In deze zaak hebben de verzoekers, ouders van een in 1988 geboren kind, de rechtbank verzocht om de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Zwolle aan te vullen met een ontbrekende geboorte- en overlijdensakte. Het kind, dat levend ter wereld kwam na een zwangerschap van 24 weken, overleed kort na de geboorte. De verzoekers hebben nooit een officiële akte van geboorte of overlijden kunnen verkrijgen. De rechtbank heeft op 7 november 2019 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij de verzoekers bijgestaan werden door hun advocaat, mr. J. Bouwhuis. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft ingestemd met het verzoek van de ouders.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 1:24 BW de aanvulling van een register van de burgerlijke stand kan worden gelast. De verzoekers zijn als belanghebbenden aangemerkt en ontvankelijk in hun verzoek. De rechtbank stelt vast dat er geen geboorte- en overlijdensakte is opgemaakt, terwijl de ouders de feiten rondom de geboorte en het overlijden van hun kind hebben aangetoond. De rechtbank oordeelt dat het van groot emotioneel belang is voor de ouders dat hun kind wordt erkend in de registers van de burgerlijke stand.
De rechtbank heeft besloten het verzoek toe te wijzen en gelast de aanvulling van het geboorteregister en het overlijdensregister van de gemeente Zwolle met de benodigde gegevens. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 12 november 2019. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.