ECLI:NL:RBOVE:2019:5291

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
C/08/229083 / HA ZA 19-93
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst tussen EFG en Novalock over levering van sloten en schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen EVENT FACILITY GROUP B.V. (EFG) en NOVALOCK B.V. over de ontbinding van een overeenkomst betreffende de levering van 6000 sloten. EFG had de overeenkomst ontbonden en vorderde schadevergoeding van Novalock. De rechtbank oordeelde dat Novalock tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, omdat zij de beloofde upgrade van de sloten naar een op afstand programmeerbaar model (LS500) niet had geleverd. EFG had zich op het standpunt gesteld dat deze upgrade een essentieel onderdeel van de overeenkomst was en dat de tekortkoming van Novalock de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigde. De rechtbank bevestigde dat EFG bevoegd was de overeenkomst te ontbinden en dat Novalock verplicht was om het door EFG betaalde bedrag terug te betalen. Daarnaast werd Novalock veroordeeld tot schadevergoeding aan EFG voor de geleden schade als gevolg van de ontbinding. De rechtbank heeft het verstekvonnis van 16 januari 2019 vernietigd voor wat betreft de hoogte van de terug te betalen bedragen en de schadevergoeding, en heeft de tegenvordering van Novalock afgewezen. De kosten van de verzetprocedure werden aan Novalock opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/229083 / HA ZA 19-93 (lm)
Vonnis in verzet van 10 juli 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EVENT FACILITY GROUP B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres in conventie,
gedaagde in het verzet en in reconventie,
advocaat mr. C.R. van Breevoort te Nijmegen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOVALOCK B.V.,
gevestigd te Holten,
gedaagde in conventie,
eiseres in het verzet en in reconventie,
advocaat mr. J.W. Stegeman te Almelo.
Partijen zullen hierna “EFG’ en ‘Novalock’ genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 17 april 2019
  • (het proces-verbaal van) de comparitie van 17 juni 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Novalock is bij dagvaarding van 21 februari 2019 in verzet gekomen tegen het tegen haar op 3 april 2019 bij verstek gewezen vonnis van deze rechtbank.
2.2.
Bij dat vonnis heeft de rechtbank het volgende beslist:

3.1. verklaart voor recht dat de overeenkomst tussen partijen betreffende de levering van 6000 sloten door de schriftelijke verklaring van 22 juni 2018 is ontbonden en dat gedaagde jegens eiseres aansprakelijk is voor de schade die dientengevolge is ontstaan en nog zal ontstaan door het tekortschieten van gedaagde,
3.2.
veroordeelt gedaagde te betalen aan eiseres een bedrag van € 37.150,00 ter zake schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018 tot de dag van voldoening,
3.3.
veroordeelt gedaagde tot terugbetaling aan eiseres van een bedrag van
€ 300.000,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 juni 2018 tot de dag van voldoening;
3.4.
veroordeelt gedaagde om de 6000 sloten binnen één maand na betekening van dit vonnis bij eiseres af te halen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag met een maximum van € 20.000,00.
3.5.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 6.433,79,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.”
2.3.
De betekening van voornoemd vonnis heeft plaatsgevonden op 18 januari 2019.

3.Het geschil

3.1.
Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van EFG toegewezen met dien verstande dat de wettelijke handelsrente over de gevorderde schadevergoeding is afgewezen en de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente over de terugbetaling van de koopsom is bepaald op een later tijdstip dan gevorderd, zijnde 22 juni 2018.
3.2.
Novalock vordert bij verzetdagvaarding haar te ontheffen van de bij voornoemd vonnis gewezen veroordeling, EFG in haar vorderingen alsnog niet-ontvankelijk te verklaren dan wel de vorderingen van EFG alsnog af te wijzen, alsmede EFG te veroordelen tot betaling aan Novalock van een bedrag van € 25.201,19, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na elk van de respectievelijke factuurdata en EFG te veroordelen in de proceskosten.
3.3.
Novalock voert daartoe -zakelijk weergegeven- aan dat van ontbinding van de overeenkomst geen sprake kan zij omdat er geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Novalock. Novalock heeft geleverd aan EFG waar zij toe verplicht was: de sloten LS400. Zowel uit de contractuele verhouding tussen partijen zoals die volgt uit de opdrachtbevestiging als uit naderhand gevoerde correspondentie volgt dat zowel Novalock als EFG er vanuit zijn gegaan dat de update/upgrade naar LS500 een verplichting was van SAG en niet van Novalock. Voor zover geoordeeld zou worden dat op Novalock wel de contractuele verplichting heeft gerust om aan EFG sloten te leveren die zonder fysieke handeling te programmeren zouden zijn, stelt Novalock zich op het standpunt dat zij aan die verplichting heeft voldaan. Uiteindelijk was in november 2016 het gewenste slot door SAG productierijp gemaakt. Het slot werd niet LS500 genoemd maar TGC. Dit TGC-slot heeft Novalock aan EFG aangeboden, maar EFG heeft het aanbod geweigerd. Van een toerekenbare tekortkoming van Novalock kan dan ook om die reden geen sprake zijn. EFG heeft bovendien niet tijdig geklaagd over de niet toereikendheid van het slot met de TGC-functionaliteit. Door niet tijdig de factuur van Novalock te voldoen en door te weigeren akkoord te gaan met het TGC-slot is EFG bovendien in schuldeisersverzuim geraakt. De (berekening van) de schade die EFG stelt te hebben geleden is niet juist. EFG heeft niet alle kosten gemaakt die zij stelt te hebben gemaakt.
Van een korte levensduur van de batterijen is geen sprake. EFG heeft bovendien gedurende een bepaalde periode het gebruiksgenot gehad van de sloten. Novalock wenst en vordert daarom tevens dat EFG wordt veroordeeld om het onbetaald gelaten gedeelte van de facturen ad € 25.201,19 inclusief BTW aan Novalock te voldoen.
3.4.
EFG heeft het door Novalock bij haar verzetdagvaarding gevoerde verweer gemotiveerd weersproken en heeft -kort samengevat- het standpunt ingenomen dat de vorderingen van Novalock, waaronder die van betaling van € 25.201,19 door EFG aan Novalock, dienen te worden afgewezen, nu voornoemd verstekvonnis op juiste gronden is gewezen, met uitzondering van het toegewezen bedrag van € 34.500,00 dat betrekking heeft op het vervangen van batterijen, alsmede het bedrag van € 19.207,03, zijnde het onbetaald gelaten gedeelte van de factuur van 1 april 2016, welke bedragen in mindering dienen te worden gebracht op de bij het verstekvonnis toegewezen bedragen.
3.5.
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en reconventie

4.1.
Het verzet wordt geacht tijdig en op de juiste wijze te zijn ingesteld, nu het tegendeel gesteld noch gebleken is, zodat Novalock in zoverre in haar verzet kan worden ontvangen.
4.2.
Tussen partijen is in geschil of zij zijn overeengekomen dat Novalock de sloten in de loop van 2016 kosteloos zou upgraden naar LS500, zijnde een op afstand programmeerbaar slot (standpunt EFG), of dat zij zijn overeengekomen dat enkel LS400 sloten zouden worden geleverd door Novalock (standpunt Novalock). In het verlengde daarvan is in discussie tussen partijen of EFG de tussen partijen gesloten overeenkomst betreffende 6000 sloten terecht heeft mogen ontbinden omdat Novalock uiteindelijk geen LS500 sloten heeft geleverd aan EFG, maar LS400 sloten en of Novalock uit dien hoofde tevens schadevergoeding verschuldigd is aan EFG en zo ja, hoeveel.
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat, ook al is er sprake van meerdere bestellingen van EFG bij Novalock, zij de contractuele relatie tussen partijen als één overeenkomst ziet.
De rechtbank zal bij de beoordeling van de geschilpunten van partijen dan ook van één overeenkomst uitgaan.
Wat zijn partijen overeengekomen?
4.4.
Partijen twisten bij de vraag wat hun verplichtingen over en weer zijn over de uitleg van de overeenkomst. De vraag wat partijen onderling exact zijn overeengekomen over een upgrade naar LS500 sloten dient te worden beantwoord via uitleg aan de hand van de in de rechtspraak van de Hoge Raad ontwikkelde Haviltex-maatstaf. Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan hun gedragingen en verklaringen (waaronder de bewoordingen van de overeenkomst) en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.5.
Uit de tekst van de emailberichten die partijen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en nadien met elkaar hebben gewisseld kan worden vastgesteld dat partijen zijn overeengekomen dat de update van LS400 sloten naar LS500 sloten onderdeel uitmaakte van de afspraken tussen partijen en dus van de overeenkomst. Zo staat in het emailbericht van Novalock aan EFG:

(…)
Ik heb gisteren en vandaag e.e.a. doorgerekend wat betreft het voordeel van SAG ten opzichte van Eurolocks.
(…)
Naast deze besparing en zelfs behoorlijke winst heeft het SAG slot de volgende voordelen:
(…)
-
Gratis upgrade naar LS500
(…)
Ik hoop je hiermee een verduidelijking te hebben gegeven over de voordelen van het SAG slot en ben erg benieuwd naar je reactie.
(…)”.
Op 4 december 2015 heeft Novalock vervolgens een opdrachtbevestiging naar EFG gestuurd. Naar aanleiding daarvan heeft Novalock 6000 LS400 sloten aan EFG geleverd
Bij email van 19 juni 2016 heeft EFG het volgende aan Novalock bericht:

(…)
Wij zitten eigenlijk nog steeds met het verhaal dat er ons per maart een complete update beloofd is die ons een hele hoop werk uit handen zou nemen die er nu nog steeds niet is en pas eind 2016 actief wordt. Dit zorgt ervoor dat we nu dus extra werk en dus kosten maken doordat jullie/Novalock de zaken niet op orde hebben en afspraken niet nakomen. (…)
Dat is heel eerlijk de reden dat wij de laatste factuur nog niet voldaan hebben, naar onze mening hebben we nog steeds geen compleet product ontvangen.
(…)”.
Bij emailbericht van 26 juli 2019 heeft Novalock daarop het volgende geantwoord aan EFG:
“(…)
Ik snap je punt, en ben het met je eens. Echter is het bedrag wat nu nog openstaat wel erg fors.
Is het mogelijk om een gedeelte te betalen en bijvoorbeeld €5.000,- euro open te laten staan?
Ik wil hiervoor samen met Daniel een oplossing zoeken alleen i.v.m. vakantie lukt dat momenteel niet.
(…)”.
Bij emailbericht van 7 september 2016 heeft Novalock aan EFG bericht:

(…)
Ik begreep van mijn collega dat er contact is geweest in mijn vakantie met betrekking tot de factuur die nog openstaat.
Na dat ik begreep zal er een gedeelte betaald worden maar een heel gedeelte ook niet.
Om eerlijk te zijn verwonderd dit mij omdat we naar mijn weten af hebben gesproken een bedrag van €5.000,- open te laten i.v.m. de update naar de LS500.
(…)
Graag zou ik je willen vragen om de factuur te betalen -€5.500,-. Is dat akkoord voor jou? De betaling van de overige €5.000,- gebeurt dan zodra de update gerealiseerd is.
(…)”.
Bij emailbericht van 20 september 2016 heeft EFG aan Novalock bericht:

(…)
Daarnaast is er nog steeds onduidelijkheid over wat er nu precies gaat gebeuren, nieuwe update (…)
Echter waaraan nu voorbij wordt gegaan en wat ik geloof ik ook al een keer besproken heb is dat wij nu elke week extra tijd en dus kosten moeten maken omdat de update er nog niet is. Wij moeten elke week die codes doorvoeren voor een nieuw evenement. Dit heb ik dus ook met jouw collega besproken en hij gaf me hierin ook groot gelijk. Dat is dus ook iets wat we graag opgelost zien te zijner tijd. Dat is ook mede de reden dat ik met hem afgesproken heb om de helft over te maken en vervolgens af te wachten hoe het zich gaat vorderen wat betreft update naar LS500.
(…)”.
Bij emailbericht van 11 oktober 2016 heeft Novalock aan EFG bericht:

(…)
Het probleem is helaas dat het niet mogelijk is om jullie huidige sloten te updaten naar de “LS500”.
Graag wil ik door middel van deze meeting gezamenlijk concreet naar een oplossing hiervoor zoeken.
(…)”.
Bij emailbericht van 29 november 2016 heeft EFG aan Novalock het volgende bericht:

(…)
De beslissing om voor het dure LS400-500 slot te kiezen is voor een groot gedeelte gebaseerd op het feit dat we elk jaar dat we het slot gebruiken een bepaald bedrag terugverdienen doordat we geen codes meer fysiek in hoeven te voeren en we ook het fysiek programmeren van de sloten niet meer toe hoeven te passen aangezien dit met de update naar LS500 in een paar minuten gebeurt zou zijn.
Doordat de LS500 van de baan is hebben we dus kosten voor het doorvoeren en programmeren van pincodes nog steeds.
(…)
Zoals ik destijds ook al aan jouw aangaf is alle argumenten die ik net opgesomd heb vorig jaar jullie argumentatie geweest waarmee je ons probeerde over te halen als belangrijkste argument om voor de sloten te kiezen. Nu een grote investering, om op termijn door minder arbeid de sloten terug te verdienen. Dat hele belangrijke voordeel is wat er nu wegvalt.
(…)
Wanneer ik dus nogmaals voor de keuze kom te staan om er een x aantal aan te schaffen, dan wordt de huidige kennis meegenomen in mijn overweging tot aanschaf. Je snapt dat we er dan allesbehalve happig op zijn om de huidige prijs van € 49,85 te betalen voor de sloten, als er ook goedkopere vergelijkbare alternatieven op de markt bestaan.
(…)”.
Bij emailbericht van 6 december 2018 heeft Novalock het volgende aan EFG bericht:

(…)
Bedankt voor je mail. Ik begrijp de punten die je aandraagt.
(…)
Door de nieuwe update kan er eenvoudig een tijdsduur aan een code gekoppeld worden.
(…)
Graag hoor ik van jullie welke wensen jullie hebben om te kijken hoe we dit het beste op kunnen lossen.
(…)”.
4.6.
Vast staat tussen partijen dat Novalock de upgrade naar LS500 niet heeft geleverd aan EFG. Novalock is daarom tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Die tekortkoming valt Novalock ook toe te rekenen. Zij heeft immers, zoals volgt uit voorgaande emailberichten, EFG uitdrukkelijk voorgehouden dat de upgrade naar LS500 deel uitmaakte van de overeenkomst en dat dit tezijnertijd ook zou worden geleverd aan EFG. EFG heeft zich ook onweersproken op het standpunt gesteld dat juist de mogelijkheid van het tezijnertijd upgraden van LS400 naar LS500, voor haar doorslaggevend was om met Novalock te contracteren. Het verweer van Novalock dat de upgrade nooit meer is geweest dan een voornemen van SAG dat - indien deze gereed zou komen - aan EFG uitgeleverd zou kunnen worden en dat, nu SAG daarin niet is geslaagd dit Novalock niet valt aan te rekenen, moet worden gepasseerd. EFG heeft met Novalock gecontracteerd en niet met producent SAG. Toezeggingen die Novalock jegens EFG heeft gedaan komen dan ook voor rekening en risico van Novalock. En niet voor risico van EFG.
Wat Novalock met SAG heeft afgesproken gaat EFG niet aan.
4.7.
De stelling van Novalock dat zij wel aan haar verplichting tot levering van een op afstand programmeerbaar slot heeft voldaan door het in november 2016 gereed gekomen product TGC (Temporary Guest Code) aan te bieden aan EFG (hetgeen EFG echter heeft geweigerd), kan evenmin slagen. Vast staat dat EFG het aanbod door Novalock van sloten met een TGC-functionaliteit niet heeft willen accepteren. Los van het antwoord op de vraag of dit aanbod van Novalock moet worden gezien als een nieuw aanbod (waar tussen partijen geen overeenstemming over bestaat), staat vast tussen partijen dat overeengekomen is dat op termijn een upgrade van de LS400 sloten naar LS500 sloten zou plaatsvinden en niet een upgrade van LS400 sloten naar sloten met een TGC-functionaliteit. Reeds daarom kan deze stelling van Novalock niet slagen. Daarbij komt dat onvoldoende gesteld of gebleken is dat sloten met een TGC- functionaliteit één op één vergelijkbaar zijn met LS500 sloten.
4.8.
Het door Novalock gedane beroep op de klachtplicht van EFG, in die zin dat zij het slot met TGC-functionaliteit niet zodanig bijtijds heeft afgewezen, hetgeen tot verlies van al haar mogelijke aanspraken lijdt, slaagt reeds gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor onder 4.7. heeft overwogen, niet. Datzelfde lot treft het door Novalock gedane beroep op schuldeisersverzuim, waarvan volgens Novalock sprake is gelet op het niet tijdig voldoen van de factuur van Novalock en door te weigeren akkoord te gaan met het slot met de
TGC-functionaliteit. De weigering de TGC-sloten te accepteren kan EFG niet worden toegerekend. Een upgrade naar sloten met een TGC-functionaliteit maakte immers geen onderdeel uit van de overeenkomst tussen partijen. Op grond daarvan was EFG dan ook gerechtigd haar betalingsverplichting op te schorten.
(algehele) ontbinding gerechtvaardigd?
4.9.
De tekortkoming van Novalock geeft EFG de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. Novalock heeft aangevoerd dat, voor zover de rechtbank oordeelt dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van Novalock, de tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigt. Technisch blijkt het uiteindelijk niet realiseerbaar om de benodigde informatie omtrent beveiliging en gebruiksduur veilig naar het slot te transporteren middels een viercijferige pincode. Eenmalig moet daarom gewerkt worden met een pincode die uit meer dan vier cijfers bestaat. Voor de gehele verdere duur van het gebruik van de locker kan wel degelijk met de ‘comfort code’ van vier cijfers worden volstaan. Het risico dat EFG genomen heeft door een slot te verlangen dat er nog niet was – zonder de expliciete opdracht door EFG aan Novalock danwel SAG te geven een slot met de door haar gewenste eigenschappen tot stand te brengen – dient bij EFG te blijven, aldus Novalock.
4.10.
Naar het oordeel van de rechtbank levert de niet-nakoming door Novalock van haar verplichting een upgrade van de LS400 sloten naar LS500 sloten te leveren, een tekortkoming op die de algehele ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.
Een (kosteloze) upgrade van LS400 sloten naar LS500 sloten vormde voor EFG een essentieel onderdeel van de overeenkomst. Dat wist Novalock. Daarvan getuigen de contacten die partijen daarover voorafgaand aan en gedurende de overeenkomst met elkaar hebben gehad, alsmede de discussie die tussen partijen is ontstaan toen in oktober 2016 bleek dat een upgrade naar LS500 sloten niet (langer) tot de mogelijkheden behoorde.
De tekortkoming van Novalock is dus van dermate gewicht dat van EFG niet kan worden verlangd dat zij met Novalock als contractpartij nog verder zou moeten. De stelling van Novalock dat EFG het risico heeft genomen door een slot te verlangen dat er nog niet was – zonder de expliciete opdracht door EFG aan Novalock danwel SAG te geven een slot met de door haar gewenste eigenschappen tot stand te brengen -, is naar het oordeel van de rechtbank niet toereikend en bovendien ongepast. Zo er al sprake was van een risico van de zijde van EFG, heeft te gelden dat dit risico EFG niet kan worden toegerekend, aangezien Novalock immers bij het aangaan van de overeenkomst de toezegging had gedaan dat de LS400 sloten zouden kunnen worden geüpgraded naar LS500 sloten.
4.11.
EFG was daarom bevoegd de overeenkomst te ontbinden, hetgeen zij heeft gedaan bij brief van 22 juni 2018. De gevraagde verklaring voor recht zoals toegewezen in het verstekvonnis kan dan ook in stand blijven. Novalock is gehouden het door EFG reeds betaalde bedrag aan facturen - als ongedaanmakingsverbintenis - terug te betalen en EFG is gehouden de sloten - als ongedaanmakingsverbintenis - terug te geven aan Novalock.
4.12.
EFG heeft ter zitting verklaard dat van het door de rechtbank bij verstekvonnis toegewezen bedrag dat Novalock aan EFG dient terug te betalen ter hoogte van € 300.000,-, een bedrag van € 19.207,31 in mindering dient te worden gebracht. Wegens het onbetaald gelaten gedeelte van de factuur van 1 april 2016 maakt EFG geen aanspraak op het bedrag van € 19.207,31, aldus EFG. Novalock heeft zich voorts, evenals EFG, op het standpunt gesteld dat bij ontbinding een bedrag van € 63.570,52 aan gebruiksvergoeding in mindering dient te worden gebracht op het bedrag dat, zoals opgenomen in het verstekvonnis, Novalock uit hoofde van de ontvangen betalingen dient terug te betalen aan EFG, omdat EFG tot datum ontbinding het gebruiksgenot van de sloten heeft gehad. Novalock heeft zich voor het overige niet verweerd tegen de hoogte van het door EFG gevorderde door Novalock terug te betalen bedrag. Het bedrag aan ontvangen facturen dat Novalock aldus dient terug te betalen aan EFG bedraagt € 280.792,69.
schade
4.13.
EFG vordert voorts vergoeding van de schade die EFG als gevolg van de ontbinding heeft geleden. Novalock is verplicht de schade die EFG lijdt omdat in plaats van nakoming ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt, te vergoeden.
Ter zitting heeft EFG verklaard dat van het door de rechtbank bij verstekvonnis toegewezen schadebedrag ter hoogte van € 37.150,00,- een bedrag van € 34.500,- (dat betrekking heeft op het vervangen van batterijen) dient te worden verminderd. Dat betekent dat een gevorderd schadebedrag ter hoogte van € 2.650,00 resteert. Volgens EFG is er dan nog sprake van de volgende schadeposten:
- € 400,00 compensatie aan de huurder van de kluisjes voor het ongemak;
- € 200,00 vergoeding van extra reiskosten aan bezoekers van het evenement die hun trein hadden gemist omdat hun kluisje niet openging en uiteindelijk opengebroken moest worden;
  • € 1.750,00 herstelkosten van circa 50 kluisdeuren die opengebroken moesten worden;
  • € 300,00 kosten extra inzet medewerkers van EFG om de acute problemen ter plekke te verhelpen.
4.14.
De rechtbank zal een bedrag ter hoogte van € 1.750,00, aan schade toewijzen, nu Novalock dat bedrag niet heeft betwist. EFG heeft de overige schadeposten, na betwisting door Novalock, nagelaten te onderbouwen met bewijsstukken. Nu EFG zich beroept op de rechtsgevolgen van de ontbinding, rust op haar de dienaangaande stelplicht en bewijslast. Het is derhalve aan EFG om haar standpunt terzake voldoende te onderbouwen. Nu EFG dat heeft nagelaten, wordt aan het bewijsaanbod van EFG voorbij gegaan. De overige schadeposten zullen worden afgewezen.
4.15.
De wettelijke (handels)rente kan, zoals in het verstekvonnis is bepaald, worden toegwezen vanaf datum ontbinding, zijnde 22 juni 2018. Novalock heeft haar stelling dat de wettelijke rente moet worden toegewezen vanaf moment van dagvaarden door EFG niet nader onderbouwd.
4.16.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden vernietigd, voor zover het betreft de hoogte van de door Novalock aan EFG terug te betalen factuurbedragen, alsmede voor wat betreft de hoogte van het toegewezen schadebedrag. Het deel van de vordering dat daarop betrekking heeft zal alsnog worden afgewezen. Voor het overige zal dit vonnis op genoemde gronden worden bekrachtigd.
4.17.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de tegenvordering van Novalock, zijnde de door Novalock gevorderde betaling van de door EFG onbetaald gelaten facturen ter hoogte van € 25.201,19 dienen te worden afgewezen.
4.18.
Novalock zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden verwezen. De kosten worden aan de zijde van EFG begroot op:
- salaris advocaat € 2.402,00 (1 punt × € 2.402,00.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
vernietigt het door deze rechtbank op 16 januari 2019 onder zaaknummer / rolnummer 226135 / HA ZA 18-551 gewezen verstekvonnis, voor zover Novalock daarbij is veroordeeld tot:
- betaling aan EFG tot betaling van een bedrag van € 37.150,00 ter zake schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018 tot de dag van algehele voldoening;
- terugbetaling aan EFG van een bedrag van € 300.000,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 juni tot aan de dag van algehele voldoening;
en opnieuw beslissend
  • veroordeelt Novalock (gedaagde) te betalen aan EFG (eiseres) een bedrag van € 1.750,00 ter zake schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • veroordeelt Novalock (gedaagde) tot terugbetaling aan EFG (eiseres) van een bedrag van
€ 280.792,69, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 juni tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2.
wijst het betreffende deel van de vorderingen alsnog af,
5.3.
veroordeelt Novalock in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van EFG tot op heden begroot op € 2.402,00,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
bekrachtigt het verstekvonnis voor het overige.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Zweers en in het openbaar uitgesproken op
10 juli 2019. [1]

Voetnoten

1.type: