Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de akte ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen tevens akte overlegging producties, tevens akte wijziging van eis van de zijde van MSG,
- de incidentele conclusie houdende vordering tot tussenkomst van de zijde van Cycloon,
- de mondelinge behandeling d.d. 9 december 2019,
- de pleitnota’s van partijen.
2.Waarvan kan worden uitgegaan
Gebruik Anbestedingsplatform
“Tenzij de Aanbestedingsstukken uitdrukkelijk anders bepalen zijn de aan Deelnemer gestelde termijnen fatale termijnen. Bij overschrijding ervan treedt verval van recht in.”
– kort gezegd – zal overgaan tot intrekking van de gunningsbeslissing ter zake van Perceel 1 van de Opdracht, intrekking van de aanbesteding voor Perceel 1 en tot heraanbesteding van Perceel 1.
3.Het geschil
4.De beoordeling
In het incident
welgewenste ondernemer.
dietevens rekening houdt met alle belangen van de betrokken partijen. De woorden “in beginsel” bieden de Gemeente de ruimte om in geval van een te late inschrijving een belangenafweging te maken en toetsen of het evenredig dan wel proportioneel is om een te late inschrijving ter zijde te leggen, althans dit heeft de Gemeente met deze woorden bedoeld. Geconstateerd moet worden dat in de aanbestedingsstukken op geen enkel wijze door haar is omschreven onder welke omstandigheden een niet tijdig ingediende inschrijving nu wel of niet in behandeling wordt genomen. Paragraaf 2.4.1. van de Leidraad impliceert dus een discretionaire bevoegdheid voor de Gemeente die op allerlei wijze door haar kan worden ingevuld. Nu in de aanbestedingsstukken niet is verduidelijkt in welke gevallen door de Gemeente gebruik kan worden gemaakt van de discretionaire bevoegd die zit opgesloten in de woorden “in beginsel” is
in zoverresprake van een strijdigheid met het transparantie- en gelijkheidsbeginsel.
9 september 2019 ná 12.00 uur per mailbericht is ingediend door Cycloon. Dit betekent dat de inschrijving van Cycloon geacht wordt niet te zijn ingediend en in beginsel niet in behandeling wordt genomen. Zoals uit het hiervoor overwogene volgt is de voorzieningenrechter van oordeel dat de “in beginsel-bepaling” in het onderhavige geval tot uitdrukking brengt dat dat de ruimte voor een uitzondering op terzijdelegging van een inschrijving juist heel klein is. Een uitzonderingssituaties dient – zoals eerder is overwogen - gerelateerd te zijn aan de reden(en) waarom een inschrijving te laat is ingediend.