ECLI:NL:RBOVE:2019:4941

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 december 2019
Publicatiedatum
6 januari 2020
Zaaknummer
08-952109-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een 74-jarige man na bewezen brandstichting met gevaar voor anderen

Op 30 december 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 74-jarige man, die eerder ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor opzettelijk brand stichten. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1945, verblijft momenteel in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een adviesrapport van de kliniek, waarin wordt gesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een vasculaire neurocognitieve stoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde niet over de vaardigheden beschikt om adequaat om te gaan met stressoren die hebben geleid tot het indexdelict. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen een verlenging van de maatregel vereisen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het neurologisch-diagnostisch onderzoek moet worden voortgezet om meer duidelijkheid te krijgen over de stoornissen van de terbeschikkinggestelde. Gezien de complexiteit van de situatie en het hoge recidiverisico zonder externe structuur, heeft de rechtbank besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in overeenstemming met de adviezen van de deskundigen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-952109-16
Datum uitspraak: 30 december 2019
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1945 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Pompestichting,
Weg door Jonkerbos 55 (6532 CN) in Nijmegen,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van
13 november 2017 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van het misdrijf:
-
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
De maatregel is ingegaan op 28 november 2017 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 28 november 2019.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 509o Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte stukken, te weten:
  • het adviesrapport van de kliniek, FPC Pompestichting, van 26 september 2019, opgemaakt en ondertekend door M. Kok Msc., gezondheidszorgpsycholoog en behandelcoördinator en door E.P.M.T. Brouns, psychiater, directeur patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode 1 april 2018 tot en met 30 juni 2019.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 23 oktober 2019 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 16 december 2019.
Op de vordering zijn gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ’s-Gravenhage;
  • de officier van justitie M.S. de Waard;
  • B. Top, psycholoog en assistent behandelcoördinator, verbonden aan
FPC Pompestichting, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting verklaard bezwaar te hebben tegen de vordering, omdat hij ontkent het indexdelict te hebben gepleegd. De raadsman heeft primair bepleit dat de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling wordt afgewezen, omdat de terbeschikkinggestelde het niet eens is met de vordering. Subsidiair refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.De beoordeling

De vordering is op 23 oktober 2019, en derhalve tijdig, ingediend.
De rechtbank stelt vast dat op de vordering tot verlenging niet uiterlijk twee maanden na de dag waarop de vordering is ingediend, is beslist. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat genoemde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in artikel 38d van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
In het verlengingsadvies is – zakelijk weergegeven – het volgende vermeld.
Bij de terbeschikkinggestelde is een uitgebreide vasculaire neurocognitieve stoornis, zonder gedragsstoornissen vastgesteld met daarbij concrete aanwijzingen voor een dementieel proces. Het dementieel proces uit zich door verwarring in tijd en plaats, verlies van controle op gedrag en decorumverlies. Ook is bij de terbeschikkinggestelde een antisociale persoonlijkheidsstoornis geclassificeerd met kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Bij de terbeschikkinggestelde kenmerkt deze stoornis zich in impulsiviteit, een gerichtheid op de eigen behoeftebevrediging, een roekeloze onverschilligheid voor de veiligheid van anderen en de overtuiging dat regels en wetten niet op hem van toepassing zijn. De psycholoog en psychiater stellen dat het op dit moment moeilijk is in te schatten in welke mate het huidige gedrag van de terbeschikkinggestelde te verklaren is door de persoonlijkheidsproblematiek en in welke mate de cognitieve stoornis hieraan bijdraagt. Omdat de terbeschikkinggestelde ontkent het indexdelict te hebben gepleegd, is er ook geen overeenstemming bereikt over de delict- en risicofactoren. De behandeling heeft zich tot op heden enkel gericht op het in kaart brengen van de delictdynamiek en de diagnostiek. Om het traject op passende wijze vorm te kunnen geven en een scherper beeld te krijgen van de mogelijkheden van hulpverlening en over het beloop van het ziektebeeld van de terbeschikkinggestelde, wordt er verder onderzoek gedaan.
Verder stellen de psycholoog en psychiater dat de terbeschikkinggestelde niet over vaardigheden beschikt om in de toekomst op een adequate manier om te gaan met soortgelijke stressoren als een rol hebben gespeeld bij het indexdelict. Zonder bescherming van de externe structuur achtten zij de recidivekans op geweldsdelicten dan ook onverminderd groot. De komende periode moet het uitstroomdoel duidelijk worden en moeten de begeleide verlofmarges worden verruimd. Indien verantwoord zou dit op termijn gevolgd kunnen worden door onbegeleid verlof. Een resocialisatieafdeling voor kwetsbare patiënten is een gangbaar vervolg op verblijf in de huidige afdeling, waarna de stap naar transmuraal verlof moet worden gezet. Dit traject zal nog ten minste twee jaar in beslag nemen. Gelet op het hiervoor genoemde adviseert de kliniek de ter beschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De toelichting van de deskundige ter zitting
De deskundige Top persisteert bij het advies en heeft– zakelijk weergegeven – aanvullend het volgende opgemerkt.
De komende periode hangt het van de resultaten van het neurologisch onderzoek af hoe het vervolgtraject van de maatregel er op meerdere fronten uit komt te zien. Af en toe lukt het met de terbeschikkinggestelde in gesprek te gaan, maar het blijft ontzettend lastig om de terbeschikkinggestelde vaardigheden aan te leren als hij zich weinig herinnert en hij het principieel oneens is met de maatregel omdat hij het indexdelict blijft ontkennen. Met het oog op de resultaten van het neurologisch onderzoek blijft de kliniek de activiteiten van de terbeschikkinggestelde tijdens bijvoorbeeld de mentorgesprekken of de begeleid verloven volgen, zodat er een beter beeld van de terbeschikkinggestelde kan worden gevormd.
Het oordeel van de rechtbank
Ingevolge artikel 38d, tweede lid, Sr kan de termijn van de terbeschikkingstelling telkens met een jaar dan wel twee jaren worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen die verlenging eist, het zogenoemde gevaarscriterium.
Gelet op het advies van de kliniek en in aanmerking genomen hetgeen voor het overige ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de maatregel met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank stelt vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen, mede gelet op het feit dat er nog veel stappen te zetten zijn in het behandel- en vervolgtraject. De rechtbank is van oordeel dat het neurologisch-diagnostisch onderzoek dient te worden voortgezet en afgerond om duidelijkheid te krijgen over de neurologische stoornis van de terbeschikkinggestelde. Aan de hand van dit onderzoek kan dan een beter beeld gevormd worden van het dementieel proces en de gevolgen hiervan voor de behandelmogelijkheden en de noodzakelijke externe structuur. Het begeleid verlof is recent gestart. Mede in afwachting van het neurologisch onderzoek zal op de lange termijn moeten worden afgewogen of onbegeleid verlof en een stap naar een resocialisatieafdeling verantwoord en passend is. Daarna moet een passende vervolginstelling gezocht worden, waar de terbeschikkinggestelde in het kader van transmuraal verlof geplaatst kan worden.
Dit traject zal volgens de psychiater en psycholoog nog zeker twee jaar in beslag nemen. Het recidiverisico op geweldsdelicten zonder bescherming van de externe structuur wordt als onverminderd hoog en bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat. Gelet op het hiervoor genoemde zal de rechtbank de maatregel dan ook met twee jaar te verlengen.
5.
De wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft de beslissing, naast de hiervoor genoemde artikelen gegrond op de artikelen 509s en 509t Sv.

6.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaren;
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. G.J. Stoové en mr. A. Flos, rechters, in tegenwoordigheid van J. Izgi als griffier en in het openbaar uitgesproken op
30 december 2019.
De voorzitter en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.