9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10, vierde lid, van de Opiumwet, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10, derde lid, van de Opiumwet;
feit 3
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
297 (tweehonderdenzevenennegentig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
270 (tweehonderdenzeventig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als algemene
voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde
- zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Tactus Reclassering op het adres Wierdensestraat 32a te Almelo en dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd blijft melden op afspraken met de reclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- deelneemt aan de gedragsinterventie COVA of een andere, door de reclassering te bepalen, gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- zich ambulant laat behandelen bij Transfore of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de regels die door of namens de zorgverleners van de polikliniek worden gegeven. Het innemen van medicatie kan onderdeel zijn van de behandeling;
- meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs, waarbij de reclassering bepaalt met welke frequentie en met welke controlemiddelen veroordeelde wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen
van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid,
Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geldbedrag van € 228,50;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. R.M. van Vuure, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Wilmink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2019.
Buiten staat
Mr. Van Vuure is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018537272 van 4 december 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 februari 2019, inhoudende als verklaring van verdachte:
Toen ik uit de auto klom zag ik in het dashboardkastje de mobiel liggen. Ik heb de telefoon uit mijn auto gegooid.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , van 12 november 2018, inclusief fotoblad, pagina’s 24 tot en met 53, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Inkomend bericht op 16 oktober: ‘Jo hoe laat kan je komen?’
Inkomend bericht op 23 oktober: ‘Geld ligt er al, je kunt komen!’
Inkomend bericht op 7 november: ‘Jo maat, kun je me grote brengen? en hoe laat?
€ 50’,
Inkomend bericht op 7 november: ‘Geld ligt er al. Laat je even weten als er ligt maat’
Uitgaand bericht op 7 november: ‘Ligt er’
Inkomend bericht op 9 november: ‘Jo maat, kun je vanavond in de caddy doen? € 50. Maakt niet uit hoe laat vanavond. Maar geld ligt er al!’
Uitgaand bericht op 9 november: ‘Komt goed!’
Uitgaand bericht op 11 november: ‘LIGT EQ’
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , pagina’s 54 en 55, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik belde het telefoonnummer van de contactpersoon ‘Homie’ en hoorde dat de telefoon werd opgenomen door [getuige] . Ik heb hem een aantal vragen gesteld. [getuige] verklaarde: Het klopt dat ik weleens cocaïne koop. Ik koop al een half jaar af en toe bij deze dealer. De deal gaat als volgt: hij legt het in mijn Caddy en ik zorg dat het geld er ligt.
4. De rapportage van het NFI van 4 januari 2019, opgemaakt en ondertekend door
dr. L.H.J. Aarts, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Aan het bloedspoor [nummer] is DNA-onderzoek verricht. Het DNA in het DNA profiel [nummer] kan afkomstig zijn van [verdachte] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 februari 2019, inhoudende als verklaring van verdachte:
Toen ik uit de auto klom zag ik in het dashboardkastje de ponypacks liggen. Ik heb de ponypacks uit de auto gegooid.
2. De kennisgeving van inbeslagneming van 11 november 2018, pagina’s 86 en 87, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum en tijd: 11 november 2018 om 02:20 uur te Rijssen
Goednummer [nummer] : 2 stuks, ponypacks in boterhamzakje
Goednummer [nummer] : 3 stuks, ponypacks in boterhamzakje
3. Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , van 13 november 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Van de aangeboden hoeveelheid stoffen werd een klein monster genomen waarmee de indicatieve test(en) bij de Forensische Opsporing werd(en) uitgevoerd.
Onderzoek aan [nummer] , goednummer [nummer] , heeft een indicatie dat het testmateriaal Cocaïne bevat opgeleverd. Cocaïne staat vermeld op de lijst I van de Opiumwet.
Onderzoek aan [nummer] , goednummer [nummer] heeft een indicatie dat het testmateriaal Cocaïne bevat opgeleverd. Cocaïne staat vermeld op de lijst I van de Opiumwet.
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 februari 2019, inhoudende als verklaring van verdachte:
Toen ik op 11 november 2018 uit de auto klom zag ik in het dashboardkastje een wapen liggen. Ik heb het wapen toen uit de auto gegooid.
2. De kennisgeving van inbeslagneming van 11 november 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Beslagene: [verdachte]
Goednummer: [nummer]
Object: vuurwapen
Bijzonderheden: éénschots klein handwapen.
3. Het proces-verbaal onderzoek wapen, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 4] , van 14 januari 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het inbeslaggenomen voorwerp (goednummer [nummer] ) is een pistool. Het pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 2 van de Wet wapens en munitie.
4. De rapportage van het NFI van 8 januari 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 5] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Aan het onderzoeksmateriaal [nummer] is DNA-onderzoek verricht. Het DNA in het DNA mengprofiel [nummer] kan afkomstig zijn van [verdachte] en minimaal één onbekende persoon. Het DNA mengprofiel [nummer] is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijk wanneer hypothese 1 (de bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte] en één willekeurig onbekende persoon) waar is, dan wanneer hypothese 2 (de bemonstering bevat DNA van twee willekeurige onbekende personen) waar is.