In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is een vordering van de besloten vennootschap Eneco Services B.V. aan de orde. Eneco heeft een overeenkomst gesloten met een gedaagde partij via een deur-tot-deur-actie. De procedure is gestart na een eerdere uitspraak op 9 april 2019, waarin de kantonrechter Eneco de gelegenheid heeft gegeven om de overeenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden te overleggen. Eneco heeft echter aangegeven dat zij niet meer beschikt over de overeenkomst en de informatie die zij op grond van de wettelijke verplichtingen van artikel 6:230m en 6:230t BW had moeten verstrekken.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst is gesloten buiten de verkoopruimte, wat betekent dat Eneco verplicht was om de consument tijdig en op de juiste wijze te informeren. Aangezien Eneco niet in staat was om aan te tonen dat zij aan deze informatieverplichtingen had voldaan, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de overeenkomst ambtshalve vernietigd moet worden. Dit leidt tot de conclusie dat de vordering van Eneco moet worden afgewezen, omdat de grondslag van de vordering is komen te vervallen.
De kantonrechter heeft bovendien bepaald dat Eneco als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moet vergoeden, hoewel deze aan de zijde van de gedaagde tot op heden op nihil zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 4 juni 2019.