gevoerd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van veertien nieuwe auto’s vanaf het terrein van een auto-importeur. Verdachte heeft daarbij op geraffineerde wijze samengewerkt met onder andere een werknemer van het desbetreffende bedrijf. Het gaat om auto’s uit een hoog marksegment, zodat verdachte door deze feiten een groot bedrag aan schade heeft toegebracht. De rechtbank rekent dit verdachte aan. Ook heeft verdachte vuurwapens en munitie in zijn bezit gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie in de samenleving brengt een risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Daarnaast heeft verdachte een quad met een motorblok in zijn bezit gehad, terwijl hij had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren. Tot slot heeft verdachte twee zogenaamde jammers in zijn bezit gehad. Deze jammers worden gebruikt om radiosignalen te verstoren om zo de opsporing van strafbare feiten moeilijk te maken.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf de geldende oriëntatiepunten zoals die zijn vastgesteld door het Landelijk overleg vakinhoud strafrecht (LOVS) in aanmerking genomen.
De rechtbank houdt rekening met de omstandigheid dat verdachte blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 januari 2019 reeds eerder ter zake vermogensdelicten is veroordeeld.
Gelet op de aard en de ernst van de feiten acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden passend en geboden. De rechtbank overweegt ten slotte dat de voorlopige hechtenis van verdachte tot het moment van de uitspraak is geschorst. Gelet daarop en de opgelegde gevangenisstraf behoeft de rechtbank zich niet uit te laten over de voorlopige hechtenis.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslaggenomen goederen op de beslaglijst vermeld onder de nummers 4, 8, 9 en 10 te onttrekken aan het verkeer en de onder 11 vermelde sleutel terug te geven aan verdachte.
De verdediging heeft verzocht om teruggave van alle inbeslaggenomen goederen.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst onder de nummers 4, 8, 9 en 10 vermelde goederen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst onder 11 vermelde sleutel, aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[Car Terminal] Amsterdamvertegenwoordigd door [naam 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.400,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de post “Factuur Hoffmann onderzoek”.
Nissan International SAvertegenwoordigd door [naam 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 219.452,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de posten “zeven gestolen auto’s” en “zeven beschadigde auto’s”.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen in hun geheel en hoofdelijk kunnen worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, nu hij vrijspraak van het schade toebrengende feit heeft bepleit.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit onder 1 primair rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen [Car Terminal] en Nissan International SA. De door hen opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde door [Car Terminal] daarom toewijzen tot een bedrag van € 5.400,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. De rechtbank zal eveneens het gevorderde door Nissan International SA toewijzen tot een bedrag van € 219.452,89, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal ten aanzien van de beide vorderingen de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht mede aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27, 57, 91 Sr, 55 WWM en 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair
het misdrijf:diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels/een valse order;
feit 2
het misdrijf:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 3
het misdrijf:schuldheling;
feit 4
het misdrijf:overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.15 van de Telecommunicatiewet, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[Car Terminal] Amsterdamvan een bedrag van
€ 5.400,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2017, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 1 en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.400,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 62 dagen zal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
Nissan International SAvan een bedrag van
€ 219.452,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2017, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 1 en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 219.452,89,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 365 dagen zal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 4, 8, 9 en 10;
- gelast de teruggave van de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder nummers 11 aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. H.R. Schimmel en mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2019.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie eenheid Oost-Brabant met nummer LEFC817008-2591. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Ordner 1; pagina 12 e.v.
3.Ordner 3; pagina 468
4.Ordner 3; pagina 477-482
5.Ordner 2; pagina 66 e.v.
6.Ordner 2; pagina 52
7.Ordner 2; pagina 385
8.Ordner 2; pagina 11
9.Ordner 2; pagina 13
10.Ordner 2; pagina 14
11.Ordner 2; pagina 15
12.Ordner 2; pagina 16
13.Ordner 2; pagina 17
14.Ordner 2; pagina 18
15.Ordner 2; pagina 66 e.v.
16.Ordner 2; pagina 401
17.Ordner 2; pagina 70
18.Ordner 2; pagina 401
19.Ordner 2; pagina 401 en 397
20.Ordner 2; pagina 265
21.Proces-verbaal aanvulling van 20 augustus 2018, pagina’s 25-26
22.Proces-verbaal van de terechtzitting op 29 januari 2019
23.Ordner 2; pagina 333 e.v.
24.Ordner 2; pagina 302 e.v.
25.Ordner 2; pagina 311
26.Ordner 2; pagina 324 e.v.
27.Ordner 2; pagina 327
28.Ordner 2; pagina 28 t/m 30
29.Ordner 1; pagina 56 e.v.
30.Ordner 2; pagina 333 e.v.
31.Ordner 1; pagina 56 e.v.
32.Ordner 1; pagina 64
33.Ordner 1; pagina 65
34.Ordner 3; pagina 654
35.Ordner 3; pagina 777
36.Ordner 3; pagina 554
37.Ordner 3; pagina 542
38.Ordner 3; pagina 591
39.Ordner 3; pagina 499
40.Proces-verbaal aanvulling van 20 augustus 2018, pagina 10
41.Proces-verbaal aanvulling van 20 augustus 2018, pagina 16
42.Proces-verbaal van de terechtzitting van 10 april 2018; Proces-verbaal van de terechtzitting van 29 januari 2019
43.Ordner 1; zaaksdossier 17.17 zaak Wapens en Munitie; pagina 1-4
44.Ordner 1; zaaksdossier 17.17 zaak Wapens en Munitie; pagina 12-13
45.Ordner 1; zaaksdossier 17.17 zaak Wapens en Munitie; pagina 1-4
46.Ordner 1; zaaksdossier 17.17 zaak Wapens en Munitie; pagina 12-13
47.Ordner 3; Pagina 622
48.Ordner 1; zaaksdossier 21.17 zaak Heling quad en motorblok; pagina 12
49.Ordner 1; zaaksdossier 21.17 zaak Heling quad en motorblok; pagina 17
50.Ordner 1; zaaksdossier 21.17 zaak aanwezig hebben jammer; pagina 2-3
51.Ordner 1; zaaksdossier 21.17 zaak aanwezig hebben jammer; pagina 3
52.Ordner 1; zaaksdossier 22.17 zaak aanwezig hebben jammer; pagina 11-13
53.Ordner 1; zaaksdossier 22.17 zaak aanwezig hebben jammer; pagina 6