Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de mondelinge behandeling op 14 november 2019, waar de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en de man in persoon zijn verschenen.
2.De feiten
- onder meer en kort gezegd - meegedeeld dat recente ontwikkelingen maken dat de beschikking uit 2017 volgens de vrouw geen recht meer doet aan de huidige situatie, dat de vrouw de omgangsregeling opschort, dat de vrouw geen andere mogelijkheid ziet dan de man de toegang tot haar woning te ontzeggen, dat het in het belang van [de minderjarige] is dat de man niet langer bij de woning van de vrouw verschijnt en dat de vrouw graag ziet dat de man zich op de openbare weg in en in openbare gebouwen onthoudt van contact met [de minderjarige] . Voorts wordt meegedeeld dat als de man de vrouw of [de minderjarige] benaderen, de vrouw in dat geval geen andere mogelijkheid ziet om via een gerechtelijke procedure een straat- en contactverbod af te dwingen.
- kort gezegd - verzocht om zich terughoudend op te stellen jegens de vrouw en [de minderjarige] , ter voorkoming van een gerechtelijke procedure waarin een straat- en contactverbod zal worden gevorderd.