ECLI:NL:RBOVE:2019:5178

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 maart 2019
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
08/910047-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensenhandel wegens onvoldoende bewijs

De rechtbank Overijssel heeft op 1 maart 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 58-jarige man, die werd beschuldigd van mensenhandel. De zaak kwam voor de rechtbank na een langdurig onderzoek, waarbij meerdere zittingen hebben plaatsgevonden. De officier van justitie, mr. drs. D.M. Noordzij, had de verdachte aangeklaagd voor het werven, vervoeren en uitbuiten van een Poolse vrouw met het oog op seksuele exploitatie. De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van dwang en misbruik van een kwetsbare positie van het slachtoffer.

Tijdens de rechtszittingen is er uitvoerig bewijs gepresenteerd, maar de rechtbank oordeelde dat het bewijs niet wettig en overtuigend was. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat de beschuldigingen niet konden worden bewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft het slachtoffer, bijgestaan door mr. T. Neijzen, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte was vrijgesproken. De vordering kan enkel bij de burgerlijke rechter worden ingediend. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de beslissing op schrift gesteld, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/910047-15 (P)
Datum vonnis: 1 maart 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
woonadres: [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 24 november 2015, 20 januari 2016, 16 maart 2018, 27 juni 2018 en 28 januari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. drs. D.M. Noordzij en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. P.A. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met een of meer ander(en) schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 5 december 2014
in de gemeente(n) Almelo en/of Hellendoorn en/of Zwolle en/althans (elders) in
Nederland en/of in Duitsland en/of België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een vrouw (van Poolse afkomst) genaamd [slachtoffer] ,
A) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw had,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw (sub 1°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s)
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar (die vrouw), seksuele
handelingen met en/of voor een derde (sub 9°), en/of
B) (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die
(Poolse) vrouw in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen
tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen
betaling (sub 3), en/of
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke/psychische en/of
lichamelijke overwicht dat verdachte en/of haar mededader(s) over die [slachtoffer]
had(den), en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) vanuit Duitsland en/of België naar Nederland heeft
meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of laten meenemen en/of vervoeren
en/althans (telkens) het vervoer van die [slachtoffer] vanuit Belgë en/of Duitsland
naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of
- ten aanzien van die [slachtoffer] die de Nederlandse taal niet (goed) machtig was
en/of onbekend was in Nederland en/of onbekend was met de Nederlandse regels
en/of wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand in Nederland kende
en/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie bevond voornoemde
[slachtoffer] heeft benaderd en/of heeft laten benaderen voor
prostitutie-werkzaamheden, en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd/aangegeven dat verdachte en/of verdachtes
mededader(s) de administratie/formaliteiten ten behoeve van legale
prostitutie-werkzaamheden door die [slachtoffer] zou(den) regelen, en/of
- zijn, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning en/of een door
verdachte en/of haar mededader(s) gehuurde woning/ruimte voor het
verrichten van prostitutie-werkzaamheden door die [slachtoffer] ter beschikking
heeft gesteld, en/of
- erotisch getinte foto('s) van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of heeft laten maken
en/of (vervolgens) die foto('s) en/of contactadvertentie(s) van/met
betrekking tot die [slachtoffer] op internet heeft gezet en/of laten zetten, en/of
- die [slachtoffer] in contact heeft gebracht en/of laten brengen met klant(en)/derde(n)
en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten vervoeren, en/of
- controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie
werkzaamheden van die [slachtoffer] , en/of
- die [slachtoffer] te kennen heeft gegeven dat zij geen klant(en) mocht weigeren, en/of
- de verdiensten van die [slachtoffer] voor die prostitutie-werkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een
schuldrelatie met die [slachtoffer] heeft laten ontstaan.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

Vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het (vul de feitaanduidingen in)ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat verdachte daarvan wordt vrijgesproken.

5.De vordering van de benadeelde partij

[slachtoffer] , bijgestaan door mr. T. Neijzen te Leiden, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces en een vordering tot schadevergoeding ingediend. Zij vordert een totaalbedrag aan schadevergoeding van € 13.400,- , te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de Terwee maatregel. De gevorderde materiële schade ad € 8.400,- bestaat uit gederfde inkomsten van € 100,- per dag. De benadeelde partij heeft gedurende een periode van veertien weken voor verdachte gewerkt. Zij werkte zes dagen per week.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 5.000,- gevorderd.
(vul de feitaanduidingen in)De benadeelde partij wordt in de vordering niet-ontvankelijk verklaard, nu verdachte wordt vrijgesproken. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2019.