In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een veroordeelde verdachte die betrokken was bij de handel in illegaal vuurwerk. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt dat de verdachte wederrechtelijk heeft verkregen uit deze handel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een bedrag van € 21.538,- heeft verdiend met de illegale activiteiten. Dit bedrag is gebaseerd op een rapport dat de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel per delict berekent. De rechtbank heeft in haar beoordeling rekening gehouden met het feit dat de verdachte meer dan 1.200 kilo zwaar illegaal vuurwerk in zijn bezit had en dat hij dit meermalen heeft afgeleverd aan derden. Tijdens een telefoongesprek vanuit de penitentiaire inrichting heeft de verdachte zelf aangegeven dat hij ongeveer € 20.000,- aan de handel heeft overgehouden, wat overeenkomt met het bedrag dat door de rechtbank is vastgesteld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de verdachte verplicht om het bedrag van € 21.538,- aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De beslissing is genomen op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.