Op 12 februari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een betrokkene, die in FPC De Kijvelanden verblijft. De rechtbank heeft het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de vordering afgewezen en de termijn van TBS met dwangverpleging met één jaar verlengd. De betrokkene was ter beschikking gesteld na een veroordeling voor ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en afpersing, en zijn terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 6 februari 2018, met een einddatum van 12 januari 2019.
Het openbaar ministerie diende op 4 december 2018 een vordering in tot verlenging van de TBS-termijn met twee jaar. Tijdens de zitting op 29 januari 2019 werd de betrokkene gehoord, samen met zijn raadsman en deskundigen van FPC De Kijvelanden. De rechtbank overwoog dat het resocialisatietraject van de betrokkene was gestagneerd door relatieproblemen en middelengebruik, en dat de kliniek een tweede behandelpoging noodzakelijk achtte. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eiste dat de maatregel van terbeschikkingstelling met één jaar werd verlengd.
De rechtbank heeft daarbij gelet op de adviezen van FPC De Kijvelanden en de omstandigheden van de betrokkene, die gemotiveerd was om zijn resocialisatietraject voort te zetten. De rechtbank benadrukte het belang van een maatregelenrapport van de reclassering voor de volgende verlengingszitting, om de voortgang van de resocialisatie te waarborgen. De beslissing werd genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.