Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de producties van de Ontvanger
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Plubo
- de pleitnota van de Ontvanger.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderden de eiseressen, Plubo B.V., Plubo Beheer B.V. en Merlin Vastgoed B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Plubo c.s.), in kort geding de opheffing van executoriale beslagen die door de Ontvanger van de Belastingdienst waren gelegd op een auto en een caravan. De beslaglegging vond plaats naar aanleiding van openstaande belastingschulden van Plubo en Plubo Beheer. De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van Plubo c.s. aanwezig was, maar dat de Ontvanger rechtmatig had gehandeld door beslag te leggen. De voorzieningenrechter overwoog dat er geen misbruik van bevoegdheid was en dat het belang van de Ontvanger bij voortzetting van de executie zwaarder woog dan het belang van Plubo c.s. bij stopzetting. De vorderingen van Plubo c.s. werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 21 november 2019.