Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd te Hoofddorp,
wonende te [woonplaats],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel, heeft de kantonrechter op 4 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Basic Fit Nederland B.V. en een gedaagde partij die niet verschenen was. De vordering van Basic Fit, die betrekking had op een sportschoolabonnement, werd afgewezen. De procedure begon met een tussenvonnis van 12 maart 2019, waarin Basic Fit werd gevraagd om de overeenkomst en de algemene voorwaarden te overleggen, evenals informatie over de wijze waarop de overeenkomst tot stand was gekomen en of zij had voldaan aan de wettelijke informatieverplichtingen zoals vastgelegd in artikel 6:230m BW.
Basic Fit stelde dat er op 24 januari 2017 een overeenkomst was gesloten, die op 1 maart 2017 inging voor een periode van ten minste een jaar. De eisende partij beweerde dat de gedaagde in verzuim was met de betaling van de maandelijkse bijdrage, waardoor Basic Fit haar verplichtingen had opgeschort en de overeenkomst had beëindigd per 1 maart 2018. De kantonrechter oordeelde echter dat Basic Fit niet had aangetoond dat zij voldeed aan de informatieverplichtingen van artikel 6:230m BW. De informatie die op de website van Basic Fit beschikbaar was, voldeed niet aan de vereisten, omdat niet was aangetoond dat de gedaagde deze informatie daadwerkelijk had ontvangen of kon opslaan.
De kantonrechter concludeerde dat de overeenkomst ambtshalve moest worden vernietigd, omdat Basic Fit niet had voldaan aan de wettelijke verplichtingen die zijn ingesteld ter bescherming van de consument. Hierdoor verviel de grondslag van de vordering en werd deze afgewezen. Basic Fit werd als de in het ongelijk gestelde partij belast met de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot op heden op nihil werden begroot.