ECLI:NL:RBOVE:2019:509

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 februari 2019
Publicatiedatum
14 februari 2019
Zaaknummer
08/760240-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met ernstige persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek

Op 14 februari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1981, die verblijft in de FPC Pompekliniek te Nijmegen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op basis van een vordering van de officier van justitie die op 10 oktober 2018 was ingediend. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld na een veroordeling voor diefstal met geweld, en zijn terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 22 december 2016. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die de problematiek van de terbeschikkinggestelde hebben beoordeeld. Deze rapportages wezen op een ernstige persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale kenmerken, alsook op verslavingsproblematiek met cocaïne en alcohol. De rechtbank concludeerde dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende inzicht had in zijn problematiek en dat er een verhoogd risico op recidive bestond indien de terbeschikkingstelling zou worden beëindigd. De rechtbank benadrukte de noodzaak van voortzetting van de behandeling en begeleiding in het kader van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, gezien de ernst van de situatie en de noodzaak voor een gefaseerde resocialisatie. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de terbeschikkinggestelde de kans te geven om zijn problematiek aan te pakken in een gecontroleerde omgeving.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760240-13
Datum beslissing: 14 februari 2019
Beslissing van de rechtbank Overijssel, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van de officier van justitie ten aanzien van de terbeschikkinggestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
verblijvende bij FPC Pompekliniek in Nijmegen.

1.De aanleiding

Bij vonnis van de rechtbank Overijssel locatie Almelo van 19 september 2014 is aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, na bewezenverklaring van het misdrijf:
-
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren.
De maatregel is ingegaan op 19 september 2014 en voor de laatste keer verlengd op 22 december 2016 door de rechtbank Overijssel en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 16 november 2018.
Bij beslissing van 5 september 2017 van de rechtbank Overijssel, welke beslissing op 22 maart 2018 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is bevestigd, is bevolen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 509o Sv uitgebrachte adviesrapportages, te weten:
- een adviesrapport van de Pompestichting van 12 september 2018, opgemaakt en ondertekend door drs. C.T. van der Weide, behandelcoördinator, en E.P.M.T. Brouns, psychiater en directeur patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
- de wettelijke aantekeningen over de periode van 5 april 2018 tot en met 1 januari 2019;
- een Pro Justitia-rapportage van 27 november 2018 van I. Maksimovic, psychiater;
- een Pro Justitia-rapportage van 3 december 2018 van P.K. Kristensen, psycholoog.

3.De procedure

De officier van justitie heeft op 10 oktober 2018 een vordering tot verlenging van de
terbeschikkingstelling met twee jaren ingediend.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 31 januari 2019. De officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk en de terbeschikkinggestelde bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. M. Hoekzema, advocaat in Utrecht, zijn op de vordering gehoord.
Als deskundige is op de zitting gehoord, H. Pétursdóttir, GZ-psycholoog en behandelcoördinator bij de Pompekliniek te Nijmegen.
4. De standpunten van de officier van justitie en de raadsvrouw met de terbeschikkinggestelde
Ter zitting heeft de officier van justitie de vordering gehandhaafd.
De raadsvrouw en de terbeschikkinggestelde verzetten zich niet tegen de vordering tot verlenging met twee jaren.
De terbeschikkinggestelde spreekt uit op dit moment gemotiveerd te zijn om aan het traject mee te werken. Hij geeft te kennen dat hij eerder bewust afstand heeft gehouden, maar dat hem nu duidelijk is geworden dat het bespreken van rapporten en de resultaten van afgeronde therapieën, behandelingen en trainingen van belang is. De terbeschikkinggestelde acht zichzelf klaar voor begeleid wonen en benoemt de behoefte daarbij om tijdens dat traject met de hulpverlening te praten en zo uit te stromen in de maatschappij.

5.De beoordeling

De rechtbank stelt allereerst vast dat de door de officier van justitie op 10 oktober 2018 ingediende vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, conform
artikel 509 o eerste lid Sv, tijdig is ingediend.
De rechtbank stelt voorts vast dat op de vordering tot verlenging niet uiterlijk twee maanden na de dag waarop de vordering is ingediend, is beslist. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat genoemde termijn is overschreden.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de over betrokkene opgemaakte adviezen van de kliniek, de psycholoog en de psychiater en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking. Uit deze adviezen en de toelichting komt onder meer het volgende naar voren.
Het verlengingsadvies van de kliniek in samenhang met de wettelijke aantekeningen
Diagnostiek
Er is bij de terbeschikkinggestelde sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale kenmerken en stoornissen in gebruik van cocaïne en alcoholgebruik. De terbeschikkinggestelde is een man bij wie sprake is van zeer beperkt probleeminzicht, forse verslavingsproblematiek en een externaliserende, bagatelliserende houding betreffende agressiegedrag/risico’s en het eerder stranden van resocialisatietrajecten.
Recidive
De kernproblematiek van de terbeschikkinggestelde is chronisch van aard en de delictdynamiek (en de dynamiek rondom partnergeweld) is nog onvoldoende bewerkt. Wanneer de terbeschikkingstelling op dit moment zou worden beëindigd is de verwachting dat de terbeschikkinggestelde weer snel de fout in zal gaan, hij zal voorwaarden overtreden en middelen gebruiken omdat hij over onvoldoende alternatieve copingvaardigheden beschikt om met problemen/stressoren om te gaan. Het gebruik van middelen verhoogt de kans op agressief gedrag maar gaat ook gepaard met een verhoogd risico op verwervingscriminaliteit. Daarnaast heeft de terbeschikkinggestelde contact met zijn ex-partner en in het verleden is sprake geweest van verbaal en fysiek agressief gedrag jegens deze partner.
Het is van belang dat behandeling wordt voortgezet in een kader van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege waarbij in de huidige FPC voldoende controle, toezicht en ondersteuning kan worden geboden.
Verloop behandeling/voornemens kliniek
De terbeschikkinggestelde bevindt zich in het beginstadium van zijn behandeling en de behandeling komt moeilijk van de grond. Hij heeft een weekprogramma opgebouwd en is aangemeld voor diverse behandelmodules. Op het moment van rapporteren is nog onvoldoende intrinsieke motivatie voor behandeling. Naast de persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek, copingvaardigheden en financiële problemen is het contact met zijn ex-partner en zoontje een belangrijk thema. De ex-partner is het slachtoffer van mishandeling door de terbeschikkinggestelde. Het behandelteam wil middels gesprekken met de terbeschikkinggestelde, de ex-partner en een forensisch maatschappelijk werker zicht houden op dit contact. De terbeschikkinggestelde en de ex-partner hebben dat tot nu toe afgehouden.
De kliniek wil het behandeltraject zorgvuldig en nauwgezet vormgeven. Naast een klinische fase met bewerking van de problematiek, zal een gefaseerd resocialisatietraject langere tijd in beslag nemen. Het verleden laat zien dat de terbeschikkinggestelde zich in de klinische fase doorgaans committeert aan behandeling en dat het in het resocialisatietraject snel fout gaat. Momenteel is de samenwerking nog onvoldoende en committeert de terbeschikkinggestelde zich nog niet geheel aan de behandeling. Van belang is voortzetting van de behandeling en begeleiding in het kader van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege waar een gefaseerde opbouw van vrijheden intensief kan worden gemonitord, juist gezien eerdere terugval in fors gewelddadig gedrag en harddrugsgebruik wanneer controle en toezicht op afstand zijn komen te staan.
Advies kliniek
Het behandelteam is van mening dat een zeer gefaseerd traject geïndiceerd is. Een gefaseerde en verantwoorde resocialisatie zal de duur van een jaar overstijgen en de kliniek adviseert daarom om de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren.
De adviezen van de psychiater en de psycholoog
Diagnostiek
Volgens beide deskundigen is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische kenmerken en van een stoornis in het gebruik van cocaïne. De psycholoog benoemt tevens een stoornis in het gebruik van alcohol.
Recidive
De psychiater concludeert dat het risico op gewelddadig gedrag dan wel verwervingscriminaliteit voortvloeit uit de negatieve onderlinge beïnvloeding van de persoonlijkheidsproblematiek en verslavingsgevoeligheid voor cocaïne, waarbij ten aanzien van het risico op recidive in de persoonlijkheidsproblematiek met name stressregulatie en impulsregulatie een rol spelen. In het risico op verwervingscriminaliteit spelen volgens de psychiater ongunstige situationele factoren, zoals geen werk of inkomen hebben, in samenhang met antisociale persoonlijkheidstrekken een rol.
De psycholoog acht de persoonlijkheidspathologie – vooral de agressie- en impulsregulatie – onvoldoende bewerkt, stelt dat de verslavingsproblematiek actief is en dat de terbeschikkinggestelde hier weinig controle op heeft. Het probleeminzicht is beperkt. De psycholoog acht de terbeschikkinggestelde weinig realistisch in zijn inschatting van zichzelf, zijn vermogens en mogelijkheden om in een maatschappelijke context te functioneren.
De psycholoog benoemt dat beschermende factoren momenteel uitsluitend extern van aard zijn en worden bepaald door het verblijf in de kliniek met alle steun, beveiliging en controle.
De psycholoog acht het zeer zorgelijk dat de terbeschikkinggestelde en zijn voormalig partner niet bereid zijn hun relatie te bespreken met het behandelteam, nu de terbeschikkinggestelde binnen de huidige maatregel gerecidiveerd is met een ernstig agressief delict jegens zijn voormalig partner en hiervoor is veroordeeld tot een tweede terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.
Binnen de huidige klinische omstandigheden schatten beide deskundigen het risico op recidive in als laag.
Beide deskundigen concluderen dat bij beëindiging van de maatregel sprake is van een recidivegevaar dat kan oplopen tot hoog, omdat er op dit moment geen beschermende structuren buiten de kliniek aanwezig zijn.
Advies van de deskundigen
Beide deskundigen adviseren de resocialisatiefase gefaseerd, zeer geleidelijk en stapsgewijs, met voldoende ondersteuning, toezicht en controle te laten verlopen. De psychiater acht het van belang om in de klinische fase te werken aan verbetering van stresscoping en impulsregulatie, als ook te bevorderen dat de terbeschikkinggestelde op tijd aan de bel trekt bij de hulpverlening. De psychiater stelt voor dat onderdelen van het risicomanagement zoals beoogd in de fase van terbeschikkingstelling met voorwaarden, te weten ambulante begeleiding door een verslavingsdeskundige, urinecontroles en relatietherapie in de resocialisatiefase weer worden ingezet vanuit de kliniek en adviseert te zijner tijd een fase van begeleid wonen in te bouwen.
De psycholoog benadrukt dat de terbeschikkinggestelde zijn problematiek en risicofactoren zal moeten erkennen en bewerken en concludeert dat veel controle moet worden uitgeoefend op het middelengebruik van waaruit de terbeschikkinggestelde over kan gaan tot agressieve delicten en op de relatie met zijn ex-vrouw gezien de zware mishandeling van haar door de terbeschikkinggestelde.
Beide deskundigen adviseren de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren en om de verpleging van overheidswege te continueren.
De toelichting van de getuige-deskundige ter zitting
Ter terechtzitting heeft de getuige-deskundige Pétursdóttir, voornoemd, aangevoerd dat het rapport is geschreven op de opnameafdeling en dat de terbeschikkinggestelde inmiddels sinds enige maanden verblijft op de afdeling alwaar zij behandelcoördinator is. De getuige-deskundige benoemt dat de terbeschikkinggestelde de delict-analyse heeft afgerond, doch de bespreking daarvan heeft afgehouden. De leefstijltraining en agressieregulatie-op-maat zijn gestart, maar dit heeft de terbeschikkinggestelde enigszins afgehouden omdat hij niet alle therapieën en trainingen tegelijk wil volgen. Het doel om toe te werken naar begeleid verlof is bemoeilijkt vanwege een incident, te weten een bij de terbeschikkinggestelde aangetroffen telefoon. De feiten hieromtrent moeten helder zijn en bezien moet worden hoe een dergelijk incident in de toekomst kan worden voorkomen, alvorens het traject zal worden vervolgd. De getuige-deskundige benoemt als positief punt dat met de terbeschikkinggestelde een aantal vertrekpunten is bepaald van waaruit zal worden gewerkt.
De getuige-deskundige verwacht dat de terbeschikkinggestelde goed voor zichzelf kan zorgen en bepaalde verantwoordelijkheden aan kan, maar acht op dit moment het zetten van de stap naar begeleid wonen te vroeg. De getuige-deskundige benoemt de mogelijkheid de intramurale fase wat korter te laten zijn en de focus te leggen op de opbouw van meer zelfstandigheid buiten de kliniek, maar benadrukt dat de kliniek dan van de terbeschikkinggestelde verwacht dat hij door de kliniek opgemaakte rapporten en uitkomsten van behandelingen, therapieën en trainingen ook met de behandelaars zal bespreken.
De getuige-deskundige merkt op dat, wanneer de nieuwe veroordeling tot terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege in hoger beroep in stand zou blijven, dit het huidige traject met het toewerken naar de aanvraag van begeleid verlof in beginsel niet hoeft te doorkruisen.
De overwegingen van de rechtbank
De terbeschikkinggestelde bevindt zich in het beginstadium van zijn behandeltraject. Een belangrijk deel van de behandeling en resocialisatie dient nog plaats te vinden. In de afgelopen periode is het vormgeven van het behandeltraject moeizaam verlopen ten gevolge van keuzes die door de terbeschikkinggestelde zijn gemaakt, zoals het niet meewerken met de behandelaars die inzicht in de relatie met zijn ex-partner willen krijgen, maar ook het afhouden van therapieën. Door de recente keuze van de terbeschikkinggestelde om de regels van de kliniek te overtreden door het in bezit hebben van een telefoon aldaar, loopt het behandeltraject van de terbeschikkinggestelde verdere vertraging op. Het is aan de terbeschikkinggestelde zelf om openheid te geven en zich meer te gaan inzetten voor zijn behandeling. De rechtbank ziet de ontwikkeling dat de terbeschikkinggestelde ter zitting heeft gezegd gemotiveerd te zijn om de samenwerking met zijn behandelaars aan te gaan, alsook dat reeds een aantal vertrekpunten is bepaald van waaruit zal worden gewerkt, als een stap in de goede richting.
Gelet op de inhoud van de rapportages en het besprokene ter zitting is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. De rechtbank slaat daarbij vooral acht op het verhoogde risico op terugval in gewelddadig gedrag zonder het beschermend kader van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege en de door de deskundigen benoemde noodzaak van een zeer geleidelijke resocialisatie. De aanwezige persoonlijkheidsproblematiek en ernstige verslavingsproblematiek maken dat deze behandeling en geleidelijke uitbreiding van vrijheden dient te worden ingezet binnen het huidige kader. De rechtbank neemt in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank zal op grond van hetgeen hiervoor is overwogen de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.

6.De wettelijke voorschriften

De verlenging van de maatregel is gegrond op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 509o, 509s en 509t Sv.

7.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en
mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2019.