ECLI:NL:RBOVE:2019:4676

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 november 2019
Publicatiedatum
11 december 2019
Zaaknummer
C/08/228352 / HA ZA 19-66
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van recht betreffende de aanspraak op de economische eigendom van percelen in faillissement

In deze zaak vordert eiser een verklaring voor recht over de economische eigendom van percelen in het faillissement van verschillende vennootschappen. Eiser stelt dat de economische eigendom van de percelen, gelegen in gemeente Harderwijk, is overgegaan naar Megahome.nl B.V. en dat deze vennootschap op 7 juli 2016 failliet is verklaard. Subsidiair stelt eiser dat de economische eigendom bij Megahome.nl Grond B.V. of NPB Beheer B.V. ligt. De rechtbank oordeelt dat de economische eigendom van de percelen niet is afgesplitst naar Megahome.nl B.V. en dat deze eigendom na de juridische afsplitsing op 28 mei 2009 bij Mega Projecten B.V. is gebleven. Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat de economische eigendom van de percelen in het faillissement van NPB Beheer B.V. valt, en wijst de vorderingen van eiser toe voor zover deze betrekking hebben op NPB Beheer B.V. De rechtbank veroordeelt de curator, Van der Hel q.q., in de proceskosten van eiser.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

C/08/228352 / HA ZA 19-6627 november 2019
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/228352 / HA ZA 19-66
Vonnis van 20 november 2019
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaten mrs. J.F. de Groot en A.E.M. Langerhuizen te Amsterdam,
tegen
MR. J. VAN DER HEL
in hoedanigheid van curator in de faillissementen van Megahome.nl B.V., Megahome.nl Grond B.V., NPB Beheer B.V., Megahome.nl Beheer B.V., Megahome.nl Bouw B.V., MEGA Bouwbedrijf B.V., NPB Bouw B.V., NPB Bouwbedrijf B.V. en NPB Onroerend Goed B.V.,
wonende te Almelo,
gedaagde,
advocaat mr. J. van der Hel te Almelo.
Partijen zullen hierna [eiser] en Van der Hel q.q. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 17 van de zijde van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 16 van de zijde van Van der Hel q.q.;
- de conclusie van repliek met producties 18 t/m 21 van de zijde van [eiser] ;
- de conclusie van dupliek met producties 17 t/m 26 van de zijde van Van der Hel q.q.;
- de akte uitlating producties van de zijde van [eiser] van 10 juli 2019.
1.2.
Er heeft geen comparitie plaatsgevonden nu partijen daar niet om hebben verzocht en de rechtbank dit evenmin ambtshalve nodig acht.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij overeenkomst van 8 maart 1995 heeft [eiser] percelen verkocht aan Mega Bouwontwikkeling B.V. Het betreft de percelen thans bekend als gemeente Harderwijk, sectie I, nummers 105, 6320, 6321 en 6322.
2.2.
Ter zake van voornoemde percelen ondertekenden [eiser] als verkoper en Mega Bouwontwikkeling B.V. als koper op 5 juli 1995 een notariële akte van economische overdracht. Deze akte vermeldt een koopprijs van fl. 1.049.355,00, waarvan een deel ter hoogte van fl. 777.300,00 moest worden betaald ‘binnen drie maanden nadat de bestemming van het verkochte is gewijzigd’. De bestemming van het verkochte is niet gewijzigd, zodat [eiser] in totaal een koopprijs van fl. 272.055,00 heeft ontvangen.
2.3.
In de akte van 5 juli 1995 staat voorts onder meer:
AFLEVERING, ECONOMISCHE OVERDRACHTHet verkochte wordt op heden in economisch zin overgedragen (afgeleverd) aan koper(…)
Artikel 8. 2.
“Partijen zijn overeengekomen dat de huidige akte niet bestemd is tot levering in eigendom van het verkochte.”
Artikel 9. 1.
(…)
In laatst bedoeld geval zal/zullen koper of zijn rechtsopvolger(s) het verkochte niet juridisch aan een ander mogen verkopen, dan nadat hij eerst verkoper of zijn rechtsopvolger(s) onder algemene titel in staat heeft gesteld het verkochte te kopen voor een prijs van zeven gulden (f 7,--) per centiare.(…)
Het hiervoor gemelde recht van koop voor zeven gulden (f 7,--) per centiare geldt eveneens bij faillissement van koper of indien hij surséance van betaling aanvraagt.”
2.4.
Bij notariële akte van 31 augustus 1999 droeg Mega Bouwontwikkeling B.V. de economische eigendom van de percelen over aan Mega Vastgoed B.V.
2.5.
Bij notariële akte van juridische splitsing van 13 september 1999 is Mega Vastgoed B.V. gesplitst in Rotij Projecten B.V. en Mega Projecten B.V. De economische eigendom van de percelen is daarbij overgegaan naar Mega Projecten B.V.
2.6.
In 2004 is perceel gemeente Harderwijk, sectie I, nummer 6320 met instemming van alle betrokken partijen onteigend door de gemeente. De overige percelen, sectie I, nummers 105, 6321 en 6322 worden hierna ‘de percelen’ genoemd.
2.7.
Bij notariële akte van juridische afsplitsing van 28 mei 2009, werd een deel van het vermogen van Mega Projecten B.V. als splitsende vennootschap, afgesplitst naar Megahome.nl B.V. als verkrijgende vennootschap. In deze akte staat onder meer:
Artikel 41. De splitsing van de splitsende vennootschap komt bij deze akte tot stand en wordt van kracht met ingang van de dag na het passeren van deze akte. Door de splitsing worden de vermogensbestanddelen, omschreven in de beschrijving als bedoeld in artikel 2:334f lid 2 letter d Burgerlijk Wetboek, onder algemene titel verkregen door de verkrijgende vennootschap.”
2.8.
Verder bevat deze akte van 28 mei 2009 een onderdeel genaamd ‘OMSCHRIJVING AF TE SPLITSEN ONROERENDE ZAKEN’ waarin de percelen niet worden genoemd. Ook bevat de akte een onderdeel ‘RECHTEN OP LEVERING/GRONDPOSITIES’. Daarin staat:
“Naast de genoemde onroerende zaken zijn er diverse andere onroerende zaken in de beschrijving opgenomen. Deze onroerende zaken heeft de splitsende vennootschap niet in eigendom, maar zij heeft met betrekking met deze onroerende zaken wel rechten en/of verplichtingen (grondposities). De rechten en verplichtingen die hier aan verbonden zijn gaan door de afsplitsing van rechtswege over op de verkrijgende vennootschap.(…)
2.9.
In het ‘Voorstel tot juridische splitsing Mega Projecten B.V.’ van 22 april 2009, behorend bij de op 28 mei 2009 geeffectueerde splitsing, staat opgenomen:
“De hiervoor onder 1 bedoelde af te splitsen vermogensbestanddelen en de door de splitsende vennootschap te behouden vermogensbestanddelen zijn omschreven in de aan dit voorstel gehechte beschrijving als bedoeld in artikel 2:334f lid 2 sub d Burgerlijk Wetboek Bijlage C. Deze bijlage maakt onderdeel uit van dit voorstel tot splitsing.(…)
Bijlagen(…)
- C: Beschrijving af te splitsen vermogensbestanddelen
In het aan dit voorstel gehechte document ‘Bijlage C en bijlage F’, staat onder ‘voorraadposities’ een groot aantal kadastrale posities vermeld, waaronder niet de percelen.
2.10.
Bij notariële akte van fusie van 23 juli 2009 heeft NPB Beheer B.V. het gehele vermogen van Mega Projecten B.V. en Mega Onroerend Goed B.V. verkregen.
2.11.
Bij notariële akte van juridische afsplitsing van 26 augustus 2009, werd een deel van het vermogen van NPB Beheer B.V. als splitsende vennootschap, afgesplitst naar Megahome.nl Grond B.V. als verkrijgende vennootschap. Deze akte van 26 augustus 2009 bevat een onderdeel genaamd ‘OMSCHRIJVING AF TE SPLITSEN REGISTERGOEDEREN’, waarin de percelen niet worden genoemd.
2.12.
Ook bevat de akte een onderdeel ‘RECHTEN OP LEVERING/GRONDPOSITIES’. Daarin staat:
“Naast de genoemde onroerende zaken zijn er diverse andere onroerende zaken in de beschrijving opgenomen. Deze onroerende zaken heeft de splitsende vennootschap niet in eigendom, maar zij heeft met betrekking met deze onroerende zaken wel rechten en/of verplichtingen (grondposities). De rechten en verplichtingen die hier aan verbonden zijn gaan door de afsplitsing van rechtswege over op de verkrijgende vennootschap.(…)
2.13.
In het ‘Voorstel tot juridische splitsing NPB Beheer B.V.’ van 24 juli 2009, behorend bij de op 26 augustus 2009 geeffectueerde splitsing, staat opgenomen:
“De hiervoor onder 1 bedoelde af te splitsen vermogensbestanddelen en de door de splitsende vennootschap te behouden vermogensbestanddelen zijn omschreven in de aan dit voorstel gehechte beschrijving als bedoeld in artikel 2:334f lid 2 sub d Burgerlijk Wetboek Bijlage C. Deze bijlage maakt onderdeel uit van dit voorstel tot splitsing.(…)
Bijlagen(…)
- C: Beschrijving af te splitsen vermogensbestanddelen”
2.14.
In het aan dit voorstel gehechte document ‘Beschrijving (bijlage C en F)’, staan onder ‘voorraadposities’ een groot aantal kadastrale posities vermeld. In deze beschrijving staat ook een opsomming van contracten en de volgende toelichting daarop:
Contracten
Dit betreffen overeenkomsten gesloten tussen NPB Beheer BV of een van haar gelieerde en inmiddels gefuseerde vennootschappen. Deze overeenkomsten zijn gesloten met gemeenten en/of particulieren waarin een toekomstig recht tot koop, levering of ontwikkeling van gronden / projecten is overeengekomen.(…)
2.15.
Op 7 juli 2016 is Megahome.nl B.V. failliet verklaard en op 20 juli 2016 zijn onder meer Megahome.nl Grond B.V. en NPB Beheer B.V. failliet verklaard met de aanstelling van mr. Van der Hel tot curator.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank:
primair:voor recht verklaart dat de economische eigendom van de percelen thans bekend gemeente Harderwijk, sectie I, nummers 105, 6321 en 6322 in het faillissement van Megahome.nl B.V. valt;
subsidiair:voor recht verklaart dat de economische eigendom van de percelen thans bekend gemeente Harderwijk, sectie I, nummers 105, 6321 en 6322 in het faillissement van Megahome.nl Grond B.V., althans NPB Beheer B.V. valt;
meer subsidiair:voor recht verklaart dat de economische eigendom van de percelen thans bekend gemeente Harderwijk, sectie I, nummers 105, 6321 en 6322 in het faillissement van Megahome.nl Beheer B.V., dan wel Megahome.nl Bouw B.V., dan wel Mega Bouwbedrijf B.V., dan wel NPB Bouw B.V., dan wel NPB Bouwbedrijf B.V., dan wel NPB Onroerend Goed B.V. valt;
primair, subsidiair en meer subsidiair:Van der Hel q.q. veroordeelt in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] stelt hiertoe, samengevat, dat de economische eigendom van de percelen primair door de juridische afsplitsing op 28 mei 2009 bij Megahome.nl B.V. is komen te liggen en dat Megahome.nl B.V. op 7 juli 2016 is gefailleerd. Subsidiair stelt [eiser] dat, voor zover de economische eigendom van de percelen op 28 mei 2009 niet is afgesplitst, deze na de afsplitsing op 26 augustus 2009 bij Megahome.nl Grond B.V. is komen te liggen. Ook Megahome.nl Grond B.V. is in juli 2016 gefailleerd. Meer subsidiair staat bij gebreke van enige rechtsgeldige contractoverneming vast dat de economische eigendom van de percelen in het faillissement van een andere vennootschap binnen het conglomeraat is gevallen, aldus [eiser] .
3.3.
Van der Hel q.q. voert verweer. Van der Hel q.q. concludeert tot afwijzing van de vorderingen, althans tot schorsing van de procedure totdat in hoogste instantie in rechte vaststaat dat aan Nebo Vastgoed B.V. geen rechten toekomen. Van der Hel q.q. stelt zich op het standpunt dat hij een rechtsgeldige contractoverneming ten aanzien van de percelen zal hebben te respecteren en dat (het niet gefailleerde) Nebo Vastgoed B.V. zich op het standpunt stelt dat deze rechten aan haar zijn overgedragen. Daarbij verwijst Nebo Vastgoed B.V. naar een brief van 2 juni 2009 uit naam van MEGA Projecten B.V. (namens wie de heer [A] ) aan [eiser] . Om aansprakelijkheid te voorkomen, wil Van der Hel q.q. dat eerst in rechte vast komt te staan dat de rechten ter zake de percelen vallen onder ‘zijn jurisdictie’. Verder stelt Van der Hel q.q. dat de economische eigendom van de percelen na de juridische afsplitsing op 28 mei 2009 bij Mega Projecten B.V. is gebleven. Na de fusie van 23 juli 2009, is de economische eigendom volgens Van der Hel q.q. overgegaan naar NPB Beheer B.V. en is deze daar gebleven, ook na de afsplitsing van 26 augustus 2009. NPB Beheer B.V. is failliet gegaan op 20 juli 2016.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Kern van het geschil

4.1.
In dit geschil staat centraal de verbintenisrechtelijke aanspraak tot ‘terug levering’ die [eiser] als juridisch eigenaar stelt te hebben ten opzichte van de ‘economisch eigenaar’ betreffende de genoemde percelen in Harderwijk. Partijen twisten over de vraag wie de economisch eigenaar van deze percelen is. De rechtbank stelt voorop dat ‘economische eigendom’ in goederenrechtelijke zin niet bestaat en in die zin dus ook niet kan worden overgedragen of geleverd. De inhoud van het begrip economische eigendom is afhankelijk van de tussen de juridisch eigenaar en de economisch eigenaar gemaakte afspraken. Uit de stellingen van partijen en de inhoud van de notariële akte van economische overdracht van 5 juli 1995 volgt dat partijen beoogden dat daarmee alle baten en lasten van de percelen voor rekening en risico van Mega Bouwontwikkeling B.V. als economisch eigenaar zouden komen. De economisch eigenaar verkreeg aldus het economisch belang van de percelen. Gelet hierop verstaat de rechtbank in de onderhavige procedure onder ‘economisch eigendom’ het recht op het economisch belang van de percelen. Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank, voor de begrijpelijkheid en in navolging van partijen, het begrip ‘(overdracht van) economische eigendom’ als zodanig begrijpen en hanteren.
Het belang
4.2.
[eiser] is juridisch eigenaar van de percelen. [eiser] heeft een recht tot koop van de economische eigendom van de percelen voor fl. 7,00 per centiare, onder meer in geval van faillissement van de economisch eigenaar. [eiser] stelt dat de huidige economisch eigenaar van de percelen failliet is en wenst zijn recht van koop uit te oefenen ten opzichte van Van der Hel q.q. als curator van de gefailleerde economisch eigenaar. [eiser] heeft een financieel belang bij het verkrijgen van de economische eigendom van de percelen, nu [eiser] deze percelen voor een hogere prijs voorwaardelijk heeft verkocht. Aldus heeft [eiser] Van der Hel q.q. tot nakoming van diens recht van koop gesommeerd. Van der Hel q.q. weigert dit, onder meer omdat tussen partijen onduidelijk is welke vennootschap thans economisch eigenaar van de percelen is. Nu deze tussen partijen bestaande discussie de reden is dat [eiser] zijn rechten niet kan uitoefenen, heeft [eiser] in beginsel belang bij de door hem gevorderde verklaring(en) voor recht.
Wie is de economisch eigenaar van de percelen?
Primair: Megahome.nl B.V.?
4.3.
[eiser] vordert primair een verklaring voor recht dat de economische eigendom van de percelen in het faillissement van Megahome.nl B.V. valt. Daartoe stelt [eiser] zich op het standpunt, dat de economische eigendom van de percelen op of na 28 mei 2009 is afgesplitst naar Megahome.nl B.V. [eiser] verwijst naar het onderdeel ‘rechten op levering/grondposities’ in de akte van afsplitsing (zie hiervoor rechtsoverweging 2.8.) en stelt hij (bij repliek) dat de beschrijving van het voorstel tot splitsing onvoldoende duidelijkheid geeft ten aanzien van de percelen. Verder verwijst [eiser] naar een brief van 9 mei 2012 van [A] (namens Megahome.nl B.V. aan de gemeente Hardenberg), op grond waarvan hij stelt dat Megahome.nl B.V. zich sinds de afsplitsing als economisch eigenaar heeft gedragen. Volgens [eiser] is kortom de economische eigendom bij Megahome.nl B.V. gebleven tot haar faillissement op 7 juli 2016.
4.4.
Van der Hel q.q. betwist dat de economische eigendom van de percelen op of na 28 mei 2009 is afgesplitst naar Megahome.nl B.V. en voert aan dat deze is gebleven bij Mega Projecten B.V. Daartoe verwijst Van der Hel q.q. naar de akte van juridische afsplitsing van 28 mei 2009 in samenhang met het voorstel tot juridische splitsing Mega Projecten B.V. van 22 april 2009 en stelt dat de percelen hierin niet worden genoemd als over te dragen rechten. Ten aanzien van de brief van 9 mei 2012 stelt Van der Hel q.q. dat daaraan geen rechten kunnen worden ontleend, omdat [A] ‘geen flauw benul had’ waar welke rechten zich bevonden.
4.5.
De rechtbank stelt vast dat partijen het er over eens zijn dat de economische eigendom van de percelen tot haar juridische afsplitsing op 28 mei 2009 lag bij Mega Projecten B.V.
4.6.
Uit artikel 4 van de notariële akte van juridische afsplitsing van 28 mei 2009 volgt dat de vermogensbestanddelen als omschreven in ‘de beschrijving als bedoeld in artikel 2:334f lid 2 letter d Burgerlijk Wetboek’ werden verkregen door Megahome.nl B.V. als verkrijgende vennootschap. Artikel 2:334f Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt onder meer dat de besturen van de partijen bij de splitsing een ‘voorstel tot splitsing’ opstellen (lid 1) en dat dit voorstel ten minste vermeldt een beschrijving aan de hand waarvan nauwkeurig kan worden bepaald welke vermogensbestanddelen van de splitsende rechtspersoon zullen overgaan op de verkrijgende rechtspersonen (lid 2 sub d). Deze beschrijving van de af te splitsen vermogensbestanddelen, opgenomen in het voorstel tot juridische splitsing Mega Projecten B.V. van 22 april 2009, omvat niet de (economische eigendom van de) percelen. De percelen worden evenmin genoemd als ‘af te splitsen onroerende zaken’ in de akte van juridische afsplitsing zelf.
4.7.
Anders dan door [eiser] is aangevoerd, is de rechtbank van oordeel dat de afsplitsing van de percelen ook niet blijkt uit het onderdeel ‘rechten op levering/grondposities’ in de hier bedoelde akte van juridische afsplitsing. Uit de tekst van dit onderdeel blijkt immers dat het gaat om ‘rechten en/of verplichtingen (grondposities)’ met betrekking tot onroerende zaken die ‘in de beschrijving’ zijn opgenomen. Bij gebreke van een andere (uit de tekst van de akte volgende) mogelijke betekenis, verstaat de rechtbank onder ‘de beschrijving’ de beschrijving van de af te splitsen vermogensbestanddelen als bedoeld in artikel 2:334f BW. Zoals hiervoor is gebleken, omvat deze beschrijving niet de percelen. De rechtbank concludeert daarom dat de economische eigendom van de percelen na 28 mei 2009 niet is afgesplitst naar/toebedeeld aan Megahome.nl B.V.
4.8.
De door [eiser] aangehaalde brief van 9 mei 2012 van [A] doet aan die conclusie niet af. De enkele (betwiste) eigendomspretentie van [A] in een brief aan een derde (de gemeente Hardenberg), is op zich onvoldoende om vast te stellen dat de economische eigendom van de percelen moet zijn overgedragen aan Megahome.nl B.V. Bovendien stelt de rechtbank in dit verband vast dat [A] zich niet eenduidig heeft uitgelaten over de rechthebbende van de rechten. Dat blijkt in het bijzonder uit een andere brief van [A] van 2 juni 2009, gericht aan [eiser] . Daarin informeert [A] namens Mega Projecten B.V., [eiser] over een vermeende contractoverneming ter zake de rechten en plichten ten aanzien van de percelen verkregen door Nebo Vastgoed B.V. Het standpunt dat [A] in deze brief van 2 juni 2009 (dus enkele dagen na de vermeende juridische afsplitsing van de percelen naar Megahome.nl B.V. op 28 mei 2009) ten aanzien van de rechthebbende van de percelen inneemt, is dan ook tegenstrijdig met zijn standpunt in de brief van 9 mei 2012. Overigens hebben beide partijen hun bedenkingen ten aanzien van de juistheid en datering van deze brief van 2 juni 2009 geuit. De rechtbank komt daar later (rechtsoverweging 4.12. en verder) op terug.
4.9.
Gelet op het voorgaande, oordeelt de rechtbank dat de economische eigendom van de percelen op 28 mei 2009 niet is afgesplitst naar Megahome.nl B.V., maar is gebleven bij Mega Projecten B.V. Dat betekent dat de primaire vordering van [eiser] wordt afgewezen.
Subsidiair: Megahome.nl Grond B.V. of NPB Beheer B.V.?
4.10.
[eiser] vordert subsidiair een verklaring voor recht dat de economische eigendom van de percelen in het faillissement van Megahome.nl Grond B.V., althans NPB Beheer B.V. valt. [eiser] stelt dat de economische eigendom van de percelen op of na 26 augustus 2009 is afgesplitst naar Megahome.nl Grond B.V. Daartoe verwijst [eiser] naar het onderdeel ‘rechten op levering/grondposities’ in de notariële akte van ‘2e juridische afsplitsing NPB Beheer B.V.’ van 26 augustus 2009. Daarnaast voert [eiser] aan dat de beschrijving van de afgesplitste vermogensbestanddelen niet is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en dat daarom onzeker is welke vennootschap kwalificeert als rechthebbende ter zake van de percelen.
4.11.
Van der Hel q.q. betwist dat de economische eigendom van de percelen op of na 26 augustus 2009 is afgesplitst naar Megahome.nl Grond B.V. en voert enerzijds aan dat deze is gebleven bij NPB Beheer B.V. Daartoe verwijst Van der Hel q.q. naar bijlage C van het splitsingsvoorstel behorend bij deze afsplitsing. Anderzijds wijst Van der Hel q.q. er op, dat (het niet gefailleerde) Nebo Vastgoed B.V. meent dat zij door contractoverneming vanaf 2 juni 2009 rechthebbende is geworden van de economische eigendom van de percelen. Deze vermeende contractoverneming zou het gevolg zijn van de brief van 2 juni 2009 van [A] (zie hiervoor rechtsoverweging 4.8.), waarin hij [eiser] namens Mega Projecten B.V. informeert over de overname van de rechten en plichten ten aanzien van de percelen door Nebo Vastgoed B.V. Van der Hel q.q. stelt als gevolg van deze vermeende contractoverneming geen enkel risico te willen lopen. Van der Hel q.q. neemt daarom het standpunt in dat de economische eigendom van de percelen zich bij NPB Beheer B.V. bevindt, voor zover de contractoverneming door Nebo Vastgoed B.V. niet rechtsgeldig c.q. paulianeus is. Bij conclusie van dupliek stelt Van der Hel q.q. dat van groot belang is dat de rechtbank oordeelt ‘wie nu de contractpartij is: Megahome.nl B.V. c.q. NPB Beheer B.V. c.q. Megahome Grond B.V.’ (randnummer 11). Ook stelt Van der Hel q.q. dat volgens hem NPB Beheer B.V. de contractspartij van [eiser] is, als verkrijgende vennootschap bij akte van 23 juli 2009 (randnummer 3). Daarnaast stelt Van der Hel q.q. naar aanleiding van het schrijven van 9 mei 2012 van [A] , dat hieruit geen conclusie mag worden getrokken ten aanzien van de percelen, omdat [A] ‘geen flauw benul had’ van de juridische positie of waar welke rechten zaten.
4.12.
[eiser] betwist dat hij de brief van 2 juni 2009 kent, of van de daaruit beweerdelijk blijkende contractoverneming op de hoogte was. Volgens [eiser] werd deze brief hem eerst getoond door Van der Hel q.q. tijdens een bespreking van 21 maart 2017. [eiser] betwist dat een rechtsgeldige contractoverneming heeft plaatsgevonden. Daartoe voert [eiser] aan dat hij niet de op grond van artikel 6:159 lid 1 BW vereiste medewerking aan de contractoverneming heeft verleend, er geen toereikende volmacht bestond en Nebo Vastgoed B.V. zich niet heeft gedragen als koper van de percelen. Ook blijkt volgens [eiser] uit onregelmatigheden in de brief (waaronder het ontbreken van een briefhoofd en de ondertekening van de brief door een persoon die pas ruim twee jaren later in functie trad en derhalve niet vertegenwoordigingsbevoegd was) dat sprake is van een achteraf opgezette schijnconstructie.
4.13.
De rechtbank stelt bij haar beoordeling voorop dat Nebo Vastgoed B.V. geen partij is in de onderhavige procedure, zodat alleen hetgeen partijen hierover naar voren brengen, kan worden betrokken in de beoordeling. Voor zover Van der Hel q.q. met zijn stellingen aangaande Nebo Vastgoed B.V. heeft bedoeld de (subsidiaire) stelling van [eiser] te betwisten dat de economische eigendom van de percelen bij Megahome.nl Grond B.V. dan wel NPB Beheer B.V. ligt, is deze betwisting naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd en ziet de rechtbank bovendien geen reden om ambtshalve bewijs op te dragen, gelet op het volgende.
4.14.
De rechtbank constateert dat Van der Hel q.q. geen eenduidig standpunt inneemt ten aanzien van het gerechtigd zijn tot de economische eigendom van de percelen (zie hiervoor rechtsoverweging 4.11). Waar Van der Hel q.q. ter onderbouwing van de contractoverneming verwijst naar een brief van [A] van 2 juni 2009, trekt hij de geloofwaardigheid daarvan zelf in twijfel, door te beargumenteren dat [A] ‘geen flauw benul had’ van de juridische positie of waar welke rechten zaten. Dit geeft steun aan het door [eiser] ingenomen en gemotiveerde standpunt dat de vermeende contractoverneming een schijnconstructie is waaraan geen rechtskracht toekomt.
4.15.
Vanwege de onvoldoende gemotiveerde betwisting van Van der Hel q.q., gaat de rechtbank voorbij aan de mogelijkheid dat Nebo Vastgoed B.V. door contractoverneming op of na 2 juni 2009 economisch eigenaar is geworden van de percelen. Dat betekent dat ervan moet worden uitgegaan, dat de economische eigendom van de percelen ook na 2 juni 2009 is gebleven bij Mega Projecten B.V. In deze vooronderstelling zijn partijen het er over eens dat de economische eigendom van de percelen op 23 juli 2009 door de fusie van Megahome Onroerend Goed B.V. en Mega Projecten B.V. is verkregen door NPB Beheer B.V. Partijen twisten over de gevolgen van de splitsing op 26 augustus 2009 van NPB Beheer B.V. voor de economische eigendom van de percelen.
4.16.
De rechtbank constateert dat de percelen niet worden genoemd als ‘af te splitsen registergoederen’ in de akte van juridische afsplitsing van 26 augustus 2009. Net als in de akte van afsplitsing van 28 mei 2009 (zie rechtsoverweging 4.6. en verder), bepaalt ook artikel 4 van deze akte dat de vermogensbestanddelen als omschreven in de beschrijving ex artikel 2:334f lid 2 letter d BW, werden verkregen door Megahome.nl Grond B.V. als verkrijgende vennootschap. Daarnaast kent deze akte eveneens een onderdeel ‘rechten op levering/grondposities’, waarin wordt verwezen naar ‘rechten en/of verplichtingen (grondposities) die ‘in de beschrijving’ zijn opgenomen. Niet gebleken is dat deze beschrijving de percelen omvat, nu daarin geen contracten verwijzend naar ‘Harderwijk’ worden genoemd. Aldus is de economische eigendom van de percelen op of na 26 augustus 2009 naar het oordeel van de rechtbank niet afgesplitst naar Megahome.nl Grond B.V., maar gebleven bij NPB Beheer B.V.
4.17.
Gelet op het voorgaande, komt de rechtbank tot de vervolgconclusie dat de economische eigendom van de percelen na 26 augustus 2009 bij NPB Beheer B.V. lag. Niet gesteld of gebleken is dat nadien vanuit NPB Beheer B.V. andere transacties aangaande de economische eigendom van de percelen hebben plaatsgevonden. NPB Beheer B.V. is gefailleerd op 20 juli 2016, als gevolg waarvan de economische eigendom van de percelen in het faillissement van NPB Beheer B.V. valt. Dit betekent dat de subsidiaire vordering van [eiser] kan worden toegewezen, voor zover die ziet op NPB Beheer B.V. De meer subsidiaire vordering van [eiser] behoeft dan ook geen beoordeling meer.
4.18.
Eerst bij dupliek heeft Van der Hel q.q. zich op het standpunt gesteld dat het beding dat NPB Beheer B.V. verplicht tot aanbieding van het verkochte aan [eiser] , nietig is wegens strijd met artikel 20 van de Faillissementswet, dan wel dat een beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ontoelaatbaar is. Nog daargelaten of dit verweer niet te laat is opgeworpen, geldt dat dit niet relevant is voor de in de onderhavige procedure te beoordelen rechtsvraag, namelijk bij welke vennootschap de economische eigendom van de percelen zich bevindt en dus ten opzichte van welke vennootschap [eiser] zijn rechten in beginsel kan uitoefenen. Dit verweer wordt dan ook gepasseerd.
De proceskosten
4.19.
Van der Hel q.q. zal, in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van NPB Beheer B.V., als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- griffierecht € 297,00
- betekeningskosten € 99,01
- salaris advocaat
€ 1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)
- Totaal € 1.482,01
4.20.
De door [eiser] gevorderde wettelijke rente en nakosten zullen worden toegewezen op de in het dictum weergegeven wijze.

5.De beslissing

De rechtbank
:
5.1.
verklaart voor recht dat de economische eigendom van de percelen thans bekend gemeente Harderwijk, sectie I, nummers 105, 6321 en 6322 in het faillissement van NPB Beheer B.V. valt;
5.2.
veroordeelt Van der Hel q.q. in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van NPB Beheer B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.482,01, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Van der Hel q.q. in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van NPB Beheer B.V. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Van der Hel q.q. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart dit vonnis ten aanzien van onderdelen 5.2. en 5.3. van het dictum uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van den Wall Bake, mr. M.L.J. Koopmans en mr. drs. A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2019.