ECLI:NL:RBOVE:2019:5033

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 december 2019
Publicatiedatum
3 maart 2020
Zaaknummer
7926739 CV EXPL 19 – 4225
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot wedertewerkstelling en herplaatsingsplan in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 16 december 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], vertegenwoordigd door mr. J. Roose, en de stichting Landstede, vertegenwoordigd door mr. J.S.C. Liebrand-Bos. [Eiseres] vorderde primair haar wedertewerkstelling in een functie zoals beschreven in een door Landstede overgelegde functiebeschrijving, en subsidiair de opstelling van een volledig herplaatsingsplan. De procedure volgde op een langdurig conflict over de herplaatsing van [eiseres] na het vervallen van haar functie als mediathecaris. De kantonrechter oordeelde dat Landstede voldoende inspanningen had geleverd om [eiseres] te herplaatsen en dat de vorderingen van [eiseres] niet toewijsbaar waren. De rechter stelde vast dat er geen concrete functie beschikbaar was en dat de aangeboden werkzaamheden niet onder een specifieke functie in het functieboek van Landstede vielen. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten werd eveneens afgewezen. [Eiseres] werd veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter op € 480,00 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknr. : 7926739 CV EXPL 19 – 4225
Datum : 16 december 2019

Vonnis in het kort geding van:

[A] ,

wonende te [plaats] ,
eiseres,
verder te noemen [eiseres] ,
gemachtigde mr. J. Roose,
tegen

de stichting STICHTING LANDSTEDE,

gevestigd te Zwolle,
gedaagde,
verder te noemen Landstede,
gemachtigde mr. J.S.C. Liebrand-Bos.

Verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
– dagvaarding in kort geding van 24 juli 2019
– brief met producties namens Landstede van 23 september 2019
– brief met producties namens [eiseres] van 24 september 2019
– brief namens [eiseres] van 26 september 2019 tevens eiswijziging
– brief met producties namens Landstede van 21 oktober 2019
– brief met productie namens [eiseres] van 24 oktober 2019
– antwoordakte eiswijziging van Landstede van 28 november 2019.
Het kort geding is op de zitting van 25 september 2019 behandeld. Beide partijen hebben hun standpunten toegelicht, Landstede mede aan de hand van een pleitnota. Daarna is de zaak aangehouden voor overleg tussen partijen. Dat overleg heeft niet tot overeenstemming tussen partijen geleid, om welke reden gevraagd is vonnis te wijzen.

Geschil

[eiseres] vordert, na eiswijziging, Landstede primair te veroordelen tot wedertewerkstelling van [eiseres] in de functie als bedoeld in en beperkt tot de door Landstede in haar productie 10 overgelegde functiebeschrijving, althans tot tewerkstelling in een in onderling overleg vast te stellen selectie van de in de genoemde functiebeschrijving beschreven taken, binnen 7 dagen na bekendmaking van het te wijzen vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000 per dag of deel van de dag dat Landstede weigert te voldoen aan het vonnis. [eiseres] vordert subsidiair Landstede te veroordelen om een volledig herplaatsingsplan op te stellen binnen zeven dagen na bekendmaking van het te wijzen vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000 per dag of deel van een dag dat Landstede weigert te voldoen aan het vonnis.
Tevens vordert [eiseres] , kort samengevat, Landstede te veroordelen tot betaling van de door [eiseres] gemaakte buitengerechtelijke kosten en haar te veroordelen in de proceskosten vermeerderd met rente en de kosten.
Landstede heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten, inclusief nakosten.

Beoordeling

1.1
[eiseres] , geboren 15 december 1955, is op 1 augustus 2002 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Landstede in de functie van
library supervisor and homework guidance. Zij was tewerkgesteld op de
International School Eerde. Met ingang van 1 augustus 2003 is [eiseres] bij deze school de functie van
medewerker mediatheekgaan vervullen.
1.2
Met ingang van 15 juli 2022 kan [eiseres] , uitgaande van het Pensioenakkoord, aanspraak maken op een AOW-uitkering.
1.3
Het salaris van [eiseres] bedraagt nu € 2.689,60 bruto per maand exclusief vakantietoeslag bij een 80% dienstverband. Op de arbeidsovereenkomst is de cao MBO van toepassing. Deze cao bevat in artikel 1.1 onder meer de volgende definities:
l. Formatieplan: het document waarin de samenstelling van de formatie is vastgelegd.
m. (…)
n. Functie: het samenstel van werkzaamheden dat de werknemer op grond van zijn arbeidsovereenkomst moet verrichten, zoals vastgelegd in het functieboek van de instelling.
o. Functieboek: het document van de instelling waarin van elke in het formatieplan genoemde functie de beschrijving en de waardering is opgenomen.
1.4
De
International School Eerdeis door Landstede per 1 augustus 2016 middels een activa/passivatransactie ondergebracht in de besloten vennootschap Internationale School Eerde B.V.
1.5
Met ingang van 15 augustus 2017 zijn de werkzaamheden van [eiseres] bij deze school beëindigd. Zij heeft meteen aan Landstede gevraagd waar ze zich moest melden om over een passende, nieuwe baan te praten. Daarover zijn vervolgens gesprekken tussen partijen op gang gekomen.
1.6
In januari 2018 is [eiseres] tijdelijk op de receptie van het kantoor Rechterland, een locatie van Landstede, aan het werk gegaan. In de loop van de tijd zijn [eiseres] andere werkzaamheden voorgesteld en is zij geattendeerd op wellicht geschikte vacatures bij Landstede. Op sommige vacatures heeft zij gesolliciteerd maar is zij afgewezen. [eiseres] heeft in september 2018 een assessment gevolgd. In november 2018 zijn haar werkzaamheden op het gebeid van secretariële- en administratieve ondersteuning bij het Meandercollege (Talentstad) aangeboden. Gesprekken tussen partijen om tot tewerkstelling van [eiseres] te komen hebben tot op heden geen positief resultaat opgeleverd.
1.7
[eiseres] was vanaf 10 december 2018 tot 1 maart 2019 arbeidsongeschikt wegens ziekte. Tijdens deze periode is haar op 11 februari 2019 het volgende bericht.
Hallo [A] ,
Zoals afgesproken afgelopen vrijdag mail ik je het aanbod wat ik voor je heb.
We kunnen je een re-integratieplek bieden voor een periode tot aan de zomervakantie. Binnen die plek kunnen we bekijken welke werkzaamheden passend zijn voor jou en passend zijn voor de scho(o)l(en). Je kan in die periode opbouwen volgens een schema opgesteld op advies van de bedrijfsarts.
De werkzaamheden staan niet op voorhand vast, we bekijken wat passend is. Wel hebben we besproken dat er werkzaamheden zijn die vallen onder de termen: administratieve ondersteuning, secretariële ondersteuning en baliewerkzaamheden. Wat mij betreft kunnen we ook ander werkzaamheden verkennen.
Tegen de zomer bekijken we in overleg of verlenging mogelijk of wenselijk is. Ook zal ik wanneer gedurende deze periode er zich omstandigheden voordoen waarbij vacature(s) ontstaan, al dan niet tijdelijk, goed kijken of jij mogelijk past bij de vrijgekomen werkzaamheden. Ik kan mij daar nu nog onvoldoende beeld bij vormen, maar wanneer je enige tijd werkzaam bij ons bent, lukt dat wel.
In eerste instantie hebben we het over werkzaamheden binnen TalentSlad, maar ook binnen onze andere scholen kunnen we kijken of er passende werkzaamheden voor je zijn.
Ter info meld ik je dat de baliefunctie die we bespraken binnen TalentStad nu ook bemenst gaat worden door een docent die moet re-integreren.
Wat mij betreft kan je op korte termijn starten, ook als het 2 x 2 uur per week is. Mochten de omstandigheden zo zijn dat nu starten niet lukt, dan is later starten ook bespreekbaar.
Graag hoor ik van je of en wanneer je zou willen starten. Dan stemmen we dan de werkzaamheden en andere afspraken met elkaar af.
Met vriendelijke groet,
[X] ,
Project directeur bedrijfsvoering.
1.8
Deze werkzaamheden zijn door Landstede uitgewerkt in de door haar aan [eiseres] destijds verstrekte productie 10. Die productie luidt als volgt.
Werkzaamheden Meandercollege
Algemeen
De werkzaamheden:
● worden uitgevoerd binnen de stichting Agnietencollege/Meandercollege
● worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de teamleider onderwijsondersteuning
● een deel van de werkzaamheden betreft de secretariële ondersteuning van de projectdirecteur.
Werkzaamheden St Agnietencollege/Meandercollege
1. Verlenen van secretariële ondersteuning aan de projectdirecteur door:
● de afhandeling van de post (eventueel mail) signaleren van urgente (post)stukken;
● het, in overleg, indelen en bewaken van de agenda;
het administratief/organisatorisch voorbereiden van vergaderingen en andere bijeenkomsten, het completeren van de vergaderstukken, het archiveren van de vergaderstukken, het notuleren en uitwerken van de notulen van de vergaderingen en het bewaken van de voortgang en de afdoening van de daarin gemaakte afspraken en genomen besluiten;
● het invoeren van persoonsgegevens in de leerlingenadministratie en het ondersteunen van de leerlingen administratie;
● het samenstellen en corrigeren van brieven en documenten.
2. Verlenen van administratieve ondersteuning in de school bij:
● het bijhouden van dossiers met vertrouwelijke informatie;
● het invoegen en onttrekken van gegevens in een (geautomatiseerde) systemen en/of
het samenstellen van overzichten met gegevens uit de systemen;
● het verstrekken van telefonische dan wel schriftelijke informatie aan belangstellenden over diverse onderwerpen;
● het coördineren van voorkomende schoolonderzoek.
1.9
Als het alleen aan Landstede had gelegen, dan was [eiseres] met dit takenpakket aan de slag gegaan en was in de loop van de tijd, in overleg met haar, dit takenpakket zo nodig aangepast, afhankelijk van de omstandigheden en de wensen/mogelijkheden van beide partijen. Landstede noemt dit
finetuning. Vandaaruit had [eiseres] begeleid kunnen worden naar een voor haar passende functie binnen de formatie, aldus Landstede. Het door Landstede geformuleerde takenpakket is
bovenformatiefen het is volgens haar geen sinecure een functie aan de bestaande formatie toe te voegen.
1.1
[eiseres] is de werkzaamheden niet gaan verrichten, volgens haar stelling omdat de werkzaamheden in werkelijkheid niet in de omvang bestonden zoals weergegeven in deze productie, vooral de secretariële- en de baliewerkzaamheden waren volgens haar al door een ander ingevuld. Ook was volgens haar onvoldoende zeker of alle werkzaamheden wel echt beschikbaar waren.
[eiseres] wilde en wil vooraf duidelijkheid en helderheid over het precieze takenpakket en verwacht, aldus de brief van haar gemachtigde van 24 september 2019 aan Landstede, een concreet voorstel:
een concreet aanbod in een andere functie, en niet:
een vaag aanbod voor een reïntegratietraject.
1.11
Landstede heeft gesteld dat [eiseres] de werkzaamheden nog steeds kan verrichten. Zij heeft in dit verband verwezen naar een e-mail van de heer [X] van 18 september 2019 waarin dat inderdaad staat, met dien verstande dat in deze e-mail ook staat:
We kijken dan wel op welke plek het nu meest passend is.
1.12
Naar aanleiding hiervan is tijdens de mondelinge behandeling op 25 september 2019 besloten het kort geding voor overleg tussen partijen over deze werkzaamheden aan te houden. Het ging erom dat nader werd geconcretiseerd welke werkzaamheden [eiseres] zou kunnen gaan verrichten.
1.13
Die concretisering is op 16 oktober 2019 aan de gemachtigde van [eiseres] toegezonden en ziet er als volgt uit.
Beschrijving aangeboden werkzaamheden voor [A] , nadere concretisering
Algemeen:
De werkzaamheden worden:
- uitgevoerd binnen de stichting Agnietencollege/De Boog, dat kan op verschillende locaties zijn. Maar we streven naar werkzaamheden op één of maximaal twee locaties.
deels uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de teamleider onderwijsondersteuning.
voor het andere deel uitgevoerd onder verantwoording van en ter ondersteuning van de projectdirecteur bedrijfsvoering. Het betreft secretariële en administratieve ondersteuning.
Bij alle werkzaamheden geldt dat wij graag een beeld willen vormen van de kwaliteiten van [A] . Als [A] meer of minder aankan dan we inschatten, wordt dit besproken en kunnen we de werkzaamheden aanpassen. De onderstaande uitwerking is richtinggevend. Ook ontstaan er doorlopend vacatures als gevolg van natuurlijk verloop. Op het moment van het ontstaan van dergelijke vacatures zullen wij steeds bekijken of de vacature passend is en indien mogelijk [A] voordragen. Ervaring leert dat dat een aantal keer per jaar kan voorkomen. Wel moeten we dan een beter beeld hebben van wat [A] kan en wil, zodat we een goede match kunnen maken. Onderstaande werkzaamheden bieden de mogelijkheid om dit te verkennen.
Nadere concretisering, met aanvullingen t.o.v. de vorige omschrijving:
1. Verlenen van administratieve ondersteuning in de school bij:
- het bijhouden van dossiers met vertrouwelijke informatie;
- het invoegen en onttrekken van gegevens in een (geautomatiseerde) systemen en/of het samenstellen van overzichten met gegevens uit de systemen; Hierbij valt te denken aan het personeelsadministratie systeem RAET of haar opvolger AFAS. Hier in is scholing mogelijk.
- het verstrekken van telefonische dan wel schriftelijke informatie aan belangstellenden over diverse onderwerpen;
- het invoeren van persoonsgegevens in de leerlingenadministratie en het ondersteunen van de leerlingenadministratie, daarbij gebruik makend van het leerlingenadministratie programma "Magister". Om het werken hiermee mogelijk te maken wordt medewerker ingewerkt door ervaren collega's en is scholing bij Schoolmaster, leverancier van Magister, mogelijk nodig.
- het coördineren van voorkomende werkzaamheden in het kader van onderzoeken die op de scholen worden uitgevoerd. Dit kan in het kader van inspectiebezoeken, onderzoeken door studenten of studerende collega's of andere onderzoeken.
- Het coördineren van het examen en de examen organisatie op de school. Daarbij zijn administratieve handelingen in Magister onderdeel van het werk als ook praktische zaken als verzamelen van examenwerk, dit administreren, praktisch organiseren van het (theorie) examen binnen de school als ook toezichthouden. Er is dan ook sprake van leerling contact.
- Baliewerkzaamheden waaronder telefonisch contact met ouders en leerlingen, als ook aanspreekpunt voor leerlingen, ouders en collega's over administratieve zaken.
2. Verlenen van secretariële ondersteuning aan de projectdirecteur bedrijfsvoering door:
- de afhandeling van de post (eventueel mail) signaleren van urgente (post)stukken;
- het, in overleg, indelen en bewaken van de agenda;
- het administratief/organisatorisch voorbereiden van vergaderingen en andere bijeenkomsten, het completeren van de vergaderstukken, het archiveren van de vergaderstukken, het notuleren en uitwerken van de notulen van de vergaderingen en het bewaken van de voortgang en de afdoening van de daarin gemaakte afspraken en genomen besluiten;
- de vergaderingen zoals bedoeld in voorgaande punt zijn bijv. financiële en formatieve overleggen van de werkgroep F&F. Deze komt in het najaar maandelijks bij elkaar, maar vanaf febr/maart wekelijks. Hierbij is agenda opstelling, stukken verzamelen en aanpassen, notulering en vergadering organisatie onderdeel van de werkzaamheden.
- Ook vallen hieronder de overleggen die er zijn met de teamleiders ondersteuning binnen de stichting met vergelijkbare werkzaamheden.
- het invoegen en onttrekken van gegevens in een (geautomatiseerde) systemen en/of het samenstellen van overzichten met gegevens uit de systemen; Hierbij valt te denken aan het personeelsadministratie systeem RAET of haar opvolger AFAS. Hier in is scholing mogelijk.
- het samenstellen en corrigeren van brieven en documenten.
1.14
[eiseres] heeft vervolgens een aantal voorwaarden geformuleerd alvorens aan het werk te willen gaan. Die voorwaarden luiden volgens de brief van haar gemachtigde als volgt:
1. Cliënte wordt tewerk gesteld in de functie van directiesecretaresse conform bijgevoegd taakomschrijving;
2. Met haar direct-leidinggevende maakt ze afspraken over een geleidelijke opbouw in te werken uren.
3. De standplaats is Agnietencollege…te Zwolle.
4. Cliënte heeft het perspectief dat zij in die functie kan blijven opereren tot haar pensioenleeftijd;
5. Cliënte behoudt tot haar pensioenleeftijd de inschaling in haar huidige functieschaal en behoudt het recht op periodieke loonsverhogingen conform de CAO;
6. Cliënte krijgt een volledige reiskostenvergoeding voor woon- werkverkeer naar haar standplaats in Zwolle. Voor dienstreizen, zoals bezoek aan een andere locatie, ontvangt cliënte een reiskostenvergoeding conform cao;
7. Landstede vergoedt de juridische kosten van cliënte volledig;
8. Cliënte trekt de lopende procedure bij de Rechtbank in.
1.15
Landstede heeft vervolgens in een brief van 21 oktober 2019 gemotiveerd laten weten met de voorstellen 1, 3, 4, 6 en 7 niet akkoord te kunnen gaan.
1.16
[eiseres] heeft in haar brief aan de gemachtigde van Landstede van 23 oktober 2019 onder meer geschreven dat zij niet op
nietszeggend werkwil worden ingezet en ook niet
van het een naar het ander kan worden gestuurd. Zij wil
stabiliteit en zekerheid.Zij wantrouwt uitdrukkelijk de intenties van Landstede. In genoemde brief van 23 oktober 2019 staat ook
dat Landstede eigenlijk helemaal niet wilen in de brief van 24 oktober 2019 aan de kantonrechter dat Landstede
met de mond weliswaar verklaart dat de werkzaamheden voor mevrouw [eiseres] beschikbaar zijn, maar dat dit feitelijk niet waar is.
2.1
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Beide partijen gaan ervan uit dat tussen hen een dienstverband bestaat. Landstede heeft gesteld dat zij de herplaatsing van [eiseres] tot haar verantwoordelijkheid rekent. De functie van mediathecaris bij de International School Eerde is vervallen en niet meer beschikbaar.
2.2
Daarvan uitgaande moet door Landstede naar passende arbeid worden gezocht en vervolgens aan [eiseres] worden aangeboden. Dat volgt niet alleen uit artikel 7:611 BW, de eisen van goed werkgeverschap, maar ook uit artikel 7:669 lid 1 BW dat bepaalt dat opzegging van de arbeidsovereenkomst pas mogelijk is als herplaatsing van een werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt.
2.3
Het primaire deel van de primaire vordering van [eiseres] is een vordering tot nakoming van de verplichting tot herplaatsing. Toch is dit deel van de vordering niet toewijsbaar. Dit berust op het volgende.
2.4
[eiseres] vordert wedertewerkstelling in de
functiezoals beschreven in productie 10 van Landstede. De werkzaamheden van productie 10 zijn volgens Landstede niet onder een bepaalde functie te scharen die voorkomt in haar functieboek als bedoeld in de toepasselijke cao MBO. Een functie is volgens die cao een samenstel van werkzaamheden zoals dat is vastgelegd in het functieboek van de instelling. De in productie 10 opgesomde taken zijn volgens Landstede geen functie. [eiseres] heeft niet toegelicht en onderbouwd dat de taken wel een functie vormen die is vastgelegd in het functieboek van Landstede.
2.5
Uit de vordering van [eiseres] volgt logischerwijze dat de werkzaamheden die in productie 10 zijn beschreven ook in haar visie passend zijn, zodat over de vraag of sprake is van aangeboden passende arbeid geen geschil tussen partijen bestaat. Haar vordering kan immers ook zo worden uitgelegd dat zij tot die werkzaamheden, die passende arbeid, wil worden toegelaten.
2.6
Zo beschouwd vordert [eiseres] nakoming van de herplaatsingsplicht hoewel dat helemaal niet nodig is, omdat vaststaat dat Landstede aan haar de werkzaamheden opgesomd in productie 10 al lang en bij herhaling heeft aangeboden. Landstede is nog steeds bereid die werkzaamheden, die door haar na de zitting van 25 september 2019 nader zijn geconcretiseerd, door [eiseres] te laten verrichten. Een vordering tot nakoming is dus niet nodig. [eiseres] heeft daarom geen belang bij dit primaire onderdeel van haar primaire vordering.
2.7
Het is niet een tekortkoming van Landstede maar de bij [eiseres] levende twijfel, meer nog haar wantrouwen, die maakt dat [eiseres] de werkzaamheden van productie 10 niet is gaan verrichten. Het is op zichzelf wel begrijpelijk dat [eiseres] vooral eerst duidelijkheid en structuur wil. Zij heeft immers jarenlang de redelijk unieke, vastomlijnde functie van mediathecaris binnen één ‘nevenvestiging’ van Landstede bekleed, welke functie haar van de ene op de andere dag is ontnomen. Dat was op z'n zachtst gezegd weinig fraai. De nu door haar vooraf verlangde duidelijkheid en structuur kunnen echter alleen worden gegeven als binnen het functiegebouw van Landstede een voor haar geschikte vacature, een functie, vrijkomt. Zolang dat niet het geval is, kan in redelijkheid niet van Landstede worden verlangd dat zij dan maar ten behoeve van [eiseres] een functie creëert, zo dat al zou kunnen. Landstede heeft onbestreden aangevoerd dat het haar niet vrijstaat een functie te creëren, omdat zij is gebonden aan de afgesproken formatie, welke formatie ten behoeve van [eiseres] niet even kan worden uitgebreid of aangepast. Het staat [eiseres] intussen vrij op interne vacatures te solliciteren en zij wordt door Landstede op vacatures geattendeerd.
2.8
Het subsidiaire deel van de primaire vordering is ook niet toewijsbaar. Aan dit deel van de vordering ligt de veronderstelling ten grondslag dat in overleg tussen partijen een selectie van de taken opgesomd in productie 10 kan worden gemaakt, en dat [eiseres] die geselecteerde taken daarna gaat uitvoeren. Niet duidelijk is gemaakt op welke rechtsgrond dit subsidiaire deel van de primaire vordering is gebaseerd en om welke (gegronde) reden Landstede gehouden is eerst samen met [eiseres] een selectie uit de werkzaamheden van productie 10 te maken, te minder nu [eiseres] primair vordert tot het verrichten van al die werkzaamheden – volgens het primaire deel van de vordering: een functie – te worden toegelaten.
2.9
Uit de correspondentie tussen partijen en de stellingen van Landstede volgt dat het haar bedoeling is dat [eiseres] aan de slag gaat met de aangeboden werkzaamheden en dat vervolgens al doende wordt bekeken welke van die taken goed passen bij de ervaring en competenties van [eiseres] . Dit is
finetuninggenoemd. Intussen kan een vacature ontstaan waarvoor [eiseres] geschikt is. Deze voorgestelde werkwijze acht de kantonrechter in de gegeven omstandigheden, waarin een passende functie (nog) niet vacant is, aanvaardbaar. De eis van [eiseres] dat door Landstede vooraf en in overleg met [eiseres] vrij nauwkeurig wordt vastgelegd welke werkzaamheden zij zal gaan verrichten alvorens zij met die werkzaamheden aan de slag gaat, berust niet op artikel 7:611 BW. Het aanbod van Landstede zoals dat is opgenomen in haar productie 10 en later door haar nader is uitgewerkt, is voldoende concreet. Die arbeid is zinvol en niet een soort bezigheidstherapie, en [eiseres] wordt, als zij ermee aan de slag gaat, ook geen 'chef van de bezemkast'. [eiseres] is niet alleen gehouden tot het verrichten van de werkzaamheden die precies in haar straatje passen. Van haar mag flexibiliteit worden verlangd. De aangeboden arbeid moet uiteraard passend zijn, maar [eiseres] heeft niet gesteld dat dat niet zo is. Als van die arbeid taken onderdeel uitmaken die [eiseres] liever niet verricht, dan is dat een wens waarmee Landstede wellicht rekening kan houden, maar daartoe verplicht is zij niet zolang het om passende arbeid gaat.
2.1
In dit verband is verder van belang dat dit deel van de primaire vordering neerkomt op het voortzetten van de gesprekken, de onderhandelingen, tussen partijen, maar de kantonrechter ziet niet goed in wat die voortzetting nog kan opleveren, gegeven de reeds gevoerde gesprekken en correspondentie. Waar [eiseres] vooraf duidelijkheid en structuur wil en Landstede die niet kan geven, is een onoplosbare impasse ontstaan. Wil [eiseres] die, volgens haar haar ziekmakende, impasse doorbreken, dan zal zij de stap moeten zetten en met de taken van productie 10 aan de slag moeten gaan. Maar of dat nog haalbaar is gegeven het door haar uitgesproken wantrouwen? Dat wantrouwen komt de kantonrechter niet gegrond voor.
2.11
De subsidiaire vordering is ook niet toewijsbaar. Er ligt immers al
een volledig herplaatsingsplan.Althans zo kunnen productie 10 van Landstede en haar nadere concretisering van 16 oktober 2019 wel worden geduid. Het is ook niet te verwachten, gegeven het moeizame verloop tot nu, dat een volledig herplaatsingsplan, daargelaten wat [eiseres] daaronder nu precies verstaat, tot een oplossing zal leiden als dat plan niet inhoudt dat aan [eiseres] een concrete functie en passende arbeidsvoorwaarden worden aangeboden. Daartoe is Landstede nu echter niet gehouden. Zij moet passende arbeid aanbieden en dat heeft zij gedaan en doet zij.
2.12
De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten zal eveneens worden afgewezen. Van een tekortkoming of onrechtmatige daad aan de kant van Landstede is geen sprake, en de vordering van [eiseres] tot nakoming is niet toewijsbaar.
2.13
Als verliezende partij dient [eiseres] in de proceskosten te worden veroordeeld. Die kosten begroot de kantonrechter op € 360,00 salaris gemachtigde en € 120,00 wegens nakosten.

Beslissing

De kantonrechter
1. wijst de vordering af;
2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de kant van Landstede begroot op € 480,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2019.