Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 juli 2018 te Hardenberg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een persoon genaamd [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans tenminste éénmaal (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in/op/tegen de buik en/of de schouder en/of het gezicht, althans in/op/tegen het lichaam heeft gestoken en/of gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
1 primair en subsidiair ten laste gelegde dan ook vrijgesproken.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
diefstal.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- het Pro Justitia rapport d.d. 12 november 2018, opgemaakt door drs. J.P.M. van der Leeuw, psycholoog;
- het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 28 november 2018 opgemaakt door M.C.M. Schepers;
- het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 2 oktober 2018 opgemaakt door M.C.M. Schepers en
- het uittreksel justitieel documentatieregister d.d. 19 november 2018.
25-jarige jongeman is die afkomstig is uit Algerije. Ten tijde van het strafbare feit verbleef hij in een asielzoekerscentrum te Hardenberg. Gebleken is dat verdachte asiel heeft aangevraagd in Nederland maar dat deze aanvraag is afgewezen. Verdachte is een ontkennende verdachte en heeft in juli 2018 een gevangenisstraf opgelegd gekregen voor diefstal, bedreiging en schuldheling. De reclassering heeft gelet op de ontkennende houding van verdachte en de verblijfsstatus van verdachte geadviseerd om de strafzaak af te doen zonder oplegging van bijzondere voorwaarden.
8.De schade van benadeelden
[slachtoffer 1] moet worden gematigd - gelet op de gevorderde vrijspraak voor de onder 1 ten laste gelegde poging doodslag - en dat de vordering kan worden toegewezen tot in totaal € 1.193,92, te weten € 943,92 aan materiële schade en € 250,-- aan immateriële schade, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
diefstal;
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken;