10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
poging tot afpersing;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [supermarkt] [naam 1] van een bedrag van € 334,56 (driehonderdenvierendertig euro en zesenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 334,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 6 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij in het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk is, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 5] van een bedrag van € 2.233,32 (tweeduizendtweehonderdendrieëndertig euro en tweeëndertig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.233,32, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 32 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 2.675,18 (tweeduizendzeshonderdenvijfenzeventig euro en achttien eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.675,18, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 36 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. M.A.M. Essed, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2019.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie eenheid Oost-Twente, dossiernummer 2018359200 (onderzoek Taag) van
25 oktober 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 februari 2019 voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Desgevraagd zeg ik u, voorzitter, dat ik een moedervlek in mijn gelaat heb.
2.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 9 augustus 2018 (pag. 37 van het dossier), voor zover inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] , zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2018 was ik aan het werk bij supermarkt [supermarkt] aan [adres] te Haaksbergen. Om 17.50 uur stond ik achter de servicebalie van de supermarkt met mijn collega [slachtoffer 2] .
Ik zag dat de man van kassa vier naar de servicebalie liep. Ik zag dat de man een kleine plastic tas van supermarkt [supermarkt] in zijn hand had. Ik zag dat hij een hand in deze plastic tas had. Toen de man bij de servicebalie kwam leunde hij eerst even tegen de balie aan. Ik zag dat hij daarna zijn hand uit de plastic tas haalde en dat er in zijn hand een pistool zat. Ik zag dat hij dit pistool op mij richtte. Ik hoorde hem zeggen: "Geld" of "geef het geld".
Ik kan de man als volgt omschrijven;
- lengte: net iets onder de twee meter, hij was anderhalve kop langer dan ik, zelf
- postuur: normaal tot fors postuur.
- leeftijd: tussen de 50 en 60 jaar oud.
Hij had een capuchon op. Ik denk dat hij geen of weinig haar had.
- Gelaatskenmerken: Ik denk ook dat ik een moedervlek of een ander
bultje op zijn wang zag, deze kwam net onder de zonnebril uit die hij droeg.
De man droeg de volgende kleding:
- Zwart of donkerblauw vest met capuchon. De capuchon had hij over zijn hoofd.
- De broek die hij droeg kan ik mij niet meer herinneren
- grote brede zwarte zonnebril die zijn ogen en wenkbrauwen bedekte.
3.
Een proces-verbaal van aangifte van 9 augustus 2018 (pag. 33 van het dossier), voor zover inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] , zakelijk weergegeven:
Ik ben hoofdkassière van [supermarkt] aan [adres] in Haaksbergen. De eigenaar is [naam 1] . Ik ben gerechtigd om aangifte te doen namens [supermarkt] Haaksbergen.
Ik ben om 13.00 uur begonnen en ik moest werken tot vanavond 21.00 uur. Vanaf 17.30
uur waren wij nog met 3 caissières aan het werk Vanaf 18.00 uur gaat er weer een
caissière weg. Op dat moment waren, [naam 6] , [slachtoffer 1] en ik aan het
werk.
Ik hoorde [slachtoffer 1] zeggen: "Wat moet ik nu". Ik keek naar rechts. Ik zag dat [slachtoffer 1] haar handen omhoog had en een stap naar achteren deed.
Ik ben naar haar toegegaan. Ik zag dat [slachtoffer 1] toen achter mij kwam staan.
Ik zag dat diezelfde man half over de balie hing. Ik hoorde hem zeggen: "geld, geld, geld". Dit zei hij meerdere keren.
Ik zag ook dat die man een pistool in zijn hand had. Ik zag dat die man het pistool voor zich hield. Ik zag dat die man het pistool net boven de balie hield.
De man kan ik als volgt omschrijven: man, lengte ongeveer 190 cm, licht bruin getint, fors postuur, gespierd breed, leeftijd ouder dan 50 jaar, ik denk kaal maar hij droeg een pet. Geen
snor en/of baard. Geen zichtbare tatoeages.
Kleding: pet, kleur zwart, zwarte jas tot aan de heup, mogelijk leer. Broek kon ik niet goed zien omdat ik achter de balie stond. Hij droeg een zonnebril met donkerkleurige glazen. Ik denk donker. Hij praatte wel in het Nederlands maar met een Antilliaans accent.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen van 10 augustus 2018 (pag. 47 van het dossier), voor zover inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2018 waren wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , in uniform gekleed en belast met de zogenaamde Noodhulp voor het basisteam Midden te Twente.
Wij kregen de melding dat er zojuist een poging tot overval was geweest in de [supermarkt] aan [adres] te Haaksbergen.
Het signalement van de dader luidde:
grote man boven de 50 jaar, vermoedelijk kaal, pet op, zonnebril op, zwart shirt, zwarte schoenen met opvallende witte zool, [supermarkt] tas bij zich met daarin vermoedelijk een pistool.
Wij kregen een foto van de dader die op de camerabeelden stond.
Wij gingen vervolgens op zoek naar deze dader in de omgeving van de [supermarkt] te Haaksbergen.
Wij zagen, toen wij de [straat] inreden, aan de rechterkant een man lopen, licht getint, wit met zwart shirt aan, zwarte broek en zwarte schoenen met opvallende witte zool. Wij zijn deze man langzaam gepasseerd met de dienstauto en zijn vervolgens gedraaid omdat deze man voldeed aan het signalement van de overval.
Wij zijn gedraaid met de dienstauto, maar de man liep niet meer in deze straat. Ter hoogte van de tussendoorgang naar het politieservicepunt zagen wij de man weer lopen. Ik, [verbalisant 1] , ben uit de dienstauto gestapt en ben de man achterna gelopen.
Ik, [verbalisant 2] , ben met het dienstvoertuig de straat uitgereden en de parkeerplaats opgereden aan de achterzijde van het gemeentehuis. Hier zag ik, [verbalisant 2] , de man aan de overzijde van de parkeerplaats al lopen. Ik ben met de dienstauto er omheen gereden en ben naast de
man gaan rijden. Ik ben uit het dienstvoertuig gestapt en heb de man aangesproken.
Ik herkende de man als de voor mij ambtshalve bekende [verdachte] van de [straat] te Haaksbergen. Ik, [verbalisant 1] , herkende als wijkagent de persoon ook als [verdachte] van de [straat] te Haaksbergen.
Wij zagen dat [verdachte] heel erg zweette op zijn voorhoofd, een zwarte lange broek aan had met een aantal beschadigingen hierop en zwarte sneakers met een totaal witte zool droeg.
Ik, [verbalisant 1] , vertelde [verdachte] dat er zojuist een overval gepleegd was in de [supermarkt] te Haaksbergen en dat de zwarte broek en zwarte schoenen met witte zolen overeen kwam met wat hij droeg. Hierop heb ik mijn mobiele telefoon gepakt en een schermafbeelding laten zien aan [verdachte] van de onderzijde van het lichaam van de overvaller. Hierop was alleen
de broek van de overvaller en de schoenen te zien. Deze kwamen overeen met wat de man
aan had. Ik, [verbalisant 1] , legde [verdachte] uit waarom wij deze vragen aan hem stelden.
Bij de [supermarkt] hebben wij een tweetal beelden gekeken waarop de overvaller de winkel uitliep en het moment dat de overvaller zich meldde bij de kassa van de [supermarkt] .
Wij zagen dat de dader geheel in het zwart gekleed, zwarte hoody, zwarte broek, zwarte schoenen met opvallend witte zool, een zwarte zonnebril op en een petje met zoals het lijkt hier overheen de muts van zijn hoody. Wij zagen de dader vanaf de achterste kassa de winkel uit lopen. Zoals de dader liep deed ons gelijk denken aan [verdachte] .
Wij zagen dat de dader op de camerabeelden hetzelfde loopje had als [verdachte] .
Ik, [verbalisant 1] , heb opnieuw bij de [supermarkt] de camerabeelden bekeken.
Ik heb de beelden meerdere keren bekeken en vergeleken met de foto's die ik van [verdachte] had gemaakt. Ik heb vooral gelet op details van de dader en hoe [verdachte] eruit zag. Ik zag bij het weglopen van de kassa dat de dader iets glimmends om zijn rechterpols had dat net onder de mouw van het vest vandaan kwam en vermoedelijk een horloge was. Ook viel het mij op dat de dader van de overval groter van postuur was dan ik ingeschat had op de foto van de dader die ik via wapp had gekregen. En dat dit het postuur van [verdachte] was. Verder zag ik op de camerabeelden bij binnenkomst van de dader in de [supermarkt] dat hij dezelfde schoenen droeg als [verdachte] met kenmerkende witte zolen. Ook heb ik de broek van de dader van de overval vergeleken met de broek die [verdachte] droeg. De broek die [verdachte] droeg had op de rechter broekspijp twee kenmerkende witte tekens van beschadiging/slijtage. Ik zag dat de broek van de dader van dezelfde kleur was en dat ook deze twee kenmerkende witte tekens had van beschadiging/slijtage op de rechter
broekspijp. Ook viel op dat onder het zwarte vest van de dader iets wits tevoorschijn kwam. Kennelijk een wit T-shirt dat onder het zwarte vest werd gedragen.
Toen wij [verdachte] spraken droeg hij een wit T-shirt.
5.
Een bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 21 augustus 2018 (pag. 103 van het dossier), bevattende printscreens van WhatsApp-berichten tussen [naam 4] (I) en
[naam 3] (II), waarop staat weergegeven:
Verdachte gezocht
Omstreeks 18:00 uur heeft er een overval plaats gevonden bij de supermarkt [supermarkt] aan [adres] in Haaksbergen. Wij willen iedereen benadrukken om deze persoon zelf niet te benaderen! Bel 112.
Signalement van de dader:
-man;
-zwarte trui;
-donkere broek;
-zwarte schoenen met een witte zool;
Oja en onder vermelding licht getint
Het zal toch niet waar zijn
Moest gelijk aan [verdachte] denken …sorry
Nee echt he
Nu denk ik er de hele tijd aan
Maakt niet uit maar ben echt bang dat hij het is
Ja verdachte kleding en schoenen die nikes