Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoekster] ,
Het procesverloop
De beoordeling
- [X] , € 2.290,00, ontstaan in 2018;
- NL Energie, € 3.253,23, ontstaan in 2018.
Rechtbank Overijssel
Op 10 december 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoekster, een 53-jarige gescheiden vrouw met twee meerderjarige kinderen, heeft een schuldenlast van € 46.337,13. Tijdens de zitting op 3 december 2019 is de verzoekster verschenen, samen met haar beschermingsbewindvoerder en andere betrokkenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen en dat zij in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek niet te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de verzoekster gedurende het beschermingsbewind nieuwe schulden heeft laten ontstaan, waaronder een schuld aan NL Energie en een schuld aan een derde partij, ontstaan door diefstal van haar pas. De verzoekster heeft geen medische verklaring overgelegd die haar arbeidsongeschiktheid aantoont en heeft ook geen inspanningen geleverd om een betaalde baan te vinden. De rechtbank concludeert dat er geen waarborg is voor een stabiele financiële situatie en dat de verzoekster niet in staat is om de informatieplicht tijdens de schuldsaneringsregeling na te komen.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling afgewezen, met verwijzing naar artikel 288 lid 1, aanhef en onder b en c van de Faillissementswet. De beslissing is genomen door mr. E. Venekatte en is openbaar uitgesproken op 10 december 2019.