Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[Eiser sub 1] ,
[Eiser sub 2],
1.[Gedaagde sub 1] ,
[Gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties (1-18)
- de akte overlegging producties 1-4 van [gedaagde] c.s.
- de akte overlegging aanvullende productie 19 van [eiser] c.s.
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser] c.s.
- de pleitnota van [gedaagde] c.s..
2.De feiten
Amice,
Amice,
Amice,
Hoi Henk
Amice,
3.Het geschil
- i) om te gebieden uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken op 11 april 2019 en zoals omschreven in de concept vaststellingsovereenkomst van 21 juni 2019 met uitzondering van de artikel 2.9 en 2.10 en [gedaagde] c.s. te bevelen om vóór 15 december 2019 voldoende zekerheden te verstrekking (zoals nader omschreven in de dagvaarding) voor de terugbetaling van de geldlening dit één en ander op straffe van een dwangsom indien [gedaagde] daarmee in gebreke blijven;
- ii) tot het betalen van een voorschot op de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 3.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
mee te delen welke zekerheden worden geboden.” In de e-mail van 27 juni 2019 van mr. Kroep wordt het voorstel van [gedaagde] c.s. om een tweede hypotheekrecht te vestigen op de onroerende zaken afgewezen. Gelijktijdig wordt er een nieuw voorstel gedaan met betrekking tot de zekerheden en mr. Kroep schrijft daarbij: “
Uw eerste reactie duurde te lang. Ik verzoek u morgen of maandag a.s. mee te delen of/dat het concept akkoord is.” Gelet op deze correspondentie is het vooralsnog niet, althans onvoldoende, aannemelijk geworden dat tussen partijen een concrete afspraak is gemaakt over de zekerheid die moest worden verstrekt voor de geldlening van [eiser] .
980,00