ECLI:NL:RBOVE:2019:4596
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in aanrandingszaak na onvoldoende bewijs
Op 6 december 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 58-jarige man, die werd verdacht van aanranding. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 22 november 2019. De officier van justitie, mr. S. Leusink-van Dijk, had de verdachte aangeklaagd voor het aanranding van een vrouw op 4 juni 2018 in Haaksbergen. De tenlastelegging omvatte het benaderen van het slachtoffer in haar woning en het uitvoeren van ontuchtige handelingen, waaronder het betasten van haar lichaam.
Tijdens de zitting hebben zowel de officier van justitie als de raadsman, mr. J.B.A. Kalk, gepleit voor vrijspraak van de verdachte, omdat er volgens hen onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank heeft de bewijsoverwegingen zorgvuldig afgewogen en geconcludeerd dat er geen voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens is de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte van het ten laste gelegde is vrijgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij haar vordering enkel bij de burgerlijke rechter kan indienen.