ECLI:NL:RBOVE:2019:5045

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 oktober 2019
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
0899705516 + 0899456817
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit en handel in illegaal vuurwerk, verboden wapenbezit en witwassen

De rechtbank Overijssel heeft op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die werd beschuldigd van het bezit en de handel in illegaal vuurwerk, verboden wapenbezit en witwassen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De zaak kwam aan het licht na een melding van een postpakket dat door vervoersbedrijf UPS in Duitsland was onderschept, waarin een contant geldbedrag van € 19.500,- werd aangetroffen. Dit pakket was op 21 november 2016 aangeboden bij PostNL in Raalte door de partner van de verdachte, die daarbij een rijbewijs toonde. Tijdens een doorzoeking van de woning van de verdachte op 29 november 2016 werden munitie, een patroonmagazijn en een jammer aangetroffen. Ook werd in een garagebox in Zwolle een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen, dat bestemd was voor particulier gebruik. De verdachte had dit vuurwerk op verschillende locaties voorhanden gehad en ter beschikking gesteld aan anderen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de risico's voor de omgeving en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan een serie strafbare feiten, waaronder het witwassen van het geld dat vermoedelijk afkomstig was uit de vuurwerkhandel.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/997055-16 + 08/994568-17 (P)
Datum vonnis: 31 oktober 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 22 februari 2017, 19 mei 2017, 6 november 2017, 8 oktober 2018, 23 september 2019, 26 september 2019 en 17 oktober 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S.T.C. van der Werf en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging van 6 november 2017, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op meerdere momenten in de maanden november en december 2016 op verschillende plaatsen zwaar illegaal vuurwerk voorhanden heeft gehad en ter beschikking van anderen heeft gesteld, alsmede dat hij een patroonmagazijn, munitie en een jammer voorhanden heeft gehad en dat hij een bedrag van
€ 19.500,- heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08/994568-17
1.
hij in of omstreeks de periode van 27 november 2016 tot en met 5 december 2016, te Zwartsluis, in de gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 2 flowerbeds (artikel Kometa P7905), althans een aantal flowerbeds (artikel Kometa P7905) (zie pag. B-922 proces-verbaal) en/of
- 600 bangers (artikel Butterfly Cracker BBC 02), althans een aantal bangers (artikel Butterfly Cracker BBC 02) (zie pag. B-924 proces-verbaal) en/of
- 1 flowerbed (artikel Tropic TB201) (zie pag. B-928 proces-verbaal) en/of
- 1 flowerbed (artikel Kometa LDC 336) (zie pag. B-930 proces-verbaal) en/of
- 3 flowerbeds (artikel Tropic TB215), althans een aantal flowerbeds (Tropic TB201) (zie pag. B-932 proces-verbaal),
voorhanden heeft gehad en/of ter beschikking aan ander(en) heeft gesteld;
2.
hij op of omstreeks 30 november 2016, in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 442 shells (artikel Echaton TNT 75), althans een aantal shells (artikel Echaton TNT 75) (zie pag. B-2958 proces- verbaal) en/of
- 1951 bangers (artikel Shark 3), althans een aantal bangers (artikel Shark 3) (zie pag. B-2963 proces-verbaal) en/of
- 39 bangers (artikel Super cobra 6), althans een aantal bangers (artikel Super cobra 6) (zie pag. B-2972 proces-verbaal) en/of
- 87 bangers (artikel Super cobra 7), althans een aantal bangers (artikel Super cobra 7) (zie pag. B-2974 proces-verbaal) en/of
- 35 signaalraketten (artikel Zink 902/001), althans een aantal signaalraketten (artikel Zink 902/001) (zie pag. B-2980 proces-verbaal) en/of
- 70 signaalraketten (artikel Thunderking), althans een aantal signaalraketten (artikel Thunderking) (zie pag. B-2982 proces-verbaal),
voorhanden heeft gehad en/of ter beschikking aan ander(en) heeft gesteld;
3.
hij op of omstreeks 29 november 2016 in de gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten
- een patroonmagazijn in de zin van artikel 1 onder 3º van die wet
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten:
- 10 kogelpatronen (merk/type Cci, kaliber .22 lr), althans een aantal kogelpatronen (merk/type Cci, kaliber .22 lr) (zie pag. B-1000 proces-verbaal) en/of
- 30 kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 7.65 br), althans een aantal kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 7.65 br) (zie pag. B-1000 proces-verbaal) en/of
- 44 kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 6.35 br), althans een aantal kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 6.35 br) (zie pag. B-1000 proces-verbaal) en/of
- 19 kogelpatronen (merk/type Speer, kaliber 9mm), althans een aantal kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 9mm) (zie pag. B-1000 proces-verbaal) en/of
- 48 kogelpatronen (merk/type Eley, kaliber .22 lr), althans een aantal kogelpatronen (merk/type Eley, kaliber .22 lr) (zie pag. B-1001 proces-verbaal),
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 29 november 2016 in de gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, een radiozendapparaat, te weten een jammer, heeft aangelegd en/of geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van dat/die radiozendapparaat op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend (zie pag. B-3131 t/m B-3141);
parketnummer 08/997055-16
1.
verdachte op nader te noemen data/datum, in/op na te noemen plaats(en)/gemeente(n),
(A) in of omstreeks de periode van 10 november 2016 tot en met 30 november 2016, in de gemeente Zwolle en/of gemeente Emmen, althans in Nederland en/of
(B) op of omstreeks 27 november 2016, in de gemeente Zwolle, althans in Nederland en/of (C) in of omstreeks de periode van 23 november 2016 tot en met 14 december 2016, in de gemeente Zwolle en/of te Goor, in de gemeente Hof van Twente, althans in Nederland en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
(A) - 72 bangers (artikel Super Cobra 6), althans een aantal bangers (artikel Super Cobra 6) (zie pag. B-3188 proces-verbaal) en/of
(B) - 3 bangers (artikel Shark 3), althans een aantal bangers (artikel Shark 3) (zie pag. B-3228 proces-verbaal) en/of
(C) - 362 shells (artikel FR3114 U0010-5), althans een aantal shells (artikel FR3114 U0010-5) (zie pag. B-3288 proces-verbaal) en/of
- 15 shells (artikel FR5028), althans een aantal shells (artikel FR5028) (zie pag. B-3290 proces-verbaal) en/of
- 24 shells (artikel DS05), althans een aantal shells (artikel DS05) (zie pag. B-3290 proces-verbaal) en/of
- 1 flowerbed (artikel Triplex TXB515 16460-1) (zie pag. B-3292 proces-verbaal) en/of
- 12 bangers (artikel Super Cobra 6), althans een aantal bangers (artikel Super Cobra 6) (zie pag. B-3294 proces-verbaal) en/of
- 740 bangers (artikel Butterfly Cracker BBC 02), althans een aantal bangers (artikel Butterfly Cracker BBC 02) (zie pag. B-3296 proces-verbaal) en/of
- 11 signaalraketten (artikel 3568), althans een aantal signaalraketten (artikel 3568) (zie pag. B-3306 proces-verbaal) en/of
voorhanden heeft gehad en/of ter beschikking aan (een) ander(en) heeft gesteld;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2016 tot en met 29 november 2016, in de gemeente Raalte, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(een) voorwerp(en), te weten:
- een (contant) geldbedrag, te weten 19.500 euro,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet, althans van enig voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf (zie pag. ZD-6 t/m ZD-15);
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2016 tot en met 29 november 2016, in de gemeente Raalte, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(een) voorwerp(en), te weten:
- een (contant) geldbedrag, te weten 19.500 euro,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet, althans van enig voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf (zie pag. ZD-6 t/m ZD-15).

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 24 november 2016 werd door vervoersbedrijf UPS in Duitsland een postpakket onderschept waarin zich een contant geldbedrag van € 19.500,- bevond. Het pakket was op 21 november 2016 bij PostNL in Raalte aangeboden. Daarbij werd het rijbewijs getoond van medeverdachte [medeverdachte 1] , zijnde de partner van verdachte.
Op 29 november 2016 is de woning van verdachte en zijn partner doorzocht. Daarbij werd onder meer documentatie aangetroffen in relatie tot de handel in illegaal vuurwerk, munitie, een zogenoemde “jammer” en een huurcontract van een opslagruimte aan de [adres 2] in Zwolle.
Op 30 november 2016 werd in de desbetreffende opslagruimte aan de [adres 2] een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, aangetroffen, van in totaal ruim 700 kilo.
Naar aanleiding van een MMA-melding op 5 december 2016 is in een zeecontainer op het terrein aan [adres 3] te Zwartsluis eveneens een hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen, ditmaal in totaal ruim 400 kilo.
Uit onderzoek is verder naar voren gekomen dat vuurwerk is afgeleverd aan verschillende particulieren.
4.2.1
parketnummer 08/994568-17 feiten 3 en 4
Zaaksdossier Raalte (munitie en jammer)
4.2.2
Het standpunt van de officier van justitie
Wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] een patroonmagazijn en munitie voorhanden heeft gehad, alsmede dat zij opzettelijk gezamenlijk een jammer zonder vergunning hebben aangelegd en geheel aangelegd aanwezig hebben gehad.
4.2.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte de munitie en patroonhouder weliswaar voorhanden had, maar dat hij deze goederen had aangetroffen tijdens zijn werkzaamheden. Verdachte had de goederen in een tas gedaan en op de dag van de doorzoeking had hij die tas klaargezet om naar de politie te brengen. Ten aanzien van de jammer heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.2.4
Het oordeel van de rechtbank
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte aan de [adres 1] te Raalte zijn munitie, een magazijnhouder en een jammer aangetroffen. De magazijnhouder en jammer zijn in een keukenkast gevonden. De dozen met munitie stonden in een tas op de keukentafel.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de munitie had aangetroffen in een kluis die hij bij een inzameling van oud ijzer had ontvangen. Hij had de munitie in een tas gedaan, welke op de keukentafel stond op het moment van de doorzoeking. Het was de bedoeling de tas aan de wijkagent te overhandigen, maar zover is het door de doorzoeking niet gekomen.
Ten aanzien van de jammer heeft verdachte verklaard dat die eveneens in zijn woning lag. De jammer was volgens verdachte van medeverdachte [medeverdachte 5] .
De rechtbank is van oordeel dat, op grond van de in de bijlage omschreven bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. Wat er ook zij van de verklaring van verdachte omtrent zijn bedoeling om de munitie in te leveren, hij had deze munitie voorhanden op het moment dat het werd aangetroffen. Datzelfde geldt voor het patroonmagazijn en de jammer, aangezien deze in zijn woning in een keukenkast zijn aangetroffen, met andere woorden op een plaats die bij normaal gebruik van de woning voor iedere bewoner in het zicht is.
4.3.1
parketnummer 08/994568-17 feiten 1 en 2
Zaaksdossier Zwartsluis (vuurwerk zeecontainer) en Zaaksdossier Zwolle (vuurwerk garagebox [adres 2] )
4.3.2
Het standpunt van de officier van justitie
Wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte gezamenlijk met medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] het vuurwerk in de zeecontainer in Zwartsluis voorhanden heeft gehad, alsmede dat hij het vuurwerk in de garagebox aan de [adres 2] te Zwolle samen met medeverdachte [medeverdachte 5] voorhanden heeft gehad.
4.3.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte dient te worden vrijgesproken van deze ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de partij vuurwerk die is aangetroffen in de zeecontainer in Zwartsluis is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten. Verdachte heeft enkel medeverdachte [medeverdachte 3] , die had gevraagd om vuurwerk, doorverwezen naar medeverdachte [medeverdachte 5] . Verdere betrokkenheid bij deze partij vuurwerk heeft verdachte niet gehad.
Van de garagebox aan de [adres 2] in Zwolle was verdachte weliswaar huurder, maar hij heeft de sleutel ongeveer twee maanden voor de ontdekking van het vuurwerk aan [medeverdachte 5] overgedragen.
Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat verdachte de beschikkingsmacht had over deze partijen vuurwerk.
4.3.4
Het oordeel van de rechtbank
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte op 29 november 2016 werd onder andere een huurovereenkomst van een garagebox, [box] , aan de [adres 2] te Zwolle gevonden. Achter deze huurovereenkomst werden vuurwerkbestellijsten aangetroffen. Daarnaast werd een Profoon met Lebara sim-kaart aangetroffen met daarbij een lader, maar zonder snoer.
Bij de doorzoeking van de garagebox op 30 november 2016 is een hoeveelheid van meer dan 700 kilo vuurwerk aangetroffen. Bij de partij zaten onder meer shells, bangers en signaalraketten, zijnde professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik.
Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij de garagebox aan de [adres 2] in Zwolle huurde. Daarbij heeft verdachte verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 5] vanaf september 2016 de box mocht gebruiken en verdachte heeft naar zijn zeggen de sleutel van de box aan [medeverdachte 5] overgedragen. Verdachte wist dat [medeverdachte 5] zich met vuurwerk bezig hield. Verdachte heeft ontkend dat de in de garagebox aangetroffen partij vuurwerk van hem was.
Medeverdachte [medeverdachte 5] heeft tegenover de rechter-commissaris bevestigd dat hij de garagebox een tijdje heeft gebruikt en het vuurwerk dat de politie heeft aangetroffen daar heeft opgeslagen.
Naar aanleiding van een Meld Misdaad Anoniem melding is vervolgens bij onderzoek op 5 december 2016 op de locatie aan [adres 3] te Zwartsluis in een op dat terrein geplaatste zeecontainer een hoeveelheid van ongeveer 400 kilo professioneel vuurwerk aangetroffen. Bij deze partij zaten verschillende flowerbeds en bangers.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat verdachte hem had gevraagd naar een opslagplek voor vuurwerk. [medeverdachte 3] heeft verdachte laten weten dat er wel wat opgeslagen kon worden in een zeecontainer op het terrein waar hij werkzaam was. [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij vanaf 26 november 2016 via WhatsApp contact heeft gehad met verdachte via diens telefoonnummer [telefoonnummer 1] over de aflevering. De dozen met vuurwerk zijn uiteindelijk afgeleverd door een andere persoon. Bij een meervoudige fotoconfrontatie heeft [medeverdachte 3] medeverdachte [medeverdachte 5] aangewezen als degene die het vuurwerk heeft gebracht.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 3] hem gevraagd had naar vuurwerk. Verdachte zou hem hebben doorverwezen naar medeverdachte [medeverdachte 5] . Verdachte heeft ontkend dat [medeverdachte 3] vuurwerk voor hem heeft opgeslagen.
Verdachte heeft bevestigd dat zijn telefoonnummer eindigt op [telefoonnummer 1] . Uit het politieonderzoek komt naar voren dat [medeverdachte 5] twee telefoonnummers in gebruik heeft: [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] .
Verdachte heeft ontkend dat de Profoon met het nummer dat eindigt op [telefoonnummer 4] van hem was. Verdachte heeft verklaard dat [medeverdachte 5] tijdens de inval in zijn woning aanwezig was en dat hij wellicht de telefoon in de woning van verdachte aan de lader had liggen. De rechtbank acht niet geloofwaardig dat de Profoon met het nummer eindigend op [telefoonnummer 4] niet bij verdachte in gebruik was. De telefoon is tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte bij hem in de keuken aangetroffen met een lader, maar zonder snoer. De telefoon kan derhalve niet op dat moment (voor een ander dan verdachte) bij hem thuis aan de lader hebben gelegen. Nu ook overigens nergens uit blijkt dat die telefoon bij een ander, bijvoorbeeld [medeverdachte 5] , in gebruik was, gaat de rechtbank ervan uit dat deze telefoon in gebruik was bij verdachte.
Uit de onderzochte telefoongegevens blijkt dat op 27 november 2016 in de ochtend zowel de telefoon met het nummer dat eindigt op [telefoonnummer 4] als de beide telefoons van [medeverdachte 5] (eindigend op de nummers * [telefoonnummer 2] en * [telefoonnummer 3] ) telefoonmasten in de buurt van de garagebox aan de [adres 2] aanstraalden.
Verdachte was derhalve op 27 november 2016 samen met [medeverdachte 5] bij de garagebox aan de [adres 2] aanwezig.
[medeverdachte 5] is degene geweest die het vuurwerk bij [medeverdachte 3] heeft afgeleverd. [medeverdachte 3] heeft hem immers bij de fotoconfrontatie herkend als degene die het vuurwerk heeft afgeleverd in Zwartsluis. Uit de WhatsApp gesprekken waarover [medeverdachte 3] heeft verklaard kan echter worden afgeleid dat hij rond de aflevering van het vuurwerk op 26 en 27 november 2016 contact heeft gehad met verdachte via het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 1] . Op 26 november 2016 ging de afspraak niet door, omdat [medeverdachte 3] het was vergeten. Er is een (tweede) afspraak gemaakt voor 27 november 2016 om 13:00 uur. Op 27 november 2016 om 12:46:48 uur heeft verdachte een berichtje gestuurd met de tekst ‘chek chek’. [medeverdachte 3] heeft een minuut later laten weten ‘Ben er bijna’.
Uit het vorenstaande leidt de rechtbank af dat medeverdachte [medeverdachte 5] het vuurwerk dat op
5 december 2016 in de zeecontainer in Zwartsluis is aangetroffen op 27 november 2016 heeft gebracht en dat verdachte daarbij nauw betrokken was. Verdachte heeft [medeverdachte 3] gevraagd naar opslagruimte, hij was die betreffende ochtend eveneens bij de garagebox aan de [adres 2] en, terwijl [medeverdachte 5] met het vuurwerk onderweg was, heeft hij bij [medeverdachte 3] gecheckt of hij de afspraak niet weer vergeten was.
Aangezien het vuurwerk dat in Zwartsluis is aangetroffen afkomstig was van de garagebox aan de [adres 2] , verdachte de huurder is van die box en derhalve in ieder geval op 27 november 2016 bij die box aanwezig is geweest, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook nauw betrokken was bij de opslag van het vuurwerk aan de [adres 2] , welk vuurwerk een aantal dagen na de aflevering in Zwartsluis, op 30 november 2016 is aangetroffen.
4.4.1
parketnummer 08/997055-16 feit 1
Zaaksdossier Overige afnemers professioneel vuurwerk
4.4.2
Het standpunt van de officier van justitie
Wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] gezamenlijk het vuurwerk, zoals onder A en B is ten laste gelegd, voorhanden hebben gehad en ter beschikking hebben gesteld aan anderen en het vuurwerk, zoals vermeld onder C, voorhanden hebben gehad.
4.4.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het vuurwerk zoals omschreven onder A, B en C niet voorhanden gehad en is evenmin betrokken geweest bij het afleveren daarvan aan anderen, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
4.4.4
Het oordeel van de rechtbank
(onderdeel A)
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte is een notitie aangetroffen waarop onder meer stond vermeld ‘2 Cobra’, ‘ [adres 4] ’ en het telefoonnummer ‘ [telefoonnummer 5] ’. Dat telefoonnummer is in gebruik bij [medeverdachte 4] , wonende aan de [adres 4] te Emmen.
Verdachte heeft verklaard dat hij van [medeverdachte 4] een bestelling van vuurwerk kreeg. Hij zou de bestelling doorgegeven hebben aan medeverdachte [medeverdachte 5] .
Uit de telefoongegevens blijkt echter dat verdachte op 10 november 2016 tussen 18.00 uur en 21.00 uur elf telefoongesprekken heeft gevoerd met het bij [medeverdachte 4] in gebruik zijnde telefoonnummer.
Daarnaast blijkt uit de mastgegevens van de bij verdachte in gebruik zijnde telefoon (eindigend op [telefoonnummer 4] ) en de bij [medeverdachte 5] in gebruik zijnde telefoon (eindigend op * [telefoonnummer 3] ) dat zij zich die avond om 18.48 uur bevinden in de nabijheid van de garagebox aan de [adres 2] te Zwolle. Daarna verplaatsen de telefoons zich richting Emmen. Om 20.41 uur stralen de telefoons van verdachte en [medeverdachte 5] de mast op de Nijkamperweg in Emmen aan en om 21.07 uur straalt de telefoon van verdachte de mast op de Ekselerbrink in Emmen aan. De Ekselerbrink is gelegen in de nabijheid van de [adres 4] , alwaar [medeverdachte 4] woonachtig is.
Op 30 november 2016 is bij [medeverdachte 4] soortgelijk vuurwerk aangetroffen als vermeld op de bij verdachte thuis gevonden notitie, namelijk bangers en Super Cobra 6.
Uit bovenstaande leidt de rechtbank af dat de bestelling van het vuurwerk, die door [medeverdachte 4] bij verdachte is gedaan, door verdachte samen met [medeverdachte 5] bij [medeverdachte 4] is afgeleverd.
(Onderdeel B)
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij een bestelling voor vuurwerk heeft geplaatst bij iemand ‘uit Zwolle’. Uit onderzoek van de telefoongegevens blijkt dat hij via een sms een bestelling heeft verstuurd naar het telefoonnummer van verdachte, eindigend op [telefoonnummer 4] en dat rond de aflevering van die bestelling meerdere berichten over en weer zijn verstuurd via dit nummer en het nummer van [medeverdachte 5] .
Op 27 november 2016 heeft [medeverdachte 5] via sms laten weten dat hij bij de Voltastraat was. Rond diezelfde tijd straalde de telefoon van verdachte, eindigend op [telefoonnummer 4] , de telefoonmast aan op de Marsweg te Zwolle en de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 5] , eindigend op * [telefoonnummer 3] , was onder het bereik van de mast aan de Marconistraat te Zwolle. Beide masten zijn in de omgeving van zowel de Voltastraat als de opslagplaats aan de [adres 2] .
In de slaapkamer van [medeverdachte 5] is later professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, aangetroffen, waaronder drie bangers en Shark 3. [medeverdachte 5] heeft verklaard dat de man ‘uit Zwolle’ van de gedane bestelling alleen deze bangers aan hem geleverd heeft.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte 5] , de drie bangers voorhanden heeft gehad en aan [medeverdachte 5] heeft afgeleverd.
(Onderdeel C)
Ten aanzien van het laatste onderdeel van dit ten laste gelegde feit is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigen kan worden bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de aflevering van dit vuurwerk, dan wel dat hij het vuurwerk voorhanden heeft gehad, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
4.5.1
parketnummer 08/997055-16 feit 2
Zaaksdossier onderzoek Raalte
4.5.2
Het standpunt van de officier van justitie
Het primair ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen. Verdachte heeft, samen met medeverdachte [medeverdachte 1] , het geldbedrag van € 19.500,00 witgewassen.
4.5.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde. Het geld is contant verstuurd op verzoek van de Italiaanse verkoper van de shreddermachine. De verklaring van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] hieromtrent is door verdachte onderbouwd met stukken. Daarnaast heeft verdachte onderbouwd waar het geld vandaan kwam.
4.5.4
Het oordeel van de rechtbank
Op 21 november 2016 is bij een PostNL agentschap in Raalte een pakket aangeboden door medeverdachte [medeverdachte 1] , partner van verdachte. Het postpakket had als bestemming Italië. Bij het scannen van het postpakket door de uitvoerende pakketdienst UPS in Keulen (Duitsland) werd contant geld in het pakket aangetroffen. In het pakket zat in totaal een bedrag van € 19.500,00 in verschillende coupures, waaronder coupures van € 200,00 en
€ 500,00.
Door onder meer medeverdachte [medeverdachte 5] is naar dit pakket geïnformeerd.
Verdachte heeft verklaard dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 5] van een Italiaanse man een machine had gekocht om kunststof van metaal te scheiden. Verdachte heeft het daarvoor benodigde geld, een bedrag van € 19.500,00, in plastic gewikkeld en in een kunststof verpakking van wasmiddel Ariel gedaan. Vervolgens heeft hij dit verpakt in een doos en aan medeverdachte [medeverdachte 1] gevraagd of zij het pakket wilde versturen. Naar zijn zeggen heeft verdachte daarbij [medeverdachte 1] niet verteld wat er in de doos zat.
Om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde witwassen te kunnen komen dient vast te staan dat het geld afkomstig is uit enig misdrijf.
Zoals hiervoor overwogen acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 10 november 2016 vuurwerk heeft afgeleverd aan een derde. Daarnaast heeft verdachte een grote hoeveelheid vuurwerk voorhanden gehad, op verschillende locaties en heeft verdachte op 27 november 2016 nogmaals vuurwerk afgeleverd aan een derde.
Dat verdachte geld uit deze vuurwerkhandel en derhalve uit enig misdrijf heeft verworven en voorhanden heeft gehad staat daarmee vast.
Of verdachte met die vuurwerkhandel het bedrag van € 19.500,00 heeft verdiend, kan niet met zekerheid worden vastgesteld. Dat het geld "afkomstig is uit enig misdrijf", kan echter, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde geld uit enig misdrijf afkomstig is.
Indien door het openbaar ministerie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het geld niet van misdrijf afkomstig is.
Uit het onderzoek naar de financiële situatie van verdachte is niet gebleken dat verdachte voldoende legale inkomsten had om een dergelijk groot contant geldbedrag te kunnen sparen.
Verdachte heeft ter zitting een aantal documenten overgelegd waaruit naar zijn zeggen zou kunnen worden afgeleid dat het geld niet uit misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft een leenoverkomst overlegd van ‘ [naam 1] ’. In deze leenovereenkomst is vermeld dat op 27 november 2016 een bedrag aan verdachte zou zijn geleend. Het postpakket is echter op 21 november 2016 onderschept en derhalve hieraan voorafgaand reeds verstuurd.
Daarnaast is een conceptbrief van advocaat mr. R.M. Vessies overgelegd waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de ‘familie [medeverdachte 1] ’ een bedrag van € 10.000,- aan verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zou hebben geschonken. De rechtbank is echter van oordeel dat uit een conceptsommatiebrief niet kan worden afgeleid dat dat bedrag daadwerkelijk aan die familie [medeverdachte 1] is betaald en evenmin dat dit, voorafgaand aan het verzenden van het postpakket, daadwerkelijk contant aan verdachte is geschonken.
De overige overgelegde stukken zien op de bestelling van een shreddermachine. Voor de bewezenverklaring is echter irrelevant of die machine daadwerkelijk is besteld. Het is aan verdachte om een niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring te geven voor de
herkomstvan het geld.
Nu een dergelijke verklaring is uitgebleven en onvoldoende van legale inkomstenbronnen is gebleken, acht de rechtbank geen andere conclusie mogelijk dan dat het ten laste gelegde geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Doordat verdachte dit geld heeft verstuurd in een postpakket om er een ander voorwerp mee te kopen, heeft hij dit contante geldbedrag voorhanden gehad.
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.6
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
parketnummer 08/994568-17
1.
hij in de periode van 27 november 2016 tot en met 5 december 2016, te Zwartsluis, in de gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 2 flowerbeds (artikel Kometa P7905) en
- 600 bangers (artikel Butterfly Cracker BBC 02) en
- 1 flowerbed (artikel Tropic TB201) en
- 1 flowerbed (artikel Kometa LDC 336) en
- 3 flowerbeds (artikel Tropic TB215)
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 30 november 2016, in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 442 shells (artikel Echaton TNT 75) en
- 1951 bangers (artikel Shark 3) en
- 39 bangers (artikel Super cobra 6) en
- 87 bangers (artikel Super cobra 7) en
- 35 signaalraketten (artikel Zink 902/001) en
- 70 signaalraketten (artikel Thunderking)
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 29 november 2016 in de gemeente Raalte een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten
- een patroonmagazijn in de zin van artikel 1 onder 3º van die wet
en
munitie in de zin van artikel 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten:
- 10 kogelpatronen (merk/type Cci, kaliber .22 lr) en
- 30 kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 7.65 br) en
- 44 kogelpatronen (merk/type Fiocchi, kaliber 6.35 br) en
- 19 kogelpatronen (merk/type Speer, kaliber 9mm) en
- 48 kogelpatronen (merk/type Eley, kaliber .22 lr)
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 29 november 2016 in de gemeente Raalte, opzettelijk, een radiozendapparaat, te weten een jammer, heeft aangelegd en/of geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van dat radiozendapparaat op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend.
parketnummer 08/997055-16
1.
verdachte op nader te noemen data, in na te noemen gemeenten,
(A) in de periode van 10 november 2016 tot en met 30 november 2016, in de gemeente Zwolle en gemeente Emmen en
(B) op 27 november 2016 in de gemeente Zwolle
tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
(A) - 72 bangers (artikel Super Cobra 6) en
(B) - 3 bangers (artikel Shark 3),
voorhanden heeft gehad en ter beschikking aan anderen heeft gesteld;
2. ( primair)
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 29 november 2016, in de gemeente Raalte
een voorwerp, te weten:
- een contant geldbedrag, te weten 19.500 euro,
heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit in samenhang met artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, artikel 26 van de Wet wapens en munitie (WWM), artikel 10.9 van de Telecommunicatiewet en in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/994568-17
feit 1
het misdrijf:medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf:medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.9, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, opzettelijk begaan;
parketnummer 08/997055-16
feit 1
het misdrijf:medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:witwassen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden. De voorlopige hechtenis, welke is geschorst, dient te worden opgeheven.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft hoofdzakelijk tot vrijspraak van de ten laste gelegde feiten gepleit.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Door vervoersbedrijf UPS werd een pakket onderschept met daarin een contant geldbedrag van € 19.500,-. Verdachte heeft zich ten aanzien van dit geld schuldig gemaakt aan witwassen.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte en zijn partner werden onder andere een huurovereenkomst van een garagebox aan de [adres 2] in Zwolle, bestellijsten van vuurwerk, munitie en een jammer aangetroffen.
Bij doorzoeking van de garagebox aan de [adres 2] in Zwolle werd een substantiële hoeveelheid van in totaal ruim 700 kilo zwaar illegaal vuurwerk aangetroffen. Daarnaast werd in een zeecontainer in Zwartsluis nog eens ruim 400 kilo zwaar illegaal vuurwerk aangetroffen.
Bovendien is gebleken dat verdachte dit soort vuurwerk heeft afgeleverd aan derden.
Verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan een serie strafbare feiten, te weten:
  • het, op meerdere locaties, voorhanden hebben van een hoeveelheid extreem gevaarlijk vuurwerk;
  • het afleveren van dit gevaarlijke vuurwerk aan anderen;
  • het voorhanden hebben van munitie, een patroonmagazijn en een jammer en
  • het witwassen van een groot geldbedrag.
Verdachte heeft hierbij enkel uit financieel gewin gehandeld. Hij heeft zich niet bekommerd om (de veiligheid van) anderen. Dit, terwijl ontploffing van deze hoeveelheden vuurwerk enorme gevolgen zou hebben gehad voor de omgeving. Het voorhanden hebben van dergelijke hoeveelheden illegaal vuurwerk levert grote gevaren op voor mens en dier en daarmee maatschappelijk onacceptabele risico’s.
Ook het afsteken van dergelijk zwaar en onveilig vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het ontsteekt, maar ook voor omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging of zwaar lichamelijk letsel, dan wel overlijden kan het gevolg zijn.
Verdachte heeft de risico’s van het vuurwerk op de koop toegenomen en zich van het gevaarzettende karakter van zijn handelen onvoldoende rekenschap gegeven.
Ook bij het witwassen heeft verdachte enkel uit financieel gewin gehandeld.
Tot slot heeft verdachte munitie en een jammer voorhanden gehad in zijn woning. Het gaat hier in beide gevallen om voorwerpen waarvan het bezit maatschappelijk niet aanvaardbaar is, zeker niet in de context van ander crimineel handelen.
Dit betreffen stuk voor stuk ernstige strafbare feiten, die de rechtbank verdachte zwaar aanrekent. Verdachte heeft een leidende rol gespeeld in de vuurwerkhandel en vervolgens geprobeerd de schuld bij anderen neer te leggen. Daar komt nog bij dat hij in 2013 eveneens is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat dat hem er niet van heeft weerhouden zich opnieuw, grootschalig, met vuurwerkhandel bezig te houden.
De rechtbank zal rekening houden met de overschrijding van de redelijke termijn, waardoor verdachte drie jaar in onzekerheid heeft gezeten over de afloop van de strafzaak, alsmede met de aan de medeverdachten opgelegde straffen.
Alles afwegende acht de rechtbank de duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd, te lang. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
De rechtbank zal niet overgaan tot opheffing van het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis, nu de situatie bedoeld in artikel 72 lid 3 en 4 Wetboek van Strafvordering zich gezien de duur van de door de rechtbank opgelegde vrijheidsstraf niet voordoet.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst onder nummer 13 vermelde telefoontoestel moet worden verbeurdverklaard, omdat het een voorwerp betreft met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid.
Daarnaast dient het geldbedrag van € 19.500,00, waarop naast het conservatoire beslag ook klassiek beslag is gelegd, moet worden verbeurdverklaard, omdat dat geld aan verdachte toebehoort en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers 6 tot en met 11, zijnde de zendapparatuur en de munitie, vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst onder nummers 12 en 14 tot en met 18 vermelde administratieve bescheiden, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 1, 1a, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten, artikel 55 WWM en de artikelen 33, 33a, 36b, 36c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/994568-17 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08/997055-16 onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/994568-17
feit 1
het misdrijf:medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf:medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 3
het misdrijf:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.9, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, opzettelijk begaan;
parketnummer 08/997055-16
feit 1
het misdrijf:medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:witwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/994568-17 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08/997055-16 onder 1 en 2 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een telefoontoestel, zoals op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemd onder nummer 13;
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geldbedrag van € 19.500,00;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten munitie, zoals op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemd onder de nummers 6 tot en met 11;
- gelast de teruggave van de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst onder nummers 12 en 14 tot en met 18 omschreven administratieve bescheiden aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Offerein-Hulshof, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2019.
Buiten staat
Mr. J. van Bruggen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie, Team Milieu (ON) en de FIOD/Belastingdienst, van het onderzoek genaamd ‘Windkracht 3B’ met nummer ONRBA 16013 d.d. 7 augustus 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
parketnummer 08/994568-17 feiten 3 en 4
4.2.1. Zaaksdossier Raalte (munitie en jammer)
Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 29 november 2016:
Pag. BE-41: op 29 november 2016 is aan [adres 1] in Raalte het volgende in beslag genomen:
- munitie, 10 stuks patronen, CCI. 22lr, goednummer PL0600-2016584832-1365444,
- munitie, 30 stuks patronen, Fiocchi 7.65br, goednummer PL0600-2016584832-1365448,
- munitie, 44 stuks patronen, Fiocchi 6.35br, goednummer PL0600-2016584832-1365455,
- munitie, 19 stuks patronen, Speer 9mm Luger, goednummer PL0600-2016584832-136458,
- munitie, 49 stuks patronen, Eley .22lr, goednummer PL0600-2016584832-1365461,
- magazijn houder.
Lijst met inbeslaggenomen voorwerpen d.d. 29 november 2016:
Pag. BE-37: patroonhouder, vindplaats: keukenkast,
Dozen met munitie, vindplaats: tas op tafel.
Proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 14 februari 2017:
Pag. B999: magazijn houder.
Het inbeslaggenomen goed betreft een patroonmagazijn.
Gelet op het gestelde in artikel 3 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie zijn de
bepalingen betreffende wapens mede van toepassing op onderdelen en hulpstukken die
specifiek bestemd zijn voor die wapens en van wezenlijke aard zijn, waaronder het magazijn. Derhalve is de bepaling van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie van toepassing.
Munitie, goednummer PL0600-2016584832-1365444, 10 stuks, CCI kogelpatroon. Het inbeslaggenomen goed betreft kogelpatronen van het kaliber .22 long rifle. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Munitie, goednummer PL0600-2016584832-1365448, 30 stuks, Fiocchi kogelpatroon. Het inbeslaggenomen goed betreft kogelpatronen van het kaliber 7.65 browning. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Munitie, goednummer PL0600-2016584832-1365455, 44 stuks, Fiocchi Kogelpatroon. Het inbeslaggenomen goed betreft kogelpatronen van het kaliber 6.35 browning. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Munitie, goednummer PL0600-2016584832-1365458, 19 stuks, Speer kogelpatroon. Het inbeslaggenomen goed betreft kogelpatronen van het kaliber 9 millimeter luger. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Munitie, goednummer PL0600-2016584832-1365461, 48 stuks, Eley Kogelpatroon. Het inbeslaggenomen goed betreft kogelpatronen van het kaliber .22 longrifle. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Proces-verbaal doorzoeking [adres 1] te Raalte d.d. 1 december 2016:
Pag. B-3135: Tijdens de doorzoeking werden diverse goederen aangetroffen en in beslaggenomen waaronder een zogenaamde “jammer".
Lijst met inbeslaggenomen voorwerpen d.d. 29 november 2016:
Pag. BE-37: jammer, vindplaats: keukenkast.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2017:
Pag. B-3136: Op dinsdag 27 juni 2017 werd door het agentschap Telecom, Ministerie van Economische zaken, een technisch onderzoek verricht aan een vermoedelijke Jammer. Deze Jammer werd op 29 november 2016 in beslag genomen op het adres [adres 1] , Raalte. Het rapport van bevindingen betreffende het technisch onderzoek van de Jammer, wordt onder ID- nummer [nummer 1] bij dit proces-verbaal gevoegd.
Rapport van bevindingen technisch onderzoek d.d. 27 juni 2017:
Pag. B-3138: Het door de Politie Eenheid Oost-Nederland inbeslaggenomen apparaat, zonder merk en type aanduiding, is voorzien van zes antennes welke door middel van coaxiale pluggen aan het apparaat zijn geschroefd en krijgt zijn voedingsspanning van een ingebouwde accu.
Op basis van wat ik zag, vond ik het aannemelijk dat dit een radioapparaat betrof als bedoeld in artikel 1.1 van de Tw.
Op basis van deze waarnemingen concludeer ik dat het apparaat een multiband jammer (verstoorder) betreft, bestemd voor het uitzenden van radiosignalen met grote bandbreedte. Het apparaat is, afgaande op de onderzochte karakteristieken, gebouwd en ontworpen om LIE, GSM, UMTS, SRD, GPS, DCS, DECT, UMTS, LTE verkeer te verstoren op de hiervoor genoemde frequentiebanden. Het stoorbereik van deze jammer is, op basis van wat ik zag toen het apparaat was ingeschakeld, vermoedelijk enkele tientallen meters.
Ik zag dat op het apparaat niet de verplichte CE markering was aangebracht. Het apparaat voldoet daarom tevens niet aan de krachtens artikel 10.3 onderdeel c en e gestelde voorschriften van de Telecommunicatiewet. Het aanleggen, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben of gebruik van radioapparaten is slechts toegestaan indien voor het gebruik ervan aan de houder van die radiozendapparaten op grond van artikel 3.13, eerste lid,
Telecommunicatiewet een vergunning is verleend voor het gebruik van frequentieruimte, dan wel vrijstelling is verleend ingevolge artikel 10.15, tweede lid, van dezelfde wet. Deze vergunning is alleen mogelijk voor apparatuur die niet stoort. Nu ik heb vastgesteld dat de geteste apparatuur gebouwd en ontworpen is om te verstoren, sluit ik uit dat een vergunning is verleend.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 26 september 2019:
De munitie heb ik in een tas gedaan. Deze tas stond op de keukentafel. De jammer lag in mijn woning.
parketnummer 08/994568-17 feiten 1 en 2
4.3.1 Zaaksdossier Zwartsluis (vuurwerk zeecontainer) en Zaaksdossier Zwolle (vuurwerk garagebox [adres 2] )
Proces-verbaal doorzoeking [adres 1] te Raalte d.d. 1 december 2016:
Pag. BE-5: Op 29 november 2016 werd bij de doorzoeking een huurovereenkomst van een garagebox aan de [adres 2] [box] in Zwolle gevonden. Achter de huurovereenkomst troffen we bestellijsten van vuurwerk aan.
Pag. BE-35: Lijst In beslag genomen voorwerpen: Profoon inc. lader (geen snoer), Lebara prepaid simkaart, vindplaats: keuken.
Proces-verbaal van ambtshandeling d.d.19 december 2016:
Pag. B-2336: Op 1 december 2016 stelde ik, verbalisant, onderzoek in aan een in beslag genomen goed, een mobiele telefoon van het merk Profoon, provider Lebara. De telefoon beschikte over een SIM-kaart met het nummer + [telefoonnummer 4] .
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 26 september 2019:
De garagebox aan de [adres 2] heb ik gehuurd. [medeverdachte 2] mocht van mij de box vanaf september 2016 gebruiken. Ik wist dat hij zich met vuurwerk bezig hield.
Mijn telefoonnummer eindigt op [telefoonnummer 1] . Voor dat nummer heb ik een abonnement.
Ik heb [medeverdachte 3] doorverwezen naar [medeverdachte 2] .
Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 2] d.d. 27 juni 2018 van de rechter-commissaris:
Het klopt dat ik die box een tijdje heb gebruikt. Ik heb er een beetje vuurwerk in opgeslagen. Dat is inderdaad het vuurwerk dat de politie heeft aangetroffen.
Proces-verbaal verhoor verdachte ( [medeverdachte 3] ) d.d. 6 december 2016:
Pag. B-154: Een paar weken geleden werd ik door [verdachte] benaderd met de vraag voor opslag van vuurwerk.
Ik dacht toen ineens dat ik de afspraak was vergeten. Ik heb [verdachte] toen een berichtje gestuurd van shit ik ben je vergeten. [verdachte] stuurde toen zoiets terug van dan doen wij het morgen.
Op zondag was het hek dicht, zoals gebruikelijk. Ik heb het hek geopend met de afstand bediening die standaard in de bedrijfsauto van [naam 2] ligt.
De persoon met de auto stond er al. De grijze auto klopt. Ik ken de persoon echt niet. Wij zijn naar de container gereden. Hij haalde bij de container het doek van de laadruimte. Ik zag dat er twee losse pallets in de bak lagen. Verder lagen er meerdere dozen in de bak. Hierna hebben wij de ene pallet op de grond gelegd en hierop hebben wij de dozen gezet. Het was veel meer dan ik had verwacht. De bak lag vol met dozen.
Proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte 3] ) d.d. 7 december 2016:
Pag. B-168: V: Ik toon je een uitdraai van WhatsApp gesprekken die wij hebben aangetroffen op jouw telefoon. Wil je met de stift de gesprekken markeren die gaan over vuurwerk?
A: Ja, dat wil ik dit zijn de gesprekken vanaf 26 november 2016. U kunt zien dat dit de gesprekken zijn zoals ik ook al eerder heb verklaard.
Ik heb contact met [verdachte] via zijn telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Pag. B-2469 en B-2470:
uitwerking WhatsApp berichten d.d. 26 en 27 november 2016
Proces-verbaal mbt telefoonnummers Windkracht 3B d.d. 14 februari 2017:
Pag. B-1539: Verdachte [medeverdachte 2] had een telefoon, Nokia, bij zich ten tijde van de aanhouding. Uit onderzoek bleek dat de Nokia gekoppeld was aan het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Later werd een iphone in beslag genomen. Uit onderzoek bleek dat de iphone gekoppeld was aan het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] noemt zichzelf in bepaalde chat gesprekken “ [medeverdachte 2] ”. In diverse whats app gesprekken wordt hij regelmatig “ [medeverdachte 2] ” genoemd en sluit hij berichten soms af met “ [medeverdachte 2] ”. Tevens worden er emailadressen en wachtwoorden aangetroffen herleidbaar naar de naam [medeverdachte 2] .
Proces-verbaal Zaaksdossier zaak Zwolle, d.d. 15 juni 2017:
Pag. ZD-109: Bij verdachte [verdachte] zijn de volgende telefoonnummers in gebruik, nummer [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 4] . Uit opvraag van de historische gegevens van deze telefoonnummers blijkt dat [verdachte] op zondag 27 november 2016 in de omgeving van de [adres 2] te Zwolle is. Op die dag om 10.30 uur wordt de mast aan de Marsweg te Zwolle aangestraald in verband met een binnenkomende SMS op zijn telefoon met het nummer [telefoonnummer 4] . Om 11.21 uur die dag wordt deze mast voor het laatst aangestraald. Tussen beide tijdstippen wordt deze mast herhaaldelijk aangestraald. Ook de historische gegevens van de telefoonnummers die bij verdachte [medeverdachte 2] zijn gebruikt zijn opgevraagd. Hieruit blijkt dat op dezelfde dag de mast aan de Marsweg te Zwolle wordt aangestraald door de telefoon, met abonneenummer [telefoonnummer 2] , van [medeverdachte 2] . Dit is om 09.43 uur. Om 10.03 uur die dag wordt deze mast voor het laatst aangestraald. Vervolgens wordt 10.05 uur de mast aan de Marconistraat aangestraald door de telefoon, abonneenummer [telefoonnummer 3] , van [medeverdachte 2] . Om 12.04 uur wordt deze mast voor het laatst aangestraald door de telefoon van [medeverdachte 5] . In de tussenliggende periode wordt de mast regelmatig door de telefoon van [medeverdachte 5] aangestraald. De [adres 2] ligt binnen het bereik van de masten aan de Marsweg en de Marconistraat .
Proces-verbaal van meervoudig fotobewijsconfrontatie (met één getuige) d.d. 7 december 2016:
Pag. B-2073: Op woensdag 07 december 2016 hield ik, verbalisant, naar aanleiding van een op 27 november 2016 gepleegde: het opslaan van illegaal vuurwerk te Zwartsluis, een meervoudige fotobewijsconfrontatie met de persoon [medeverdachte 3] .
In een eerder verhoor had deze verdachte een signalement gegeven van degene, die hij als
betrokkene bij het misdrijf had gezien. Dit signalement kwam overeen met het signalement van de verdachte [medeverdachte 2] .
De fotoselectie werd middels een beeldscherm aan verdachte [medeverdachte 3] getoond door de
getuigenbegeleider. De foto van de verdachte [medeverdachte 2] stond daarbij op plaats 7.
Tonen selectie bij meervoudige fotoconfrontatie d.d. 7 december 2016:
Pag. B-2079: Ik toonde aan [medeverdachte 3] de foto’s van de personen sequentieel op een beeldscherm. De foto’s waren doorlopend genummerd van 1 tot en met 8. Iedere foto kwam 4 seconden in beeld. Terwijl [medeverdachte 3] naar de selectie keek, hoorde ik dat hij uit eigen beweging zei: ”De vorige foto (opmerking verbalisant: dit zei hij na de laatste foto, na foto nummer 8)”, alleen heeft hij zijn haar anders. Ik heb gezien dat hij zijn haar iets langer had, wat achterover. Ja, die gezichtsuitdrukking, die blik in die ogen.
Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mee, dat in de getoonde selectie de foto van de verdachte op plaats 7 stond.
Proces-verbaal van de FIOD Belastingdienst d.d. 1 december 2016:
Pag. BE-51: Op woensdag 30 november 2016, te 00:22 uur is in de box binnengetreden door opsporingsambtenaren van de FIOD en politie Zwolle. In de box werd een grote hoeveelheid verschillende soorten vuurwerk aangetroffen. Volgens voorlopig onderzoeksresultaat van het COV onderzoek, bestond de partij vuurwerk uit ongeveer 740 kilogram inclusief verpakkingsmateriaal.
Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 30 november 2016:
Pag. BE-53: registratienummer: PL0600-2016585044-02
Tijdens een onderzoek van de FIOD is binnen getreden in een loods aan de [adres 2] te Zwolle. Hier is het vuurwerk in beslag genomen.
Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 19 januari 2017:
Pag. B-2955: Ik, brigadier van politie, zag dat de door mij onderzochte partij was voorzien van een Kennisgeving van Inbeslagname met daarbij de PL-code en het BHV-nummer en subnummer PL0600 BHV 2016585044-2
Pag. B-2958: 442 Shells, Echaton TNT 75
Pag. B-2959: Een Shell van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat de Shell niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
Pag. B-2963: ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers), Shark 3, 1951 stuks. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
Pag. B-2972: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers), Super cobra 6, 39 stuks. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
Pag. B-2974: ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers), Super cobra 7, 87 stuks. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
Pag. B-2980: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort Signaalraket, Zink 902/001, 35 stuks. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk van voorzien van de categorie-indeling klasse IV. Een Signaalraket van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat de Signaalraket niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Pag. B-2981: dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
Pag. B-2982: ik zag dat dit vuurwerk was van het soort Signaalraket, thunderking, 70 stuks. Ik heb dit vuurwerk ingedeeld in lijst III van de Richtlijn voor Strafvordering Vuurwerkdelicten. Een signaalraket is een vuurpijl met primair een knaleffect met een effectlading bestaande uit meer dan 10 gram perchloraat/metaal en derhalve niet aangewezen als consumentenvuurwerk in bijlage I van de RACT. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Pag. B-2983: Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
Proces-verbaal zaaksdossier Zwartsluis:
Pag. ZD-118: Op 5 december 2016 ontvangt “melding misdaad anoniem” de volgende informatie:
Opslag illegaal vuurwerk bij [bedrijf] in Zwartsluis.
In een van de loodsen op het terrein van de handelaar aan [adres 3] in Zwartsluis ( [adres 3] )
ligt een extreem grote hoeveelheid illegaal vuurwerk opgeslagen.
Naar aanleiding van deze melding hebben collega’s van het politieteam Steenwijk een nader
onderzoek ingesteld op de locatie [adres 3] te Zwartsluis.
Op het terrein was ook een zogenaamde zeecontainer geplaatst. Deze container, blauw van kleur, was niet afgesloten. Na opening van de container werd een hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen.
De kennisgeving van inbeslagneming, d.d. 5 december 2016:
Pag. BE-134: Op 5 december 2016 is in een zeecontainer te Zwartsluis een partij vuurwerk aangetroffen.
Goednummer: PL0600-2016593064-1310765
1. pallet met 400 a 450 kg vuurwerk
Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 4 januari 2017:
Pag. BE-913: Ik, verbalisant, zag dat de door mij onderzochte partij was voorzien van een Kennisgeving Van Inbeslagname (KVI) met daarbij de PL-code en het BVH-nummer en sub nummer PL0600 BVH 2016593064.
Pag. BE-922: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed): Producent Kometa, artikelnummer P 7905, aantal stuks 2
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
pag. BE-924: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers): naam Butterfly Cracker, artikelnummer BBC 02, aantal stuks 600. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
pag. BE-928: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed). Producent Tropic, artikelnummer TB 201, aantal stuks 1. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
pag. BE-930: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed). Producent Kometa, artikel nummer LDC 336, aantal stuks 1. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
pag. BE-932: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed). Producent Tropic, artikelnummer TB 215, aantal stuks 3. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
parketnummer 08/997055-16 feit 1
4.4.1 Zaaksdossier Overige afnemers professioneel vuurwerk
(Onderdeel A)
Het proces-verbaal zaaksdossier Overige afnemers professioneel vuurwerk d.d. 25 april 2017:
Pag. B-128 en 129: Op 29 november 2016 werd tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] een tweetal notities aangetroffen die kennelijk betrekking hadden op bestellingen van vuurwerk.
Bijlage 1Op notitie 1 stond onder meer ‘2 Cobra’, ‘ [adres 4] ’ en ‘ [telefoonnummer 5] ’ vermeld.
Uit raadpleging van het interne politiesysteem BVIB bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer 5] sinds 29 juni 2014 in gebruik is bij [medeverdachte 4] , wonende [adres 4] te Emmen.
Uit onderzoek van de telefoons van [verdachte] bleek dat op 10 november 2016 tussen 18.00 uur en 21.00 uur met het door hem gebruikte telefoonnummer [telefoonnummer 4] in totaal 11 telefoongesprekken waren gevoerd met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] .
Uit raadpleging van de mastgegevens is te zien dat op 10 november 2016 vanaf 16.37 uur zowel het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] ) als het telefoonnummer [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [medeverdachte 2] ) onder bereik zijn van de mast geplaatst aan [adres 5] te Raalte.
Om 18.02 uur is er contact tussen telefoonnummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ) en het
telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 4] . Op dat moment bevindt het door [verdachte]
gebruikte telefoonnummer [telefoonnummer 4] bij [verdachte] zich onder [adres 6] te Raalte.
De telefoonnummers van [verdachte] ( [telefoonnummer 4] ) en [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 3] )
verplaatsen zich richting Zwolle. Om 18.48 uur bevindt het telefoonnummer van [medeverdachte 2] , [telefoonnummer 3] , zich onder mast [adres 7] / [adres 8] te Zwolle. Het telefoonnummer van [medeverdachte 2] wordt regelmatig gebruikt. De Marconistraat te Zwolle is in de nabijheid gelegen van de [adres 2] .
Vervolgens verplaatsen beide 06 telefoonnummers zich via de volgende masten
• Zwolle, omstreeks 19.59 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] )
• Staphorst, omstreeks 20:05 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Meppel, omstreeks 20:07 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Rogat, omstreeks 20:08 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Veeningen, omstreeks 20.14 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] )
• Hoogeveen en Ten Arlo, omstreeks 20:16 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2]
)
• Echten, omstreeks 20:17 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Hoogeveen, omstreeks 20:21 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Geesbrug, omstreeks 20:25 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Zwinderen, omstreeks 20:30 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Dalen, omstreeks 20:31uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Emmen, mast [adres 9] , omstreeks 20:37 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] )
• Emmen, [adres 10] , omstreeks 20:41uur, (telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2]
en [verdachte] )
• Emmen, [adres 11] , omstreeks 21.07 uur, (telefoonnummer in gebruik bij [verdachte]
)
De Ekselerbrink is gelegen in de nabijheid van de [adres 4] te Emmen.
Op 30 november 2016 was het vuurwerkteam Zuidoost Drenthe naar aanleiding van een
MMA-melding gegaan naar de woning van [medeverdachte 4] , [adres 4] Emmen. In de woning werd 1 doos met de tekst BUTTERFLY CRACKER aangetroffen. In en achter de doos lagen plasticzakken met in totaal 28 zakjes met daarin 3 Cobra’s 6.
Het bij [medeverdachte 4] aangetroffen vuurwerk is soortgelijk aan het vuurwerk dat volgens de aangetroffen notitie 1 was besteld namelijk Cobra’s.
Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 28 december 2016:
Pag. B-3188: Ik, verbalisant, zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers), Super Cobra 6, 72 stuks. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk was voorzien van de Spaanse categorie-indeling F IV.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 26 september 2019:
Het aangetroffen briefje betreft een doordrukbriefje uit Emmen. [medeverdachte 4] gaf mij een bestelling door.
(Onderdeel B)
Proces-verbaal zaaksdossier Overige afnemers professioneel vuurwerk d.d. 25 april 2017:
Pag. B-130 ev: In de telefoon van [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer 4] werden sms berichten aangetroffen van telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Deze sms berichten hadden betrekking op het bestellen van professioneel vuurwerk bij [verdachte] .
Uit raadpleging in het interne politiesysteem BVIB bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer 6] sinds 19 juni 2014 in gebruik was bij [medeverdachte 5] te Tilburg.
In de historische verkeersgegevens is te zien dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 6] ( [medeverdachte 5] ) op 27 november 2016 om 10:34 uur een SMS stuurt naar telefoonnummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ). Om 10:54 uur probeert gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 6] ( [medeverdachte 5] ) te bellen naar telefoonnummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ). Om 10:55 wordt wederom een SMS verzonden van het toestel met telefoonnummer [telefoonnummer 6] (in gebruik bij [medeverdachte 5] ) naar telefoonnummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ). Om 10:55 uur probeert gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ) te bellen naar telefoonnummer [telefoonnummer 6] ( [medeverdachte 5] ). Dit contact komt niet tot stand. Wel wordt een SMS verzonden dat er een gemiste oproep is. De Voltastraat, genoemd in het door telefoonnummer [telefoonnummer 6] ( [medeverdachte 5] ) verzonden bericht, is in de nabijheid gelegen van de [adres 2] te Zwolle.
Uit raadpleging van de mastgegevens is te zien dat op 27 november 2016 telefoonnummer [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [medeverdachte 2] ) vanaf 09.33 uur tot 11.30 uur onder bereik is van de mast [adres 8] te Zwolle.
Telefoonnummer [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [verdachte] ) is vanaf 10.30 uur tot 11.21 uur onder bereik van de mast [adres 12] te Zwolle.
Op het moment dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 6] ( [medeverdachte 5] ) laat weten dat hij staat te wachten bij [adres 13] , zijn zowel de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ) als de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 3] ( [medeverdachte 2] ) in de omgeving.
Er is nader onderzoek verricht door de politie district Hart van Brabant. In dit onderzoek werd een hoeveelheid vuurwerk in beslag genomen. Tegen [medeverdachte 5] is proces-verbaal opgemaakt voor het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik.
Bijlage 6
Proces-verbaal verhoor verdachte ( [medeverdachte 5] ) d.d. 31 december 2016:
Ik heb iemand geregeld die het spul kon leveren. Ik ben het op gaan halen in Zwolle.
O: in jouw slaapkamer is het volgende aangetroffen aan illegaal vuurwerk
3x Shark 3 (knalvuurwerk)
Proces-verbaal verhoor verdachte ( [medeverdachte 5] ) d.d. 1 januari 2017:
V: wat is het telefoonnummer van de inbeslaggenomen telefoon?
A: het telefoonnummer is [telefoonnummer 6]
V: in jouw slaapkamer is een dergelijk pakje van Shark 3 aangetroffen
A: Ik ben denk ik begin december eind november naar Zwolle geweest.
O: In jouw sms gesprek las ik het volgende, in een gesprek met iemand die zichzelf ‘Zwolle’ noemt:
‘ja toch of morgen
Bestelling is als volgt
3 karton but crack 375
1. krtn c6 650
1. krtn fp3 150
Krtn shells sier 3”225
Totaal 1400
A: dat is de man uit Zwolle. Dit hierboven is niet geleverd. Alleen de sharks 3 zijn geleverd.
Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 5 januari 2017:
Pag. B-3228: ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers), Shark 3, aantal stuks 3.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dat knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Pag. B-3229: dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
parketnummer 08/997055-16 feit 2
4.5.1 Zaaksdossier onderzoek Raalte
Proces-verbaal van bevindingen; witwassen d.d. 31 mei 2017:
Pag. ZD-8: Volgens ontvangen informatie van PostNL te Den Haag is op 21 november 2016 een postpakket bij een PostNL postagentschap in Raalte aangeboden door een persoon die daarbij een Nederlands rijbewijs met nummer [nummer 2] toonde op naam van [medeverdachte 1] . Dit postpakket had als bestemming Italië en was geadresseerd aan:
[persoon 2] , [adres 14] Carapelle Italië.
Het betrof een expresse-postzending die werd uitgevoerd door UPS pakketdienst. Deze postzending met nummer [nummer 3] is op het UPS postcentrum in Keulen – Duitsland gecontroleerd op de inhoud door het scannen van het pakket. Er werd geld in aangetroffen, in totaal € 19.500,00 in verschillende coupures.
Een persoon die opgaf te zijn genaamd [medeverdachte 2] , met het adres [adres 15] te Enter en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] heeft geïnformeerd naar het postpakket.
Pag. ZD-9: Op 29 november 2016 vond een doorzoeking plaats in perceel [adres 1] te Raalte . De volgende voorwerpen zijn in beslag genomen:
- bewijzen van verstuurde pakketten via PostNL, waaronder het bewijs van het verstuurde pakket waarin € 19.500,00 is aangetroffen.
Pag. ZD-10: Het geldbedrag van € 19.500,00 bestond uit verschillende coupures waaronder bankbiljetten van € 200,00 en € 500,00. Het postpakket bestond uit een kartonnen doos waarin een kunststof verpakking zat van het wasmiddel Ariel. Hierin zat een bundel geldbiljetten bij elkaar gehouden met elastiekjes. Er zat ook een deels gescheurde plastic zak in.
Proces-verbaal van verhoor Hinderiks d.d. 30 november 2016:
Pag. PD-94: Ik heb het geld verpakt in een doos. Ik heb eerst het geld in plastic gewikkeld en vervolgens in een kunststof verpakking van Ariel gedaan. Dit heb ik in een doos gedaan. Ik heb het pakket aan [medeverdachte 1] meegegeven en gevraagd of zij dat wilde posten. Ik heb haar niet gezegd dat er geld in zat en hoeveel geld er in zat. Ik heb haar dat op 21 of 22 november 2016 gevraagd.