ECLI:NL:RBOVE:2019:496
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van het Arbobesluit na arbeidsongeval met heftruck
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres, een bedrijf, kreeg een bestuurlijke boete opgelegd van € 13.500,- wegens overtreding van artikel 7.5, vijfde lid, van het Arbobesluit, na een arbeidsongeval waarbij een werknemer gewond raakte. De rechtbank overweegt dat de eiseres geen verwijt kan worden gemaakt voor het ongeval, omdat er geen grond is voor het oordeel dat het slachtoffer zelf verantwoordelijk is voor het arbeidsongeval. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres, gericht tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaarschrift, niet-ontvankelijk, maar het beroep tegen de reële beslissing op bezwaar gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij de boete wordt vastgesteld op € 12.825,-. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden en past de boete dienovereenkomstig aan. De rechtbank bepaalt dat de staatssecretaris het griffierecht van € 338,- aan eiseres vergoedt en veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.024,-.