8.4Het oordeel van de rechtbank
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De vordering heeft betrekking op het ten laste gelegde. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Materiële schade
De rechtbank zal de vordering ten aanzien van alle posten toewijzen nu deze voldoende zijn onderbouwd en dit deel van de gevorderde schadevergoeding de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
De raadsman heeft deze bedragen als voorschot gevorderd, onder vermelding van een groot aantal pro memorieposten. De rechtbank verstaat dat de gevorderde bedragen strekken tot vergoeding van een gedeelte van de schade die de benadeelde partij rechtstreeks heeft geleden door het bewezenverklaarde feit. In zoverre wordt de vordering toegewezen tot een totaalbedrag van € 8.285,-.
De benadeelde partij zal ten aanzien van het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Immateriële schade
Het staat buiten twijfel, ook voor verdachte en zijn raadsvrouw, dat immateriële schade is geleden. Vaststelling van de hoogte daarvan is een complexe zaak. Er zijn onduidelijkheden en onzekerheden over wat precies de gevolgen van het opgelopen letsel zijn, nu en in de toekomst, en wat de omvang van de daaruit voortvloeiende schade is. Nader onderzoek daarnaar zou een uitgebreider onderzoek vergen. En dat zou naar het oordeel van de rechtbank tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure leiden, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
Vanwege de onduidelijkheden kan de rechtbank niet van haar matigingsbevoegdheid gebruik maken. Wel acht de rechtbank op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden, en rekening houdend met vergoedingen in soortgelijke zaken, een bedrag van € 5.000,- als voorschot op de geleden schade voldoende onderbouwd. Dat bedrag wordt toegewezen. De benadeelde partij zal ten aanzien van het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Samenvattend: de rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] ter vergoeding van materiële en immateriële schade toewijzen tot een totaalbedrag van
€ 13.285, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum, te weten 13 juni 2019.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij [benadeelde] heeft een bedrag van € 17.500,- gevorderd. Deze vordering strekt tot vergoeding van zogenoemde affectieschade en is gebaseerd op de 1 januari 2019 in werking getreden regeling van artikelen 51f, tweede lid, tweede volzin Sv en artikel 6:107 BW en het daarop gebaseerde Besluit vergoeding affectieschade.
kan, als levensgezel van het slachtoffer (1), weliswaar aanspraak maken op vergoeding van een forfaitair bedrag aan affectieschade, nu er sprake is van causaliteit tussen het misdrijf en het letsel (2), maar slechts indien er sprake is van ernstig en blijvend letsel (3).
Of voldaan is aan de derde voorwaarde van ernstig en blijvend letsel is een vraag die op basis van de inhoud van het dossier en van hetgeen ter terechtzitting aan de orde is geweest, nog niet kan worden beantwoord. Ook hiervoor geldt dat nader onderzoek daarnaar een uitgebreider onderzoek zou vergen. En ook hier geldt dat dit naar het oordeel van de rechtbank tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure zou leiden, zodat de rechtbank ook deze benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering tot vergoeding van affectieschade, niet-ontvankelijk verklaren. .
Deze vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.