In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 4 december 2019 uitspraak gedaan op een klaagschrift van klager, ingediend door zijn advocaat mr. A.C.M. Beneken genaamd Kolmer. Het klaagschrift, gedateerd 24 oktober 2019, betreft een verzoek om teruggave van inbeslaggenomen goederen, waaronder een ketting, een ring, twee horloges en een geldbedrag van € 1.485,00, dat op 13 juni 2019 in beslag werd genomen tijdens een controle op de A1. Klager werd verdacht van witwassen, omdat hij wisselende verklaringen had afgelegd over de herkomst van de goederen. Tijdens de zitting op 4 december 2019 is klager niet verschenen, maar zijn raadsman heeft het klaagschrift toegelicht. De officier van justitie heeft gesteld dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard, omdat er nog verder onderzoek moet plaatsvinden in [land 2] en [land 3]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift ontvankelijk is en heeft de rechtmatigheid van het beslag beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat het beslag op de horloges, ring en ketting rechtmatig was, gezien de omstandigheden en de verklaringen van klager. Echter, voor het geldbedrag van € 1.235,00 was de rechtbank van oordeel dat het belang van strafvordering zich niet meer verzette tegen teruggave. De voorzitter heeft daarom het klaagschrift gedeeltelijk gegrond verklaard en gelast dat het geldbedrag aan klager wordt teruggegeven.