De rechtbank Overijssel heeft op 1 maart 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 58-jarige man, die werd beschuldigd van mensenhandel. De zaak kwam voor de rechtbank na een langdurig onderzoek, waarbij meerdere zittingen hebben plaatsgevonden. De officier van justitie, mr. drs. D.M. Noordzij, had de verdachte aangeklaagd voor het werven, vervoeren en uitbuiten van een Poolse vrouw met het oog op seksuele exploitatie. De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van dwang en misbruik van een kwetsbare positie van het slachtoffer.
Tijdens de rechtszittingen is er uitvoerig bewijs gepresenteerd, maar de rechtbank oordeelde dat het bewijs niet wettig en overtuigend was. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat de beschuldigingen niet konden worden bewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Daarnaast heeft het slachtoffer, bijgestaan door mr. T. Neijzen, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte was vrijgesproken. De vordering kan enkel bij de burgerlijke rechter worden ingediend. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de beslissing op schrift gesteld, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.