Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 augustus 2018;
- de akte houdende wijziging van eis tevens overlegging producties van Tebezo;
- de conclusie van antwoord in reconventie van de provincie;
- de door Tebezo ten behoeve van de comparitie overgelegde aanvullende producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 3 december 2018 en de daaraan gehechte stukken.
2.De verdere beoordeling
€ 1.065.773,00 in verband met een onbetaald gelaten factuur en schade die Tebezo heeft geleden door de verlate gunning door de provincie, een verklaring voor recht dat Tebezo bouwtijdverlenging toekomt en een veroordeling tot retournering van de door Tebezo gestelde bankgarantie.
23/03/2015” vermeld. Een deel van de opdracht is door de provincie naar voren gehaald, waaruit spoedeisendheid kan worden afgeleid. Verder staat op veel plaatsen in het bestek voorgeschreven dat de aannemer maatregelen moet treffen zoals het verwijderen van begroeiing op de oevers voorafgaand aan het broedseizoen. Door bij elk van de subonderdelen dergelijke preventieve maatregelen voor te schrijven gaf de provincie volgens Tebezo te kennen dat de werkzaamheden gelijktijdig per vaarweg dienden te worden uitgevoerd, hetgeen ook de relatief korte bouwtijd rechtvaardigde. Dit kon ook worden afgeleid uit het ecologisch werkprotocol, kort gezegd inhoudende dat na het ongeschikt maken van een locatie voor het broeden van vogels zoveel mogelijk continu wordt doorgewerkt om te voorkomen dat vogels zich alsnog zouden vestigen en de aansporing om jaarrond te werken.
zo spoedig mogelijk” na de aanbesteding zal worden bekend gemaakt. Met betrekking tot de standstill-termijn is in paragraaf 0.07.3 opgenomen dat als niet binnen vorenbedoelde termijn een kort geding dagvaarding is betekend, de opdracht “
naar verwachting” definitief zal worden gegund. In paragraaf 0.04.6 is opgenomen dat de inschrijver “
zijn inschrijving gedurende een termijn van 60 dagen gestand moet doen”.
.In de aanbestedingsstukken is niet meer dan een streven om op zo kort mogelijke termijn te gunnen vermeld, terwijl Tebezo gelet op de gestanddoeningstermijn van 60 dagen er in ieder geval rekening mee moest houden dat de gunning tot 25 april 2015 zou kunnen plaatsvinden. De enkele vermelding van een startdatum van “
23/3/15” op TenderNED, het online marktplein voor aanbestedingen van de Nederlandse overheid, maakt het voorgaande niet anders. Ook de omstandigheid dat op meerdere plaatsen in het bestek is voorgeschreven dat er preventief moet worden gemaaid respectievelijk begroeiing moet worden verwijderd voorafgaand aan het broedseizoen, brengt niet met zich dat Tebezo op een eerdere gunning vóór 25 april 2015 mocht vertrouwen. Deze werkzaamheden zijn immers steeds als verrekenbare hoeveelheid in het bestek opgenomen, terwijl Tebezo op grond van bestek paragraaf 1.05.2 rekening moest houden met het ecologisch werkprotocol (bijlage 10 bij het bestek).
Voorafgaand aan de werkzaamheden (bij voorkeur vlak voor het broedseizoen) worden de oevers gecontroleerd op de aanwezigheid van broedvogels. Bij afwezigheid van broedvogels wordt de locatie ongeschikt gemaakt voor broedvogels door waar nodig te maaien en/of te rooien.Na het ongeschikt maken van de locatie wordt er zoveel mogelijk continu doorgewerkt om te voorkomen dat vogels zich alsnog vestigen op de locatie.Wanneer broedende vogels worden aangetroffen, bepaald de ecoloog of de werkzaamheden kunnen doorgaan of dat de directe omgeving van het nest moet worden ontzien. Er kan niet tijdens het broedseizoen gestart worden met de werkzaamheden, tenzij er geen broedende vogels zijn aangetroffen.
“bij voorkeur vlak voor het broedseizoen”worden gecontroleerd op aanwezigheid van broedvogels en dat bij afwezigheid daarvan mitigerende maatregelen getroffen moeten worden, die als verrekenbare hoeveelheden staan opgenomen in het bestek. Anderzijds moest zij er rekening mee houden dat wanneer broedende vogels worden aangetroffen de ecoloog bepaalt of de werkzaamheden kunnen doorgaan en dat er tijdens het broedseizoen niet gestart kan worden met de werkzaamheden, tenzij er geen broedende vogels zijn aangetroffen. Ook hieruit volgt aldus niet dat Tebezo er op mocht vertrouwen dat de opdracht voorafgaand aan het broedseizoen (of op de zo kortst mogelijke termijn danwel op 23 maart 2015) zou worden gegund.
Tebezo heeft de opdracht zonder enig voorbehoud aanvaard, althans zonder enig voorbehoud uitvoering gegeven aan de opdracht. Daarmee heeft zij het risico van eventuele prijsverhogingen van materialen en een (iets) kortere bouwtijd voor lief genomen.
De ecologische schouw geeft aan dat overgroot deel van de bezochte projectlocaties naast voor broedvogels waardevolle vegetaties liggen die zich ver uitstrekken, dit terwijl er in het ecologisch onderzoek (zie par. 2.1) wordt besproken dat er overwegend smalle stroken vegetatie aanwezig zijn waar broedvogels in kunnen nestelen en dat deze in veel gevallen al verstoord worden door achtergrondverstoring.
Par. 4.2.4: Het plangebied bestaat uit enkele watergangen en de eerste 2 meter aan oeverzone waardoor gebouwen afwezig zijn. Hierdoor is het plangebied voor een groot aantal vogelsoorten ongeschikt om te fungeren als broedbiotoop. Wel kunnen de rietruigtes, struiken en bomen die op verschillende plekken langs en in de watergangen voorkomen, geschikt zijn als broedlocatie voor verschillende vogelsoorten. Ook de bossen op de oevers vormen geschikt broedbiotoop voor verschillende vogelsoorten. (…)In de directe omgeving van het plangebied liggen, naast rietvelden en moerasbossen, ook agrarische graslanden en ruigtes. De rietvelden, graslanden en ruigtes vormen geschikt broedbiotoop voor verschillende vogelsoorten(…)Hoewel de watergangen zelf voor de meeste vogels ongeschikt zijn, kan niet worden uitgesloten dat enkele vogelsoorten als meerkoet tot broeden kunnen komen binnen en direct grenzend aan het plangebied. (…)
€ 222.770,25. Dat is 9,39% van de aanneemsom, terwijl volgens vaste jurisprudentie sprake is van “een grote hoeveelheid meerwerk” bij meer dan 10% meerwerk, hetgeen mee kan brengen dat niet van de aannemer kan worden gevergd dat het werk binnen de overeengekomen termijn wordt opgeleverd. De provincie heeft verder naar voren gebracht dat er steeds gebruik is gemaakt van voormelde standaardformulieren (VTW’s) waarop de aannemer onder meer moet aangeven wat de consequenties zijn van het meerwerk in tijd en geld. Volgens de provincie heeft Tebezo slechts in drie gevallen kosten door vertraging opgegeven en mocht de provincie er daarom vanuit gaan dat Tebezo aan het opgedragen meerwerk geen tijdsconsequenties verbond, nu partijen met de opgegeven en geaccordeerde VTW’s het opgedragen meerwerk finaal hebben geprijsd en afgewikkeld.
Ter comparitie heeft Tebezo naar voren gebracht dat er naast het meerwerk wegens VTW’s ook nog voor € 144.282,- aan overschrijdingen op de verrekenbaar gestelde besteksposten is geweest, zodat het percentage meerwerk op 15% uitkomt. De provincie heeft ter comparitie uitdrukkelijk betwist dat de 10%-norm is overschreden en heeft aangevoerd dat Tebezo is vergeten het minderwerk in mindering te brengen, terwijl een deel van de extra werkzaamheden niet in het kader van het bestek zijn opgedragen. Daar waar de provincie haar stellingen met betrekking tot de hoogte van het meerwerk met stukken (de VTW’s en een samenvatting daarvan) heeft onderbouwd, heeft Tebezo nagelaten haar stellingen met betrekking tot de hoogte van het meerwerk te adstrueren. Nu dat wel op haar weg had gelegen (vgl. ook r.o. 2.18) gaat de rechtbank daaraan als onvoldoende onderbouwd voorbij.
(…) Op grond van deze garantie verbindt Nationale Borg zich op eerste schriftelijk verzoek van de Opdrachtgever, onder mededeling dat de Aannemer in gebreke is gebleven met de richtige nakoming van de in de Opdracht omschreven verplichtingen, ten hoogste bovengenoemd bedrag aan de Opdrachtgever te voldoen, indien Nationale Borg van de Opdrachtgever een afschrift heeft ontvangen van een door de Opdrachtgever aan de Aannemer gerichte aangetekende brief, waarin de Opdrachtgever de Aannemer kennis geeft van zijn voornemen de garantie in te roepen en waarvan de verzenddatum ten minste 10 werkdagen is verstreken en indien door de Aannemer voorafgaand aan het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van 10 werkdagen geen bewijs (…) aan Nationale Borg is overgelegd dat door hem een spoedgeschil bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw aanhangig is gemaakt. (…) Deze garantie blijft overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 43a van de UAV 2012 van kracht totdat de Aannemer aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit de Opdracht heeft voldaan.
De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Deze garantie blijft overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 43a van de UAV 2012 van kracht totdat de Aannemer aan zijn verplichtingen voorvloeiend uit de opdracht heeft voldaan” kan gelet op het bepaalde in paragraaf 43a lid 5 van de UAV 2012 niet anders worden begrepen dan dat de garantie van kracht is tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken (…) de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld en indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven – zoals in het onderhavige geval – de zekerheid van kracht blijft tot overeenkomstig paragraaf 11 is geconstateerd dat de aannemer aan zijn (onderhouds)verplichtingen heeft voldaan.
2.37. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de in conventie gevorderde verklaring voor recht dat de provincie bevoegd is om de bankgarantie in te roepen zal worden afgewezen. De vordering in reconventie tot retournering van de bankgarantie zal worden toegewezen met dien verstande dat daaraan een termijn zal worden verbonden, zoals weergegeven in de beslissing. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd.
3.414,00(2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 1.707,00)